direct naar inhoud van 4.6 Natuur & Landschap
Plan: Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP141W12-VG01

4.6 Natuur & Landschap

4.6.1 EHS & Natuurbeschermingswet

Het ruimtelijk beleid voor de EHS is gericht op behoud en ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden. Daarom geldt in de EHS een 'nee, tenzij'-regime. Indien een voorgenomen ingreep de 'nee, tenzij'-afweging met positief gevolg doorloopt kan de ingreep plaatsvinden, mits de eventuele nadelige gevolgen worden gemitigeerd en resterende schade wordt gecompenseerd. Indien een voorgenomen ingreep niet voldoet aan de voorwaarden uit het 'nee, tenzij'-regime dan kan de ingreep niet plaatsvinden. Bevoegd gezag voor de beoordeling van het beoogde project en eventuele compensatieverplichtingen is de provincie Gelderland.

Het plangebied maakt geen onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur.

4.6.2 Gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998

De gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 richt zich op gebieden die zijn aangewezen op basis van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Dit zijn de Natura 2000-gebieden. Natura 2000 is een samenhangend Europees netwerk van beschermde natuurgebieden.

Bij ruimtelijke ingrepen dient er altijd te worden nagegaan of er een vergunning nodig is op grond van de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998. In het vergunningentraject speelt het voorzorgsbeginsel een belangrijke rol. Het voorzorgbeginsel houdt in dat alle aspecten die met een project samenhangen (zowel op zichzelf als in combinatie met andere projecten) en de instandhoudingsdoelstellingen in gevaar kan brengen, moeten worden onderzocht. Toestemming wordt alleen verleend als op basis van de beste wetenschappelijke kennis zekerheid kan worden verschaft dat het project de instandhoudingsdoelstellingen niet in gevaar brengt. Bij twijfel wordt geen toestemming verleend. Als een project niet in een Natura 2000-gebied plaatsvindt, kan het mogelijk toch schade aanbrengen aan een Natura 2000-gebied. Dit wordt ook wel de zogenaamde “externe werking” genoemd. Ook kan het project mogelijk schadelijke gevolgen hebben in combinatie met andere projecten. Dit wordt “cumulatieve effecten” genoemd.

Op enige honderden meters afstand van het plangebied liggen de Natura 2000-gebieden Gelderse Poort en Uiterwaarden Waal. Soorten en habitats die zijn aangewezen voor deze gebieden betreffen riviergebonden vissen, amfibieën en zoogdieren. Verder zijn riviergebonden habitats aangewezen en een reeks water- en moerasvogels.

In het plangebied komen geen soorten of habitats voor die voor deze gebieden zijn aangewezen. Evenmin is er biotoop voor de soorten van deze gebieden. De soorten en habitats van deze gebieden hebben ook geen binding met het plangebied. Hoewel het hotel zichtbaar zal zijn vanuit de beschermde gebieden, treden er geen effecten op bijvoorbeeld vogels. Vogels hebben geen migratiezones langs de planlocatie en ze zijn bovendien goed in staat langs een hoog gebouw te vliegen. Van externe werking is derhalve geen sprake. Effecten op Natura 2000-gebied Uiterwaarden Waal of Gelderse Poort zijn uitgesloten.

4.6.3 Flora en Fauna

Flora- en faunaonderzoek

Door Bureau Waardenburg is in 2010 en 2011 een quick-scan en een aanvullend onderzoek (met kenmerk 10-624/10.8300/GerHo en 1069/11.13155/GerHo) gedaan naar het voorkomen van soorten die beschermd zijn ingevolge de Flora- en faunawet. Daarbij is getoetst of er ten aanzien van eventueel aanwezige beschermde soorten negatieve effecten optreden als gevolg van de realisatie van knoop Lent. Tevens is getoetst of er ten aanzien van Natura 2000-gebieden en/of de EHS negatieve effecten zijn te verwachten.

Bureau Waardenburg heeft op basis van een oriënterend veldonderzoek (d.d. 22 augustus 2012) de effectenvan de gewijzigde ingreep beoordeeld.

