direct naar inhoud van 4.5 Water
Plan: Nijmegen Neerbosch West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP36000-VG02

4.5 Water

Algemeen

Voor het totale waterbeleid wordt de term Integraal Waterbeheer gebruikt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het watersysteem en de waterketen. Het watersysteem omvat de cyclus van het regenwater, oppervlaktewater, grondwater en de bijbehorende leefgemeenschappen. De waterketen omvat het menselijk ingrijpen hierin: grondwateronttrekking, de bewerking tot drinkwater, distributie en gebruik, inzameling van afvalwater via het riool, waterzuivering en uiteindelijk de lozing op het oppervlaktewater.

Nationaal Waterplan

In het Nationale Waterplan (NWP) en de bijbehorende beleidsnota's worden de doelstellingen en de maatregelen met betrekking tot het waterbeheer vastgelegd. Dit NWP werkt door naar regionale plannen (provincies) en de waterbeheerplannen van de waterschappen. In het NWP wordt gekozen voor de strategie: ”meebewegen met natuurlijke processen waar het kan, weerstand bieden waar het moet en kansen voor welvaart en welzijn benutten". Dit waterplan werkt buitendijks door in de beleidslijn Grote Rivieren. De doelstelling specifiek voor stedelijk waterbeleid is:

  • bij ontwikkelingen van locaties in de stad neemt de hoeveelheid groen en water per saldo toe, waardoor het stedelijke watersysteem robuuster en klimaatbestendiger wordt;
  • bij de aanpak van de stedelijke wateropgave wordt rekening gehouden met verdergaande verstedelijking en klimaatverandering en wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de dynamiek van de stad.

Beleidslijn Grote Rivieren

De Waal is aangewezen als verbindingswater voor vrachtscheepvaart en heeft daarmee een belangrijke economische functie. Na de hoogwaters in 1993 en 1995 is door het rijk de beleidslijn Ruimte voor de Rivier opgesteld. Deze beleidslijn is inmiddels vervangen door de Beleidslijn Grote Rivieren. Uitgangspunt van de beleidslijn is het waarborgen van een veilige afvoer en berging van rivierwater onder normale en onder maatgevende hoogwaterstanden. Er gelden twee concrete doelstellingen:

  • de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed behouden;
  • ontwikkelingen tegengaan die de mogelijkheid tot rivierverruiming door verbreding en verlaging nu en in de toekomst feitelijk onmogelijk maken.

Voor elke activiteit in het rivierbed is een vergunning in het kader van de Waterwet nodig (zie hieronder). Daarnaast is een goede afweging in het ruimtelijk spoor noodzakelijk om te voorkomen dat er bestemmingsplancapaciteit ontstaat voor activiteiten die niet, of slechts onder bepaalde voorwaarden, zijn toegestaan. De beleidslijn biedt een systematische aanpak om stap voor stap de afwegingsgronden en de rivierkundige voorwaarden voor ruimtelijke initiatieven in het rivierbed te kunnen bepalen ten behoeve van de beoordeling van initiatieven. Voor de bedijkte rivieren (waaronder de Waal) geldt dat de dijk een harde grens vormt. Hierdoor is de ruimte die de rivier beschikbaar heeft voor de maatgevende afvoer ingesnoerd. Voor niet-riviergebonden activiteiten geldt een “nee, tenzij”- regime.

Onlangs is in het Barro, waarin rijksregels ten aanzien van de ruimtelijke inrichting van Nederland zijn verzameld, het onderwerp veiligheid rond rijksvaarwegen en beschermend in en rond de grote rivieren benoemd. Het gaat dan o.a. om vrijwaringszones bij rivieren waar gemeenten in bestemmingsplannen rekening mee moeten houden.

Waterwet

De Waterwet uit 2009 integreert en moderniseert een achttal bestaande wetten en regelt het beheer van het oppervlaktewater en grondwater. Het verbetert ook de samenhang tussen het waterbeleid en de ruimtelijke ordening. De Waterwet maakt de taken en bevoegdheden van de verschillende overheden (Waterschap, Rijkswaterstaat, provincie en gemeente) duidelijk. Door de Waterwet hoeven er geen afzonderlijke vergunningen meer te worden aangevraagd op basis van verschillende wetten, maar nog slechts één watervergunning.

Waterbeheerplan 2010-2015

Het waterbeheerplan beschrijft op hoofdlijnen de watertaken van het Waterschap Rivierenland op het gebied van waterkering, waterkwantiteit, waterkwaliteit en de zuivering afvalwater. Ook wordt een doorkijk gegeven naar het jaar 2027 in verband met de doelstellingen voor de waterkwaliteit (Europese Kader Richtlijn Water). Voor de waterketen voert het Waterschap specifieke optimalisatietrajecten uit samen met de gemeente en Rijkswaterstaat. Ook is een afvalwaterakkoord tussen de partijen afgesloten. Doel van het waterschap is het zoveel mogelijk weren van schoon regenwater en gebiedsvreemd (grond)water uit de riolering.

