direct naar inhoud van 2.4 Regionaal beleid
Plan: Nijmegen Ruimte voor de Waal - 1 (Aanpassen pijlers spoorbrug)
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.PB21001-VG01

2.4 Regionaal beleid

2.4.1 Regionaal Plan Stadsregio Arnhem-Nijmegen

Het Regionaal Plan (RP) vormt een richtinggevend kader voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen op het gebied van ruimte, economie, natuur, mobiliteit en culturele-  en sociale ontwikkelingen. Met het Regionaal Plan wil de stadsregio werken aan een aantrekkelijke, bereikbare en internationaal concurrerende regio. Het doel is bewoners, bedrijven en bezoekers aan de regio te binden door het creëren van een aantrekkelijk woon- en werkklimaat. In dit Regionaal Plan kiest de stadsregio voor herstructurering, herontwikkeling en transformatie van de bestaande ruimte. Dit in tegenstelling tot het vorige regionale structuurplan, dat vooral gericht was op uitbreidingen, nieuwe infrastructuur en nieuwe bedrijventerreinen.

Hieronder volgen de voor dit plan relevante hoofdlijnen van het Regionaal Plan:

  • Mobiliteit: aansluiten op Trans-Europese netwerken

Op niveau van Noordwest-Europa is infrastructuur de basisconditie voor versterking van het concurrerend vermogen van de regio.

  • Internationale relaties versterken via het spoor
  • waarborgen van goede bovenregionale spoorverbindingen met de grote en middelgrote steden in Nederland

Het voorliggende initiatief tast de spoorinfra niet aan. Er worden alleen enkele pijlers toekomstbestendig gemaakt in verband met de aanleg van de nevengeul. Uitgangspunt is dat het treinverkeer geen hinder ondervindt van het project. Het project staat al met al niet haaks op het regionaal beleid.

2.4.2 Beleid waterschap rivierenland

Om de zorg voor waterveiligheid goed te kunnen uitvoeren hebben waterschappen twee hoofdinstrumenten tot hun beschikking: de Keur en de legger. Deze instrumenten richten zich op de bescherming en instandhouding van het bestaande watersysteem. De legger geeft de ligging, de afmetingen en onderhoudsverplichtingen aan. De keur bevat regels, die bestaan uit gebodsbepalingen en verbodsbepalingen. De gebodsbepalingen geven de verplichtingen aan om deze waterstaatswerken in stand te houden. De verbodsbepalingen gaan over handelingen en gedragingen die in principe onwenselijk zijn voor de constructie of de functie van watergangen of waterkeringen. Voor werken en handelingen, die meestal onder voorschriften toch kunnen worden toegelaten, bestaat sinds 2009 de mogelijkheid van een Waterwetvergunning.

Het waterschap is geconsulteerd voor de aangevraagde watervergunning voor dit project. Voorwaarden vanuit waterveiligheid worden daarin gesteld, aldus het Waterschap Rivierenland. Met het projectafwijkingsbesluit is ingestemd (zie ook hoofdstuk 5)