Sportpark De Hove

4.5 Archeologie

Op 16 januari 1992 is in Valletta (Malta) het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta) ondertekend. Het Nederlandse parlement heeft dit verdrag in 1998 goedgekeurd. Het Verdrag van Malta voorziet in bescherming van het Europees archeologisch erfgoed onder meer door de risico's op aantasting van dit erfgoed te beperken. Deze bescherming is in Nederland wettelijk verankerd in de Monumentenwet 1988. Op basis van deze wet zijn mogelijke (toevals)vondsten bij het verrichten van werkzaamheden in de bodem altijd beschermd. Er geldt een meldingsplicht bij het vinden van (mogelijke) waardevolle zaken. Dat melden dient terstond te gebeuren. In het kader van de vaststelling van een bestemmingsplan kan in relatie tot de Monumentenwet vooronderzoek naar de (mogelijke) aanwezigheid van archeologische waarden noodzakelijk zijn, zodat gelet op een goede ruimtelijke ordening die waarden waar nodig met het bestemmingsplan veilig gesteld kunnen worden en/of de planvorming aangepast kan worden om aantasting te voorkomen.

Planspecifiek

In februari 2011 heeft archeologisch onderzoeksbureau Archeodienst Gelderland BV een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek verkennende fase (booronderzoek) uitgevoerd ter plaatse van het sportpark. Dit onderzoek betrof die delen van het terrein, waar in verband met het renoveren van de velden en de bouw van het nieuwe gezamenlijk clubgebouw bodemingrepen waren en/of zijn voorzien.

Onderzochte delen van het plangebied

Dit archeologisch onderzoek was verplicht omdat het terrein op de door RAAP opgestelde gemeentelijke beleidsadvieskaart staat aangegeven als een terrein met een hoge trefkans op de aanwezigheid van archeologische waarden. Uit het onderzoek door Archeodienst blijkt echter dat de kans dat er bij ontgravingen archeologische waarden verloren gaan verwaarloosbaar klein is, omdat de bodem door graafwerkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de sportvelden tijdens de aanleg in de jaren ’60 reeds ernstig verstoord is tot een verstoringsdiepte van gemiddeld 80 cm. Tevens zijn ter hoogte van het nieuwe gezamenlijk clubgebouw enkel komafzettingen aangetroffen met een lage archeologische verwachting. Op basis van dit onderzoek is dit bestemmingsplan vanuit het oogpunt van archeologie uitvoerbaar.

Gelet op het gegeven dat er ten behoeve van het aangrenzende bestemmingsplan 'Populierenstraat' ook, in 2006, een inventariserend veldonderzoek met grondboringen heeft plaatsgevonden, waaruit geen aanwijzingen bleken voor de aanwezigheid van relevante archeologische vindplaatsen binnen dat gebied, behoeft voor het gehele plangebied van voorliggend bestemmingsplan geen archeologische dubbelbestemming in de regels te worden opgenomen.