Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot doel, strijdig met de gegeven bestemming(en).
Onder een strijdig gebruik, als bedoeld in lid 34.1. wordt in ieder geval verstaan:
- de ingebruikname van de op grond van dit bestemmingsplan toegestane nieuwe woningen met inachtneming van de volgende fasering:
- tot en met 2012: 0 (nul) woningen;
- 2013 tot en met 2015: maximaal 1.500 woningen;
- 2016 tot en met 2020: maximaal 400 woningen;
- een gebruik van de onbebouwde gronden als:
- opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, bouwmaterialen, afval, puin, grind en brandstoffen;
- uitstallings- of opslagplaats voor al dan niet voor gebruik geschikte voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan;
- uitstallings- of opslagplaats danwel standplaats voor onderkomens;
- een gebruik van bebouwde en onbebouwde gronden ten behoeve van:
- een seksinrichting en een escortbedrijf;
- raam- en straatprostitutie;
- grootschalige voorzieningen in de vorm van detailhandel in volumineuze goederen, bouwmarkten, beurzen, garagebedrijven of een horecabedrijven gericht op zaalverhuur;
- bedrijven die niet zijn genoemd in de categorieën 1, 2 en 2+ van de bij deze voorschriften behorende Staat van bedrijfsactiviteiten (Bijlage 7);
- bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 41 Wet geluidhinder en artikel 4.2 van het Inrichtingen en Vergunningenbesluit Wet Milieubeheer.
Het in lid 34.1 vervatte verbod geldt niet voor het houden van incidentele evenementen die vergund zijn op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen.
Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 34.1., indien strikte toepassing zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening het plan wijzigen in die zin dat de in lid 34.2 sub 1 aangegeven fasering wordt aangepast dan wel verwijderd, mits voldoende is komen vast te staan dat met deze wijziging wordt voldaan aan de eisen die worden gesteld ten aanzien van de luchtkwaliteit.