vastgesteld |
NL.IMRO.0268.PB140W28-VG01 |
Het plangebied omvat een deel van het rivierbed van de Waal en de daaraan grenzende primaire waterkering. De bestaande waterhuishoudkundige inrichting van het plangebied is dus een buitendijks vrij afstromend watersysteem. Dit gebied valt grotendeels onder de invloedssfeer van de Beleidslijn Grote Rivieren. Waar de werkweg de dijk passeert moet het beleid van het waterschap ten aanzien van de waterkeringen worden opgevolgd (Keur voor waterkeringen en wateren 2006). Tenslotte is er een klein binnendijks gebied wat valt onder het beleid van het Waterhuishoudkundig Inrichtingsplan Waalsprong 2009 (gemeente) en het Waterbeheerplan 2010-2015 (Waterschap, 2009).
Er vinden wat betreft het buitendijkse watersysteem geen wijzingen plaats als gevolg van de voorgenomen planontwikkeling. Binnendijks kruist de werkweg sloten en zullen dammen met duikers moeten worden aangelegd. Hiervoor is toestemming nodig van het waterschap.
Oppervlaktewater
Binnen het buitendijkse plangebied liggen een aantal kolken, die wat het watersysteem betreft ongemoeid blijven door de aanleg van de werkweg. Voorop gesteld dat de greppels langs de werkweg, die dienen voor de afvoer van hemelwater, niet op de kolk afwateren. Dit is ongewenst vanwege de mogelijk slechtere kwaliteit van het afstromend hemelwater.
De los- en laadplaats heeft wel een invloed op de oever van de voormalige zandwinplas waarin de boten kunnen afmeren. Er zullen palen geslagen worden voor de boten om aan te meren, maar dat heeft geen invloed op het watersysteem van de plas. De palen en de werkweg van de los- en laadplaats zullen mogelijk wel een storende invloed hebben op de oever eronder (schaduwwerking, droger). De afvoer van hemelwater naar aangrenzende greppels is nieuw, maar deze zullen meestal droog staan.
Grondwater
Het plangebied bevindt zich in niet een grondwaterwingebied of grondwaterbeschermings-gebied. Wel is het gebied onderhevig aan de fluctuatie van de Waal en dus in tijden van lage rivierstanden daalt het grondwater.
Riolering/ hemelwater
Er is geen sprake van een noodzaak tot inzameling, transport en afvoer van afvalwater, omdat er geen bouwwerken komen te staan. Er is alleen sprake van de verwerking van hemelwater dat op verhard oppervlak valt. Voor de werkweg en ook de los- en laadplaats moet een deugdelijke afvoer van hemelwater worden gerealiseerd vanuit verkeersveilig-heidsoogpunt en vanuit waterkwaliteitsoogpunt. Dit is mogelijk in de vorm van wegsloten/greppels parallel aan de werkweg en een schuin aflopend los- en laadterrein, wat ook afwatert op een sloot of greppel. Er mag geen hemelwater rechtstreeks naar de zand-winplas stromen vanwege de mogelijk slechtere kwaliteit van het afstromend hemelwater.
Rivier
Het laatste deel van de werkweg, c.q. los- en laadplaats steekt boven de huidige oever van de voormalige zandwinplas uit en is dus een obstakel in het rivierbed van de Waal bij hoogwater. Naast het gegeven, dat het werk sterk genoeg moet worden aangelegd om de harde stroming te kunnen weerstaan, veroorzaakt het ook weerstand in de afstroming van het rivierwater. Er zal getoetst moeten worden door Rijkswaterstaat of het aanleggen van dit werk gecompenseerd moet worden, zoals staat beschreven in de Beleidslijn Grote Rivieren. Hiervoor heeft MNO een Waterwetvergunning aangevraagd.