direct naar inhoud van 4.5 Water
Plan: Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP141W12-VG01

4.5 Water

4.5.1 Inleiding

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het verplicht ruimtelijke plannen te 'toetsen op water', de zogenaamde Watertoets. De Watertoets is een waarborg voor water in ruimtelijke plannen en besluiten. In bestemmingsplannen is de watertoets verankerd in de zogenaamde waterparagraaf.

In deze waterparagraaf wordt ingegaan op de waterhuishoudkundige effecten van de realisatie van hotel Van der Valk, onderdeel van Knoop Lent. In het overleg van 8 april 2011 zijn hierover procesafspraken gemaakt tussen Waterschap Rivierenland, GEM Waalsprong en Gemeente Nijmegen.

Het Waterhuishoudkundig Inrichtingsplan Waalsprong 2009 is het overkoepelende plan voor de waterhuishouding van de Waalsprong. Knoop Lent is meegenomen in de wateropgave van de Waalsprong. Er is echter nog geen besluit genomen waar het gebied naar toe moet afwateren als het uitontwikkeld is. Hierdoor is het op dit moment niet mogelijk om voor afzonderlijke deelplannen binnen Knoop Lent een waterhuishoudkundig plan uit te werken.

De uitwerking van de waterhuishoudkundige plannen is onderdeel geworden van het uitvoeringscontract met de opdrachtnemer van Knoop Lent. In de eisen van het contract is opgenomen dat het waterhuishoudkundige plan moet passen binnen de gestelde kaders die gelden voor de Waalsprong. De eisen zijn voorafgaand aan de aanbesteding met het waterschap besproken. Op deze wijze wordt geborgd dat:

  • het watersysteem voldoet aan de eisen van de waterbeheerder, in dit geval Waterschap Rivierenland;
  • voldaan is aan de eisen voor een goede afstemming met de waterbeheerder in het kader van de watertoets.

4.5.2 Watersysteem Waalsprong
4.5.2.1 Oppervlaktewater; kwantiteit

Het plangebied maakt onderdeel uit van het watersysteem voor de gehele Waalsprong. De uitgangspunten en hoofdcontouren van dit watersysteem zijn vastgelegd in het Waterhuishoudkundig Inrichtingsplan Waalsprong 2009 van 20 november 2009 met kenmerk 9T9874.A0. Dit plan is op 26 januari 2010 door het College van Burgemeester en Wethouders van gemeente Nijmegen vastgesteld en op 24 februari 2010 door GEM Waalsprong, Waterschap Rivierenland en Gemeente Nijmegen ondertekend.

Uitgangspunt ten behoeve van het watersysteem in de Waalsprong is dat (schoon) regenwater en vuilwater zoveel mogelijk gescheiden blijven. In de Waalsprong wordt voor de afvoer van het schone hemelwater een systeem aangelegd dat bestaat uit goten, wadi's, singels en plassen. Het hemelwater dat op het gebied valt, wordt in eerste instantie geborgen in wadi's. In de wadi's vindt (in)filtratie van het water plaats. Het gefilterde water uit de wadi's komt vertraagd via het drainagesysteem onder de wadi's in het singelsysteem terecht. Wanneer de wadi's vol zitten, wordt het overtollige water direct afgevoerd naar de singels. De singels staan in verbinding met de drie plassen in de Landschapszone en voeren het water op deze manier af. Onderweg vindt een natuurlijke zuivering van het water plaats met behulp van natuurvriendelijke oevers en biologische activiteit in het water.

In de Waalsprong ontstaat op deze wijze een waterkringloop. In natte periodes wordt het wateroverschot opgevangen in de waterplassen. In droge periodes wordt het water vanuit de plassen rondgepompt door de singels. Op deze wijze blijft het ecosysteem het hele jaar door in stand. Door de singels en plassen zoveel mogelijk te voorzien van natuurvriendelijke oevers kan in en rond het water in de Waalsprong een bijzonder ecosysteem ontstaan, dat kansen biedt voor zowel planten- als diersoorten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP141W12-VG01_0008.png"

De plassen in de Landschapszone met een grootte van circa 60 hectare dienen onder meer als retentieoppervlak (piekberging) voor regenwater uit de gehele Waalsprong. Tevens kan er water uit de plassen worden ingelaten in de singels (seizoensberging) om die door te spoelen. Na realisatie zullen deze waterplassen eveneens een belangrijke recreatieve functie vervullen.

