direct naar inhoud van Artikel 15 Natuur
Plan: Buitengebied Lochem 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.buBuitengebied2010-BP41

Artikel 15 Natuur

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de instandhouding en ontwikkeling van natuur met ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden;
  • b. de instandhouding en versterking van de ecologische hoofdstructuur-natuur;
  • c. extensief recreatief medegebruik;
  • d. de instandhouding en ontwikkeling van de landschapstypen en hun kernkwaliteiten zoals in 40.2 beschreven;
  • e. agrarisch natuurbeheer, voorzover de natuur- en landschapswaarden daardoor niet onevenredig worden aangetast;
  • f. met de bijbehorende onverharde en/of halfverharde voet- en fietspaden;
  • g. water;

alsmede voor:

  • h. ter plaatse van de aanduiding 'militiair oefenterrein', een militair oefenterrein.
15.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Toegestaan zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming, met een bouwhoogte van maximaal 3 meter en een oppervlakte van maximaal 20 m²,

met dien verstande dat per weidegebied ten hoogste 1 schuilhut voor vee is toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 2 meter en een oppervlakte van maximaal 25 m².

15.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

De gronden mogen niet worden gebruikt voor lawaaisporten.

15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.4.1 Verbod:

Het is verboden om op de voor Natuur aangewezen gronden zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het kappen, vellen of rooien van bomen en houtgewas;
  • b. het beplanten van gronden;
  • c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 20 m?;
  • d. het afgraven of ophogen van gronden, en het graven van poelen;
  • e. het egaliseren van gronden;
  • f. het dempen van watergangen en/of waterpartijen;
  • g. het wijzigen van de waterhuishouding;
  • h. aanleggen van onder- en/of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen, en de daarmee verband houdende constructies en/of installaties.

15.4.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod:

Het in 15.4.1 genoemde verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:

  • a. die tot het normale onderhoud en beheer worden gerekend;
  • b. die nodig zijn voor de realisering van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning voor bouwen is verleend of die vergunningvrij kunnen worden gebouwd;
  • c. die ten tijde van het van kracht worden van dit bestemmingsplan in uitvoering waren of waarvoor op dat tijdstip reeds een vergunning was verleend.

15.4.3 Voorwaarden voor vergunningverlening:

De in 15.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien als gevolg van deze werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan, hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen, de in lid 1 genoemde waarden niet worden aangetast.