vastgesteld |
NL.IMRO.0268.PB140W28-VG01 |
In de Wet milieubeheer is in artikel 7.2a opgenomen : "Een milieueffectrapport wordt gemaakt bij de voorbereiding van een op grond van een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling verplicht vast te stellen plan waarvoor, in verband met een daarin opgenomen activiteit, een passende beoordeling moet worden gemaakt op grond van artikel 19j, tweede lid, van de Natuurbeschermingswet 1998.
In dat laatste artikel is bepaald: "Voor plannen als bedoeld in het eerste lid, die niet direct verband houden met of nodig zijn voor het beheer van een Natura 2000-gebied maar die afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kunnen hebben voor het desbetreffende gebied, maakt het bestuursorgaan alvorens het plan vast te stellen een passende beoordeling van de gevolgen voor het gebied waarbij rekening wordt gehouden met de instandhoudingsdoelstelling".
Er bestaat geen wettelijke verplichting tot het opstellen van een milieueffectrapport indien een omgevingsvergunning wordt verleend ingevolge het derde lid van artikel 2.12 van de Wabo. Dit is in aansluiting op eerdere jurisprudentie vóór de Wabo, waaronder de uitspraak van woensdag 31 maart 2010 (200908623/1/H1). Daarin bleek dat een artikel 19-vrijstelling (daarna: projectbesluit, thans omgevingsvergunning verleend ingevolge het derde lid van artikel 2.12 van de Wabo ) voor een project niet op één lijn worden gesteld met de vaststelling van een plan. Op projecten is de vergunningplicht van artikel 19d Nbw 1998 van toepassing zodat artikel 7.2a Wm niet van toepassing is op een artikel 19-vrijstelling of een projectbesluit (overweging 2.5.2). Voorts "kan" een omgevingsvergunning ingevolge het derde lid van artikel 2.12 van de Wabo worden verleend, zo blijkt uit de redactie van artikel 2.12, lid 1, maar is geen sprake van een verplichting.
Er is door Oranjewoud een passende beoordeling opgesteld (definitief rapport,Afvoerroute zand uit Landschapszone Nijmegen, Passende Beoordeling en Toets EHS, maart 2011). Deze is gelet op het voorgaande vooral van belang voor de artikel 19d, NB vergunningplicht en niet voor de PlanMER. Het projectgebied is gelegen in Natura 2000 gebied (Vogelrichtlijngebied).
Afbeelding 11: Natura 2000 gebieden (Bron: Atlas Groen Gelderland, provincie Gelderland)
Afbeelding 12 : EHS en Natura 2000
De werkweg wordt aangelegd door een deel van de uiterwaarden van de Waal. Deze zijn aangewezen als Vogelrichtlijngebied (Natura2000) en Ecologische Hoofdstructuur. Om aanleg en gebruik van de werkweg mogelijk te maken, dienen de effecten op de natuurwaarden onderzocht te worden middels een Passende Beoordeling conform de Natuurbeschermingswet. In december 2010 heeft Oranjewoud dit onderzoek gedaan met de volgende conclusie:
'Er zijn - rekening houdend met de maatregelen om effecten te voorkomen - geen negatieve effecten op (prioritaire) soorten of (prioritair) habitattype. De optredende effecten zijn zeer lokaal en treden op in het invloedsgebied van de Tweede stadsbrug. De functie die het plangebied voor de instandhoudingsdoelen heeft, is in het kader van dat project elders gecompenseerd.
De effecten treden deels ook op in een periode dat in het plangebied een piek is in de uitvoering van diverse projecten. In de periode dat de Tweede stadsbrug wordt aangelegd en het Ruimte voor de rivier-project wordt uitgevoerd, valt het lokale effect van het zandtransport weg tegen de uitvoeringseffecten van de twee andere projecten. Daarnaast kunnen soorten in de laatste periode van de uitvoering van het transport ook al profiteren van de uitbreiding van hun leefgebied door het Ruimte voor de rivier-project.
Het feit dat er geen negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen zijn, betekent dat cumulatieve effecten niet onderzocht hoeven te worden en niet getoetst dient te worden aan de (verscherpte) eis ten aanzien van de dwingende reden van groot maatschappelijk belang (de menselijke gezondheid, de openbare veiligheid of met voor het milieu wezenlijke gunstige effecten of - na advies van de Europese Commissie - andere dwingende redenen van groot openbaar belang).'
Ook de effecten op de Ecologische Hoofdstructuur zijn onderzocht door Oranjewoud. Zowel voor de kernkwaliteiten als voor de ontwikkelingsopgaven (zie hieronder) komt Oranjewoud tot de conclusie dat de nee-tenzijafweging geen belemmering vormt voor het initiatief.
Toets of voorgenomen activiteit kernkwaliteiten aantast
De rivier met zijn bijbehorende dynamiek en morfologie wordt niet aangetast
De relatie tussen open voedselrijke foerageergebieden en rustgebieden voor ganzen, eenden en andere watervogels wordt niet aangetast.
De uitwisselingsmogelijkheden voor planten en dieren naar de Veluwe en Oostvaarders Plassen, het Reichswald en de Eifel, het bovenstroomse (Duitse) rivierengebied en de bosgebieden in het Limburgs-Duitse grensgebied worden niet aangetast.
Het open, grazige en natte karakter van binnen- en buitendijkse weidevogel- en ganzengebieden wordt zeer beperkt aangetast door de afmeervoorziening en laadvoorziening voor de zandtransportschepen en door de aanwezigheid van vrachtwagens in het plangebied. Hierdoor is het gebied tijdens het gebruik van de afvoerroute minder geschikt voor deze soortgroepen. Door het beperkte effect en de uitwijkmogelijkheden is dit effect zeker niet significant. Dit betekent dat de nee-tenzijafweging geen belemmering vormt voor het initiatief.
Toets of voorgenomen activiteit omgevingscondities voor de ontwikkelingsopgaven aantast
Het beperkte ruimtebeslag (10 jaar, 0,4 ha) en de toename in een reeds verstoord gebied (invloedsgebied van tweede stadsbrug) leidt er niet toe dat omgevingscondities worden aangetast die randvoorwaarde zijn voor de realisatie van de ontwikkelopgaven. Er is geen sprake van aantasting van de rivierdynamiek, verdroging of versnippering.
Aangezien gebleken is dat er geen significante effecten te verwachten zijn op de doelstellingen van de EHS hoeft er niet getoetst te worden aan de nee-tenzij criteria van de EHS. (Bron: Oranjewoud. 2011. Afvoerroute zand uit landschapszone Nijmegen. Passende beoordeling en Toets EHS) .