4.5.2.2 Oppervlaktewater; kwaliteit

Bij het afkoppelen van regenwater dient waar mogelijk conform het convenant Duurzaam bouwen in het KAN 2000 gebruik te worden gemaakt van duurzame bouwmaterialen. In het WIW 2009 is opgenomen dat bij aanleg van waterpartijen tenminste gestreefd wordt naar aanleg van natuurvriendelijke oevers aan één zijde van de watergangen. De zuivering van het afstromende hemelwater wordt zo veel mogelijk gereguleerd door de aanleg van wadi's die het water filteren. In overleg met Waterschap Rivierenland is toepassing van alternatieve filtersystemen mogelijk.

4.5.2.3 Grondwater

Het plangebied bevindt zich niet in een grondwaterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied. Bij hoog water op de Waal treedt kwel op. Deze is afhankelijk van de afstand tot de Waal en de weerstand van de deklaag. De afstand ten opzichte van de Waal is circa 1,1 km en de invloed van de kwel is in de bestaande situatie aanwezig. In het plangebied zijn geen watergangen aanwezig. Bestaande watergangen rond het gebied functioneren voornamelijk voor het afvangen van de kwel en vallen droog bij lage grondwaterstanden.

Voor de grondwateronttrekkingsvergunning voor het bouwen in de Waalsprong wordt in de Waalsprong sinds 2000 de grondwaterstand gemeten. Voor de MER dijkteruglegging Lent wordt nabij de projectlocatie sinds maart 2009 de grondwaterstand gemeten. Gemeten grondwaterstanden laten zien dat deze zich gemiddeld rond NAP + 7,50 en 8,00 m bevindt. Bij hoge waterstanden in de Waal boven de NAP + 12,00 m stijgt het grondwater tot ongeveer NAP + 9,00 m. Tijdens de droogteperiode in 2003 zakte het grondwater uit tot NAP + 6,60 m.

Als gevolg van de dijkteruglegging bij Lent (met de aanleg van een kwelscherm) en de inrichting van het watersysteem Waalsprong zal het grondwaterregime in de toekomst veranderen. De verandering en het effect van het kwelscherm zal door monitoring gevolgd worden. Gemeente Nijmegen en Waterschap Rivierenland hebben een gezamenlijk Meetplan stedelijk water met monitoringsactiviteiten opgesteld. Vanuit het nationale project Ruimte voor de Waal worden het effect van het kwelscherm en eventuele aanvullende maatregelen gedurende 25 jaar gevolgd.

4.5.3 Algemeen deel: Knoop Lent

Knoop Lent is een verzamelnaam voor de volgende deelprojecten:

  • de aanleg van een T-splitsing die de Prins Mauritssingel verbindt met de Graaf Alardsingel.
  • de verbreding van de huidige doorgang onder het spoor (Griftdijk Noord) naar de Graaf Alardsingel;
  • de aanleg van het definitieve treinstation Nijmegen Lent;
    • 1. het inrichten van een nieuw stationsplein aan de 'oude' Lentse kant van het spoor;
    • 2. de aanleg van een nieuwe doorgang voor voetgangers en fietsers onder het spoor; deze komt onder het definitieve treinstation.
    • 3. het aanbrengen van geluidsschermen langs het spoor (van het definitieve station tot aan de spoorbrug).
    • 4. het aanpassen van de Snelbinder (het fietspad langs de spoorbrug) zodat het aansluit op Knoop Lent en aanleg fietsbrug Graaf Alardsingel.

