direct naar inhoud van 3.6 Natuur en Landschap
vastgesteld
NL.IMRO.0268.PB24003-VG01

3.6 Natuur en Landschap

3.6.1 Ecologische Hoofdstructuur

Het gehele landgoed ligt in de Ecologische Hoofdstructuur; grotendeels in EHS-natuur gebied, het cluster van gebouwen wordt gepland in EHS-verweving gebied. De ligging binnen de EHS brengt voor de eigenaar van het landgoed een extra zorgplicht met zich mee voor het instandhouden van natuurdoelen op zijn terrein. Het bouwplan is dan ook niet alleen financieel noodzakelijk om het landgoed als cultuurhistorisch element in stand te houden maar zeker ook om de aanwezige natuurdoelen in stand te houden en verder te ontwikkelen.

De nu voorliggende planwijziging heeft in onze visie geen extra impact op het verwevingsgebied dan het vorige plan vanwege de geringe toename in oppervlakte.

3.6.2 Flora- en faunawet

De bescherming van plant- en diersoorten is geregeld in de Flora- en faunawet. Het doel van deze wet is het in stand houden en beschermen van in het wild voorkomende planten- en diersoorten. Deze wet hanteert daarbij het “nee, tenzij principe”. Dat betekent dat alle schadelijke handelingen ten aanzien van beschermde planten- en diersoorten in principe verboden zijn. Alleen onder strikte voorwaarden zijn afwijkingen van de verbodsbepalingen mogelijk. Hiertoe zal een ontheffing ex artikel 75 moeten worden aangevraagd. De ontheffingsaanvraag moet onderbouwd zijn door een goed onderzoek naar het voorkomen van en de effecten op beschermde soorten. Ook moet aangetoond worden dat er sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang.

In de Flora- en Faunawet is daarnaast een zogenaamde 'algemene zorgplicht' opgenomen. De zorgplicht is van toepassing op alle planten en dieren, ongeacht of ze wettelijk beschermd zijn. De zorgplicht houdt in dat er bij ingrepen zoals bouwactiviteiten altijd zorgvuldig moet worden omgegaan met de aanwezige planten en dieren. Schadelijke activiteiten moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. Een voorbeeld hiervan is de regel dat het kappen van bomen alleen mag plaatsvinden buiten het broedseizoen.

3.6.3 Gemeentelijk beleid

In het Nijmeegse groenbeleid (Groenplan De Groene Draad (2007)) is voor Nijmegen-noord aangegeven dat het nieuwe karakter van dit stadsdeel gebaseerd moet worden op oude waarden en kenmerken van het gebied. Het voorliggende plan voldoet daaraan omdat het bestaande groene en natuurwaarden behoudt (de bomen rondom het perceel) en er nieuwe aan toevoegt in de sfeer van het landgoed (onder andere de clumbs bomen en een afwisseling tussen gemaaid gras, borders en niet gemaaid gras).