direct naar inhoud van 2.2 Rijksbeleid
Plan: Nijmegen Ruimte voor de Waal - 1 (Aanpassen pijlers spoorbrug)
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.PB21001-VG01

2.2 Rijksbeleid

2.2.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (voorheen Nota Ruimte)

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) kent de status “vastgesteld”. In de SVIR wordt het ruimtelijk beleid en het mobiliteitsbeleid geactualiseerd en geïntegreerd. In de SVIR schetst het Rijk de ambities tot 2040 en de doelen, belangen en opgaven tot 2028. Het Rijk formuleert 3 hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden:

  • Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur;
  • Het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
  • Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving, waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Daarbij worden scherpe keuzes gemaakt, die ook gevolgen hebben voor Nijmegen en de regio. De SVIR laat een sterke focus zien op het herstel van de economie met prioriteit bij de ontwikkeling van de mainports, greenports en brainport met de bijbehorende achterlandverbindingen. Voorheen benoemde nationale belangen, zoals verstedelijking en de nationale landschappen, worden losgelaten. Dat geldt ook voor onderdelen van het natuurbeleid, zoals de rijksbufferzones en groen in en om de stad.

Niet gebleken is dat het initiatief op gespannen voet staat met de SVIR, omdat het een werk ter waarborging van een bestaande spoorlijn betreft.

2.2.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

De ruimtelijke ordening krijgt gestalte door de inzet van uiteenlopende bevoegdheden en middelen: juridisch, financieel, bestuurlijk en communicatief. Met de Wet ruimtelijke ordening (Wro) geeft de wetgever, ter waarborging van de nationale of provinciale belangen, de begrenzing aan van de besluitmogelijkheden van lagere overheden in de 'juridische kolom'. Als nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (AMvB) regels worden gesteld aan de inhoud van bestemmingsplannen. In 2009 is de AMvB Ruimte aan de Tweede Kamer aangeboden. De AMvB omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch moeten doorwerken in provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen.

Het Barro is deels gebaseerd op eerdere planologische kernbeslissingen en beleidsnota's, die in de SVIR worden herbevestigd (o.a. grote rivieren, defensie en erfgoederen van uitzonderlijke waarden). De Beleidslijn Grote Rivieren en de PKB (Structuurvisie) Ruimte voor de Rivier blijven intact.

Het Barro is op 30 december 2011 - met uitzondering van een aantal artikelen - in werking getreden (Stb. 2011, 666). In het Barro zijn de volgende onderdelen opgenomen (Stb. 2011, 391):

 

-       Project Mainportontwikkeling Rotterdam;

-       Kustfundament;

-       Grote rivieren;

-       Waddenzee en waddengebied;

-       Defensie;

-       en Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde.

 

Op het moment van inwerkingtreding van het Barro was ook reeds een wijziging van het Barro in procedure. Bij de wijziging van het Barro zijn de volgende onderdelen aan het Barro toegevoegd (Stb. 2012, 388):

 

-       Rijksvaarwegen;

-       Hoofdwegen en landelijke spoorwegen;

-       Electriciteitsvoorziening;

-       Ecologische hoofdstructuur;

-       Primaire waterkeringen buiten het kustfundament;

-       IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte

Tot de rijksvaarwegen behoort de rivier de Waal (hoofdwateren in Bijlage II, lid 1, onder C van het Waterbesluit). Bij een projectafwijkingsbesluit moet rekening worden gehouden met het voorkomen van belemmeringen voor de scheepvaart (artikel 2.1.3. van het Barro). Vervolgens worden genoemd:

a. de doorvaart van de scheepvaart in de breedte, hoogte en diepte;

b. de zichtlijnen van de bemanning en de op het schip aanwezige navigatieapparatuur voor de scheepvaart;

c. het contact van de scheepvaart met bedienings- en begeleidingsobjecten;

d. de toegankelijkheid van de rijksvaarweg voor hulpdiensten, en

e. het uitvoeren van beheer en onderhoud van de rijksvaarweg

De voorgenomen ingreep (aanpassen spoorbrugpijlers) leidt niet tot belemmeringen als hierboven genoemd. De ingreep vindt immers plaats in de nevengeul, niet in de hoofdgeul (Waal).

Verder mag het projectafwijkingsbesluit in het rivierbed geen feitelijke belemmering opwerpen voor de vergroting van de afvoercapaciteit van de rivier. Voorts moet sprake zijn van een zodanige situering van de “bestemming” (lees: ingreep) dat de waterstandverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is (…).

Prorail heeft een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor de aanpassing van drie spoorpijlers gelegen binnen het project Ruimte voor de Waal. In verband met een te nemen projectbesluit (afwijken bestemmingsplan) heeft de initiatiefnemer op basis van artikel 6.18 van het Besluit omgevingsrecht om vooroverleg verzocht. Rijkswaterstaat heeft geen opmerkingen naar aanleiding van de stukken die per mail zijn toegezonden op vrijdag 2 november 2012. Ten behoeve van de aanpassing zal een Watervergunning worden verleend.

Het projectafwijkingsbesluit is niet in strijd met het Barro als het gaat om landelijke spoorwegen. Uitgangspunt is dat er gedurende de uitvoering geen hinder ontstaat voor het treinverkeer.