In de huidige situatie watert het regenwater af naar de berm van de Griftdijk. Binnen het plangebied van Knoop Lent is geen oppervlaktewater aanwezig. Voor de toekomstige situatie zijn tot op heden vier opties mogelijk die in samenhang bekeken moeten worden:

  • Afvoer naar het bestaande gemengde stelsel van Lent (biedt beperkte capaciteit);
  • Afvoer naar het toekomstige verbeterd gescheiden stelsel van Citadel/Hof van Holland;
  • Afvoer na alternatieve filtering via het regenwaterriool Graaf Alardsingel naar het singelsysteem Waalsprong;
  • Afvoer naar wadi's en via het regenwaterriool Graaf Alardsingel naar het singelsysteem Waalsprong.

In de fase waarin het watersysteem Waalsprong nog niet gerealiseerd is, geldt dat de realisatie van nieuw verhard oppervlak waterneutraal moet worden uitgevoerd. Dit betekent dat compenserende maatregelen moeten worden genomen, zodat het oppervlaktewatersysteem na het gereedkomen van de verharding niet zwaarder wordt belast dan voordien. De initiatiefnemer moet bij de aanvraag van de watervergunning zelf aangeven op welke manier en waar hij de compensatie gaat maken. De afvoer uit het gebied mag de landelijke afvoernorm van 1,5 l/s/ha niet overschrijden. In de tijdelijke situatie kan op het slotenstelsel van het huidige agrarische watersysteem afgevoerd worden, mits dit niet ten nadele is van nog in agrarisch gebruik zijnde percelen.

4.5.4 Riolering

De riolering rondom het plangebied is een gemengd rioleringsstelsel. Ingezameld afvalwater en hemelwater stromen onder vrij verval af naar het rioolgemaal van Lent, dat in de Laauwikstraat staat.

Langs de Griftdijk Noord ligt drukriolering. Het afvalwater van een aantal clusters woningen wordt ingezameld en naar drukrioolgemalen afgevoerd. Deze gemalen pompen het water via een persleiding naar het gemengde rioleringsstelsel van Lent. Deze persleiding doorkruist het plangebied.

Voor de afvoer van het afvalwater uit de bestaande en nieuwe gebieden in de Waalsprong is een pompenplan (Haskoning voor GEM Waalsprong, december 2004) opgesteld. Voor het gebied ten westen van de Prins Mauritssingel zal een nieuw rioolgemaal het afvalwater via een persleiding in noordelijke richting afvoeren. Deze persleiding zal aansluiten op de bestaande persleiding die het water naar het eindgemaal van de Waalsprong afvoert. Dat gemaal transporteert het water verder naar de RWZI Arnhem Zuid. Het nieuwe rioolgemaal is het rioolgemaal van de nieuwe wijk Hof van Holland.

4.5.5 Deelproject: Hotel Van der Valk

Het verharde oppervlak neemt door de realisatie van hotel Van der Valk toe met bijna 7.100 m2. Dit oppervlak mag niet overschreden worden, behalve als er voor de overschrijdende oppervlakte een oplossing wordt geboden, die na formele instemming van Waterschap Rivierenland mag worden uitgevoerd. Voor de toename van het verharde oppervlak dienen compenserende maatregelen te worden genomen. In de toekomstige situatie zal het plangebied op de volgende manier afwateren:

  • Het hemelwater dat afstroomt van de verharde oppervlakken in de omliggende intensief te gebruiken stationsomgeving wordt via een verbeterd gescheiden stelsel afgevoerd. Een rioolgemaal pompt dat deel van het afgevoerde hemelwater naar het bestaande gemengde stelsel van Lent.
  • Het hemelwater dat afstroomt van het dak van het hotel wordt afgevoerd naar zaksloten. Vanuit de zaksloten wordt het water vertraagd naar oppervlaktewater of grondwater afgevoerd.
  • Alleen bij hevige neerslag kan hemelwater vanuit de zaksloten overlopen naar oppervlaktewater en kan dus sprake zijn van rechtstreekse afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater.
  • Alle zaksloten binnen het plangebied van het Splitsingspunt Lent zijn onderling verbonden via ondergrondse leidingen. De overstort naar oppervlaktewater bevindt zich aan de overzijde van het spoortalud.