Ten opzichte van het eerder getoetste plan zijn de belangrijkste verschillen

  • bouw van een hotel van circa 16 verdiepingen
  • in plaats van een grote open parkeerplaats wordt een parkeerplaats aangelegd met een grote hoeveelheid bomen
  • aanplant van een bomenrij met lindes langs het hotel

Grondgebonden zoogdieren

Tijdens het recente veldbezoek (22 augustus 2012) zijn geen sporen gevonden van steenmarters. Er staat nog maar één gebouw in het gebied, dit gebouw is echter niet geschikt als verblijfplaats. Vaste verblijfplaatsen van deze soort komen niet voor omdat ook holle bomen en/of hopen met bijvoorbeeld snoeihout ontbreken. Het voorkomen van Steenmarters is hiermee uitgesloten.

Vogels met jaarrond beschermde nestplaats en overige vogels

Uit het onderzoek in 2011 is gebleken dat huismus, gierzwaluw en steenuil niet broeden in het plangebied. Het enige overgebleven gebouw is niet geschikt als broedplaats voor steenuil, gierzwaluw en/of huismus. Omdat in het plangebied inmiddels vrijwel geen gebouwen meer staan, is de vestiging van nieuwe broedparen in het gebied uitgesloten.

Vleermuizen

Het nog resterende pand in het plangebied is niet in gebruik door vleermuizen.In 2011 is geconstateerd dat het plangebied voor een kleine groep gewone vleermuizen betekenis heeft als foerageergebied. Geconcludeerd werd, dat (onder bepaalde voorwaarden) bij de verdere planontwikkeling geen foerageergebied verloren zou gaan. De komst van het hotel leidt ertoe dat er oppervlakte van het groen op peil blijft of zelfs wordt vergroot. Het hotel vormt geen belemmering voor foeragerende vleermuizen.

Overige soorten

In het plangebied kunnen nog steeds licht beschermde Tabel 1 soorten amfibieën voorkomen en algemeen voorkomende soorten als diverse soorten muizen en mol. Voor konijn en egel is het plangebied inmiddels niet meer van betekenis.

Conclusie

De betekenis als foerageergebied die het plangebied voor een kleine groep gewone dwergvleermuizen blijft behouden. Het plangebied biedt voor strikt beschermde soorten geen vaste rust- en of verblijfplaatsen. Voor de licht beschermde soorten die in het plangebied voorkomen bestaat vrijstelling van verbodsbepalingen bij ruimtelijke ingrepen. Derhalve zijn er vanuit de natuurwetgeving geen belemmeringen die de komst van het hotel kunnen belemmeren. Wel dient dij de uitvoering van het project rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels.

4.6.4 Waardevolle bomen / groen

Er zijn in het plangebied geen monumentale bomen aanwezig.

4.6.5 Waardevol groen

Er is binnen het plangebied geen waardevol groen aanwezig.

4.6.6 Groenstructuur Knoop Lent

De groenstructuur rondom knoop Lent wordt gevormd door de toekomstige beplantingen die gerealiseerd worden met de aanleg van het verkeersknooppunt en het stationsplein.

De nieuwe aansluiting van de Prins Mauritssingel en de Graafalardsing worden voorzien van laanbeplantingen. Er is sprake van royale groene bermen bij het verkeersknooppunt Lent.

Voor de inrichting van het stationsplein is het concept gekozen van een Boomgaard. Dit is uitgewerkt in een plan met vele fruitbomen, gras en hagen. Een aantal monumentale bomen worden gehandhaafd bij de aanleg van het Stationsplein. Het talud van de spoorlijn krijgt ter plekke van het station een hoogwaardige groene inrichting. Verderop is het beeld een groen grastalud.

Het deel ten westen van de spoorlijn blijft voorlopig groen. De groenstructuur aldaar wordt bepaalt wanneer de stedenbouwkundige plannen uitgewerkt worden voor dit deel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP141W12-VG01_0009.jpg"

Beeld van onderdoorgang spoortalud

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP141W12-VG01_0010.jpg"

Beeld van het stationsplein

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP141W12-VG01_0011.jpg"

Beeld van inrichting Stationsplein