direct naar inhoud van 2.3 Provinciaal beleid
Plan: Nijmegen Ruimte voor de Waal - 1 (Aanpassen pijlers spoorbrug)
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.PB21001-VG01

2.3 Provinciaal beleid

2.3.1 Algemene structuurvisie

Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland staat beschreven in de Algemene Structuurvisie Ruimtelijke Ordening, voorheen het Streekplan Gelderland 2005. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening heeft het streekplan de status van structuurvisie gekregen. De inhoud van het streekplan blijft voor de provincie de basis voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening. De structuurvisie wordt in de loop van 2012 geactualiseerd. 

Infrastructuur

Doel van het ruimtelijk- infrastructurele beleid is het streven naar een goede bereikbaarheid. De economische centra, grote steden en concentraties van wonen en voorzieningen moeten goed bereikbaar zijn voor burgers en bedrijven. Inzet is een maximale benutting van de bestaande structuren en bundeling van infrastructuur en ruimtegebruik. Bereikbaarheids- en leefbaarheids-problemen kunnen worden voorkomen door stedelijke ontwikkeling af te stemmen op de vervoerscapaciteit en milieubelasting van bestaande en reeds geplande infrastructuur. In de tweede plaats moet gezocht worden naar verstedelijkingslocaties die goed aansluiten op de infrastructuur. Kan hieraan niet worden voldaan, dan zal bij stedelijke ontwikkeling ook de bijbehorende infrastructuur moeten worden gerealiseerd of de capaciteit worden uitgebreid. Om knelpunten op het huidige wegennet op te lossen is ook in Gelderland nieuwbouw en aanpassing van infrastructuur nodig. Zo zijn voor de eventuele doortrekking van de A15 van Knoop Ressen naar de A12 de voorbereidingen voor MER-procedures gestart.

Nieuwe spoorinfrastructuur is, met uitzondering van de Hanzelijn, niet in deze streekplanperiode voorzien. Wel zijn er intensiveringsplannen op het bestaande spoornet, met name in het KAN-gebied, de Stedendriehoek en voor de Valleilijn. De provincie stimuleert tenslotte het fietsverkeer op de korte en middellange afstand, met name in stedelijke gebieden en naar economische centra, scholen en recreatieve voorzieningen. Bij verstedelijking moet bereikbaarheid met de fiets onderdeel zijn van de planvorming.

Het initiatief laat het bestaande spoornet intact en maakt uitsluitend 3 pijlers stabiel wanneer deze in de nevengeul terecht komen.

EHS Verweving

het projectgebied valt in een gebied dat door de provincie wordt gezien als EHS-verwevingsgebied. De EHS-verweving bestaat uit landgoederen onder de Natuurschoonwet, landbouwgebieden met natuurwaarden en landbouwgebieden met een hoge dichtheid aan natuur- en boselementen. Voor deze gebieden geldt hetzelfde ruimtelijke beleid als voor EHS-natuur, met de volgende verschillen: regulier agrarisch en extensief recreatief gebruik kan worden voortgezet (waarbij tevens vergroting van aanwezige agrarisch bouwpercelen aan de orde kan zijn) en er is ruimte voor extensieve recreatievormen en nieuwe landgoederen.

De bestemmingen van het reeds in werking getreden bestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal blijven intact. Verder is ten gevolge van de voorgenomen ingreep geen sprake van een significante aantasting van wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied. In dit verband kan gewezen worden op de op 8 februari 2012 aan de gemeente Nijmegen verleende Natuurbeschermingswetvergunning door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voor het het project Ruimte voor de Waal - DIjkteruglegging Lent.

2.3.2 Provinciale ruimtelijke verordening Gelderland

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Kern van de nieuwe Wro is dat alle overheden hun ruimtelijke belangen vooraf kenbaar maken en aangeven hoe zij die belangen gaan realiseren. De wet geeft de provincie de bevoegdheid algemene regels vast te leggen in een provinciale verordening. Daarmee stelt de provincie eisen aan de ruimtelijke besluiten van gemeenten. De provincie richt zich op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, wonen, detailhandel, natuur en water. De voorschriften in de ruimtelijke verordening zijn gebaseerd op de provinciale structuurvisie (voorheen: Streekplan Gelderland 2005). De RVG is d.d. 15 december 2010 door Provinciale Staten vastgesteld en op 21 januari 2011 in werking getreden.

Hieronder volgen de voor dit project relevante hoofdlijnen van de Ruimtelijke Verordening Gelderland.

  • Natuur: bij stedelijke ontwikkeling is het belangrijk om te voorzien in de behoefte aan 'groen in en om de stad (GIOS)'. Hiervoor zijn in de Structuurvisie zones aangegeven. De provincie streeft daarnaast naar het veiligstellen van de Gelderse natuur door het realiseren en beschermen van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Binnen de EHS zijn in principe geen bestemmingen toegestaan, waardoor de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.PB21001-VG01_0008.jpg"

Afbeelding :fragment EHS uit ruimtelijke verordening Gelderland

Het projectgebied is lichtgroen en wordt (ook) volgens de verordening als EHS verweving aangemerkt.

Vooropgesteld zij, dat de bestemmingen van het reeds in werking getreden bestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal intact blijven. Verder is ten gevolge van de voorgenomen ingreep geen sprake van een significante aantasting van wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied. In dit verband kan gewezen worden op de op 8 februari 2012 aan de gemeente Nijmegen verleende Natuurbeschermingswetvergunning door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.