In het stedelijke gebied lopen gezamenlijke acties voor de vergroting van de waterberging en de aanleg van natuurvriendelijke oevers in het kader van het waterplan Nijmegen 2001. De belangrijkste beleidswijziging hierin is een andere waterbergingsnorm voor bestaand en nieuw stedelijk gebied. Dit moet in de watertoets worden meegenomen. Doelstelling van het Waterschap is om haar beheersgebied in 2015 klimaatbestendig te hebben op basis van de huidige klimaatscenario's.

Waterplan 2001

Het waterplan van de gemeente Nijmegen vormt voor de waterpartners de inhoudelijke en procesmatige basis voor de samenwerking aan een duurzame waterketen, een gezond veerkrachtig watersysteem en een aantrekkelijke leefomgeving tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten. Belangrijke doelstellingen zijn:

  • optimalisatie van de waterbeheerketen samen met de waterpartners;
  • gezond maken van de stadswateren;
  • afkoppelen van regenwater op een liefst zichtbare wijze;
  • bevordering van het waterbewustzijn bij de Nijmegenaren.

Neerbosch West

Kinderdorp Neerbosch en het landbouwgebied ten westen van de A73 liggen in het lage deel van Nijmegen, het zijn poldergebieden met sloten. De maaiveldhoogte van beide plangebieden varieert tussen de 8m +NAP en 9m +NAP. Hoge waterstanden in het Maas-Waalkanaal beïnvloeden de grondwaterstand. Omdat het gebied Kinderdorp Neerbosch een privaat gebied is en dus ook de openbare ruimte niet door de gemeente wordt onderhouden is weinig bekend van (de staat van) het rioolstelsel en het slotenstelsel.

Watersysteem en riolering

Er loopt ten noorden van het Kinderdorp langs de Jonkerstraat een hoofdwetering, die van de rioolwaterzuivering afkomt. Deze A-watergang voert water door richting Druten. De sloten ten zuiden van het Kinderdorp zijn echter niet bekend bij het Waterschap, ten westen wel. Maar er zijn geen verbindingen aangegeven tussen deze sloten en de A-watergang langs de Nederheidseweg.

In het Kinderdorp ligt waarschijnlijk een gemengd rioolstelsel, waarvan bij de gemeente geen gegevens bekend zijn. Aan de oostzijde van het Kinderdorp (Scherpenkampweg) ligt een ontsluitingsweg met eronder een deel van het openbaar rioolstelsel. De schoolpanden aan deze weg zullen waarschijnlijk afwateren op dit riool. Maar mogelijk dat de kern van het dorp het afvalwater juist naar de westzijde van het gebied afvoert (Nederheidseweg).

Verder blijkt dat er in het Kinderdorp enkele regenwaterriolen ondergronds lopen, die hun water ongezuiverd lozen op de sloten. Dit systeem is ook in Lindenholt en Dukenburg toegepast en is tegenwoordig een ongewenst watersysteem. Vanwege waterkwaliteitseisen (Waterwet) moet het regenwater van wegen en parkeerterreinen eerst gezuiverd worden voordat het in het oppervlaktewater mag komen. Alleen dakwater mag rechtstreeks geloosd worden. Dus bij nieuwe ontwikkelingen moet of een verbeterd gescheiden stelsel worden aangelegd of liever een bovengronds wadisysteem zoals in de Waalsprong.

Van het landbouwgebied ten westen van de A73 is weinig meer bekend dan dat het een agrarisch gebied is met een slotenstelsel dat voor de ontwatering zorgt. De weinige boerderijen zijn waarschijnlijk aangesloten op de riolering. De hoofdwetering, die van de rioolwaterzuivering afkomt, loopt verder door naar het zuiden. Een groot deel van deze A-watergang ligt langs de A73, buigt ten noorden van het bedrijventerrein Bijsterhuizen af en voert uiteindelijk het water af richting Druten. De sloten in het landbouwgebied zijn B-sloten en greppel (C-status). De weinige boerderijen zijn waarschijnlijk aangesloten op de riolering.

Waterberging

Het Waterschap eist voor elk nieuwbouwproject met extra verharding ook extra waterberging ter plekke. Door de ondergrond in het Kinderdorp is ondergrondse infiltratie niet mogelijk. Wel zou een bovengronds infiltratiesysteem aangelegd kunnen worden. Het regenwater wordt dan bovengronds afgevoerd naar wadi's waar het water kan infiltreren en na zuivering kan worden afgevoerd naar het bestaande slotenstelsel. In ieder geval moeten sloten onderling worden verbonden en moeten ze ook met het watersysteem van het Waterschap worden verbonden. Tevens moeten zij weer op diepte worden gebracht. In het groene middendeel van het dorp liggen voldoende mogelijkheden voor de wadi's.