direct naar inhoud van 3.4 Regionaal beleid
Plan: Bestemmingsplan Zorgvliet
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20118-VS00

3.4 Regionaal beleid

Regionale Structuurvisie Stedendriehoek 2030

In deze Regionale Structuurvisie heeft de regio Stedendriehoek, waar de gemeente Voorst deel van uitmaakt, ruimtelijk beleid ontwikkeld voor de lange termijn tot 2030. In deze visie worden krachtige doelen en beleidsprincipes voorgesteld op basis van een gedeelde visie op de toekomst.

De Regionale Structuurvisie heeft de formele status van een Intergemeentelijk Structuurplan. Dit betekent dat de structuurvisie richtinggevend is.

Één van de opgaven uit de Regionale Structuurvisie is het verder ontwikkelen van de historische landgoederen en buitenplaatsen op de oeverwallen van de IJssel, de historische vergezichten op het weidse IJssellandschap en de culturele eigenheid van de kleine dorpen en kernen. Het plan voor het realiseren van een landgoed past binnen deze opgave.

Beleidskader functieverandering van vrijkomende agrarische gebouwen

Net als in andere delen van Nederland zet in de Stedendriehoek de ontwikkeling naar minder, maar grotere landbouwbedrijven door. Daarbij komen erven en agrarische gebouwen vrij. Het streekplan Gelderland biedt mogelijkheden voor het hergebruik van vrijgekomen en vrijkomende gebouwen in het buitengebied. Daartoe hebben de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Lochem, Voorst en Zutphen het rapport "Waar de stallen verdwijnen" gemaakt. In dit rapport is omschreven welke regels de gemeenten in de Stedendriehoek hanteren bij functieverandering van vrijgekomen en vrijkomende agrarische gebouwen in het buitengebied.

De regels hebben betrekking op de voorwaarden om functieverandering toe te kunnen passen. Dit bestemmingsplan heeft als doel het planologisch mogelijk maken van landgoed Zorgvliet. De huidige agrarische bestemming maakt hierbij plaats voor de bestemming landgoed met ruimte voor functies als paardenhouderij (met hippische doeleinden), agrarisch met waarden, groen, natuur en wonen. Deze omwisseling van bestemming past binnen het geldende beleidskader voor functieverandering van vrijkomende agrarische gebouwen.