Plan: | Sportpark De Hove |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0265.BPSportparkDeHove-VSG1 |
Gelet op artikel 3.1.6 lid 1, sub f Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient bij de voorbereiding van een bestemmingsplan onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. Wat dit betreft zijn de de aspecten kostenverhaal en planschade relevant.
Voor kostenverhaal geldt ingevolge artikel 6.12, lid 1 Wet ruimtelijke ordening (Wro) dat bij vaststelling van een bestemmingsplan een exploitatieplan dient te worden vastgesteld, indien op de in het plan begrepen gronden een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Op grond van artikel 6.12, lid 2 Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan besluiten geen exploitatieplan vast te stellen, in bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen of onder andere indien het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden anderszins verzekerd is.
Een bepaling in een bestemmingsplan kan een oorzaak zijn van (plan)schade als bedoeld in artikel 6.1 Wro. Ook door (een), door gemeente uit te keren, tegemoetkoming(en) in planschade kan de economische uitvoerbaarheid in het geding komen.
Planspecifiek
Dit bestemmingsplan heeft gelet op artikel 6.2.1 Bro betrekking op een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan, nu het de bouw van een hoofdgebouw mogelijk maakt. In onderhavig geval behoeft echter geen exploitatieplan te worden vastgesteld of een anterieure exploitatieovereenkomst te worden gesloten om het verhaal van kosten over de in het plan begrepen gronden (anderszins) te verzekeren. Omdat het terrein van sportpark De Hove gemeentelijk eigendom is, kan de gemeente - wanneer zij dat nodig acht - op basis van haar grondpositie kosten verhalen en hoeft hiertoe geen gebruik te worden gemaakt van het wettelijk instrumentarium.
De kosten voor de renovatie van het sportpark en de bouw van een nieuw gezamenlijk clubgebouw zijn en/of komen grotendeels voor rekening van de gemeente. Dit gaat ook op voor alle kosten in verband hiermee, zoals onderhavig bestemmingsplan. Voor al deze kosten geldt dat zij binnen de gemeentelijke begroting zijn, of kunnen worden, gedekt.
Ten aanzien van planschade kan redelijkerwijs worden aangenomen dat een eventuele schade het normale maatschappelijke risico niet zal overstijgen, zodat deze niet voor rekening van de gemeente komt. Nu dit bestemmingsplan een reeds bestaand en bestemd sportpark herbestemt en het in planologisch opzicht slechts geringe en ondergeschikte wijzigingen voorziet qua gebruiks- en bouwmogelijkheden, is het aannemelijk dat de invloed van een eventuele planologische verslechtering in financiƫle zin beperkt zal blijven.
Op basis van het voorgaande wordt dit bestemmingsplan dan ook als economisch uitvoerbaar beschouwd.