direct naar inhoud van Artikel 40 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied Lochem 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.buBuitengebied2010-BP41

Artikel 40 Algemene aanduidingsregels

40.1 Reconstructiewetzones

Voor de reconstructiewetzones gelden de volgende regels:

40.2 Landschapstypen

Voor de aangeduide landschapstypen gelden de volgende regels:

40.2.1 Beleid en kernkwaliteiten:
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'beekdallandschap' is het beleid gericht op de instandhouding en de ontwikkeling van het beekdallandschap met de volgende kernkwaliteiten: oost-west stromende beken, open dalen met veel hoogteverschillen, wegen, bebouwing en hoog opgaande beplanting evenwijdig aan dan wel haaks op de beken en gesitueerd aan de rand van het beekdal op de overgang naar andere landschapstypen;
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'bos- en landgoederenlandschap'is het beleid gericht op de instandhouding en de ontwikkeling van het bos- en landgoederenlandschap met de volgende kernkwaliteiten: parkachtige historische tuinen, oude boerderijen en landerijen, bos en houtwallen, afwisseling bos met kleinschalig landschap, boomgroepen en solitaire bomen in weides, lanen met dubbele bomenrijen;
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'essenlandschap' is het beleid gericht op de instandhouding en de ontwikkeling van het essenlandschap met de volgende kernkwaliteiten: microreliëf in de vorm van grote essen en steilranden, perceelrandbeplanting, houtwallen en houthakbosjes, onregelmatige verkaveling, grillige wegenstructuur, oude boerderijen en open essen en enken;
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'kleinschalig kampenlandschap', het kleinschalig kampenlandschap met kleinschalig landschap, microreliëf in de vorm van eenmansessen en steilranden, perceelrandbeplanting, houtwallen en houthakbosjes, grillige wegenstructuur met beplanting en open essen en enken;
  • e. Ter plaatse van de aanduiding 'open broekgebied' is het beleid gericht op de instandhouding en de ontwikkeling van het open broekgebied met de volgende kernkwaliteiten: vlak en open landschap met een regelmatig verkavelingspatroon, sloten, rechte wegen en grote open ruimten met weinig beplanting in de vorm van kleine boselementen en houtwallen;
  • f. Ter plaatse van de aanduiding 'rivierenlandschap' is het beleid gericht op de instandhouding en de ontwikkeling van het rivierenlandschap van het IJsseldal met de volgende kernkwaliteiten: openheid, natuurlijk karakter met nauwelijks bebouwing, afwisseling van hoge en lage delen, stroomruggen, stangen, zandgaten en wielen, zomer- en winterdijk;
  • g. Ter plaatse van de aanduiding 'stuwwal' is het beleid gericht op de instandhouding en de ontwikkeling van de stuwwal Lochem met de volgende kernkwaliteiten: het macroreliëf van de stuwwal, doorzichten, perceelrandbeplanting, de combinatie van bos op de oost- en westhelling en een krans van open essen en enken.

40.2.2 Toetsing:

In de desbetreffende bestemmingen is aangegeven of er bij het verlenen van afwijkingen of aanlegvergunningen en bij wijziging van het bestemmingsplan aan het beleid onder 40.2.1 moet worden getoetst en op welke wijze dit moet geschieden.

40.3 Essen en enken

Ter plaatse van de aanduiding 'essen en enken' is het beleid gericht op het open houden van de essen en enken en is in de bestemmingen Agrarisch in Artikel 3 en Agrarisch met waarden in Artikel 4aangegeven of er bij het verlenen van afwijkingen of aanlegvergunningen en bij wijziging van het bestemmingsplan aan dit beleid moet worden getoetst en op welke wijze.

40.4 Beschermingszone natte landnatuur

Ter plaatse van de aanduiding 'beschermingszone natte landnatuur' is het beleid gericht op de instandhouding van natte natuur en is in de bestemmingen Agrarisch en Agrarisch met waarden aangegeven of er bij het verlenen van afwijkingen of aanlegvergunningen en bij de wijziging van het bestemmingsplan aan dit beleid moet worden getoetst en op welke wijze.

40.5 Weidevogelgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'weidevogelgebied' is het beleid gericht op de instandhouding van het weidevogelgebieden en is in de bestemmingen Agrarisch in Artikel 3 en Agrarisch met waarden in Artikel 4 aangegeven of er bij het verlenen van afwijkingen of aanlegvergunningen en bij wijziging van het bestemmingsplan aan dit beleid moet worden getoetst en op welke wijze.

40.6 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' is geen gebruik van gronden en bouwwerken toegestaan met nadelige effecten voor het gebruik van grondwater voor de drinkwaterconsumptie.

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied hebben de gronden mede een functie ten behoeve van het waterwingebied en is bij een functiewijzigingen uitsluitend een bestemming toegestaan die geen hoger grondwaterrisico met zich meebrengt dan de geldende bestemming.

40.7 Milieuzone - waterwingebied

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - waterwingebied' functioneren de gronden mede als waterwingebied en zijn bij functiewijzigingen uitsluitend bestemmingen ten behoeve van de waterwinning toegestaan.

Bij het gebruik van gronden en bouwwerken in het waterwingebied dient rekening te worden gehouden met het bepaalde daaromtrent in de Provinciale Milieuverordening.

40.8 Antennemast

Ter plaatse van de bouwaanduiding Antennemast is een antennemast toegestaan met een bouwhoogte van 40 meter, inclusief een eventuele antennedrager, en met bijbehorende bevestigingsconstructies, techniekkasten en hekwerken.

40.9 Vrijwaringszone-straalpad

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone-straalpad' is geen bebouwing toelaatbaar met een hoogte van meer dan 40 meter.

40.10 Vrijwaringszone-laagvliegroute straaljagers

Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone laagvliegroute voor straaljager' geldt een laagvliegroute voor straaljagers en is geen bebouwing hoger dan 40 meter toegestaan.