Plan: | Tweelingstad - Graaf Ottolaan 5-11 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0243.BP00072-0003 |
In dit hoofdstuk komen de relevante milieu- en omgevingsaspecten aan bod. Het betreffen hier de randvoorwaarden en beperkingen die voorkomen uit het beleid en wetgeving op het gebied van: geluid (Wet geluidhinder), luchtkwaliteit (Wet luchtkwaliteit), bodem (Wet bodembescherming), bedrijvigheid (Wet milieubeheer) en externe veiligheid (BRZO, REVI, Bevi, Wet milieubeheer).
Akoestisch onderzoek Graaf Ottolaan 7-11
Ten behoeve van de ingebruikname van de servicedienst SNELHERSTEL BOR is door middel van een akoestisch onderzoek beoordeeld wat de consequenties zijn voor de omgeving op het gebied van geluid. Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd door Oranjewoud (zie bijlage 1).
De servicedienst valt onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit). In dit besluit zijn geluidnormen opgenomen waaraan een inrichting moet voldoen.
Door Oranjewoud is de representatieve bedrijfssituatie in beeld gebracht Daarnaast is in beeld gebracht welke geluidniveaus te verwachten zijn wanneer er gladheidsbestrijding plaatsvindt.
Uit de resultaten van het onderzoek komt naar voren dat het Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau aan de grenswaarden op grond van het Activiteitenbesluit voldoet. Ook in de afwijkende bedrijfssituatie, waarbij er naast de reguliere activiteiten ook activiteiten met betrekking tot gladheidsbestrijding plaatsvinden, blijft de berekende geluidbelasting overal beneden de grenswaarden zoals genoemd in het Activiteitenbesluit.
In het onderzoek is ook beoordeeld welke geluidbelasting te verwachten is vanwege het verkeer van en naar de inrichting (indirecte hinder). Uit het onderzoek blijkt dat het geluidniveau vanwege indirecte hinder lager is dan de voorkeursgrenswaarde uit de Circulaire geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting (29 feb 1996).
Akoestisch onderzoek Graaf Ottolaan 5
In januari 2013 is door Oranjewoud een akoestisch onderzoek uitgevoerd voor aannemersbedrijf Vink Bakker Bouw B.V. dat zich aan de Graaf Ottolaan 5 in Harderwijk wil gaan vestigen (zie bijlage 2).
Doel van het akoestisch onderzoek is inzicht te geven in de akoestische inpasbaarheid van de aangevraagde activiteiten binnen de kaders van het Activiteitenbesluit. Daarnaast zal de geluidsbelasting in de vorm van een 50 dB(A), 45 dB(A) en 40 dB(A) etmaalwaarde contour inzichtelijk worden gemaakt.
Uit de resultaten is gebleken dat op de beoordelingspunten ter plaatse van woningen zowel voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, als voor het maximaal geluidniveau aan de grenswaarden op grond van het Activiteitenbesluit wordt voldaan. De geluidbelasting vanwege verkeer van en naar de inrichting blijft binnen de gestelde kaders, die gelden op grond van de Circulaire geluidhinder veroorzaakt door wegverkeer van en naar de inrichting.
Eindconclusie
Op basis van de geluidberekeningen is er geen milieuhygiënische belemmering voor het gebruik ten behoeve van de servicedienst aan de Graaf Ottolaan 7 t/m 9 en de bedrijfsverplaatsing van het huidige bedrijf naar het naastgelegen perceel Graaf Ottolaan 5.
De Wet luchtkwaliteit (verankerd in de Wet Milieubeheer hoofdstuk 5, titel 2) is een implementatie van diverse Europese richtlijnen omtrent luchtkwaliteit, waarin ter bescherming van mens en milieu onder andere grenswaarden voor vervuilende stoffen in de buitenlucht (o.a. fijn stof en stikstofdioxide) zijn vastgesteld.
De wet stelt bij een (dreigende) grenswaardenoverschrijding aanvullende eisen en beperkingen voor ruimtelijke plannen die "in betekenende mate" (IBM) leiden tot verslechtering van de luchtkwaliteit. Daarnaast moet uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening afgewogen worden of het aanvaardbaar is het plan op deze plaats te realiseren. Hierbij speelt de blootstelling aan luchtverontreiniging een rol, ook als het plan "niet in betekende mate" (NIBM) bijdraagt aan de luchtverontreiniging.
In het kader van het voorliggende bestemmingsplan worden er geen nieuwe ontwikkelingen of uitbreidingen mogelijk gemaakt, die in betekende mate leiden tot een verbetering of verslechtering van de luchtkwaliteit. Zowel vanuit de Wet milieubeheer als vanuit een goede ruimtelijke ordening vormt de luchtkwaliteit geen belemmering voor de omgevingsvergunning.
De locatie werd tot halverwege de jaren '50 van de vorige eeuw nog agrarisch gebruikt. Daarna ontwikkelde het gebied tot een industrieterrein met onder andere hout- en metaalbewerking, een spinnerij en zuivelindustrie.
Voorheen waren de bouwbedrijven De Vroom en Vink Bakker Bouw op de locatie aan de Graaf Ottolaan 7-9 gevestigd. De oudste bebouwing op de locatie dateert uit 1957.
Volgens de bodemkwaliteitskaart van 2005 ligt de locatie in zone C (licht verontreinigd, voornamelijk met PAK). Volgens de asbestkansenkaart is er een kleine kans dat er asbest in de bodem wordt gevonden.
Verkennend bodem- en asbestonderzoek Graaf Ottolaan 7-11
Ter plaatse van de voormalige ondergrondse tanks (deellocaties A, B, C, E, F) zijn de grond- en grondwatermonsters alleen op minerale olie en aromaten geanalyseerd. De overige bodemmonsters (deellocaties D en G) zijn op de parameters uit het NEN5740 pakket geanalyseerd. Daarnaast is nog een asbestonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de puinlaag (deellocatie H) en in de grond (deellocatie I).
Verkennend bodemonderzoek, Vink, P12M0117, 23 augustus 2012
Ter plaatse van de (voormalige) ondergrondse tanks en de voormalige pompen zijn ten hoogste licht verhoogde gehalten aan naftaleen en minerale olie aangetoond (zie bijlage 3). In de bodem ter plaatse van de werkplaats (D) zijn licht verhoogde gehalten aan koper, kwik, lood en zink aangetoond. Op het overige terrein (G) zijn in de bodem onder de puinlaag licht verhoogde gehalten aan kwik en lood aangetoond. In het grondwater van het gehele terrein is een licht verhoogd gehalte aan barium aangetoond.
Verkennend asbestonderzoek (bodem), Vink, P12M0117, 23 augustus 2012
Uit het asbestonderzoek (zie bijlage 3) is gebleken dat in de puinlaag (grove fractie) geen asbestverdachte materialen zijn waargenomen en in de grond (fijne fractie) is analytisch geen asbest aangetoond.
Verkennend bodemonderzoek Graaf Ottolaan 5 en 5a
Op de percelen Graaf Ottolaan 5 en 5a is in januari 2013 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (zie bijlage 4). Op basis van het vooronderzoek is aangenomen dat de bodem van de onderzoekslocatie niet of nauwelijks is aangetast en derhalve de hypothese ‘onverdacht’ geldt.
In het grondwater is barium aangetroffen in een gehalte boven de streefwaarde. Geen van de overige geanalyseerde parameters in de grond en in het grondwater is aangetroffen in een gehalte boven de achtergrond-/streefwaarde.
Geconcludeerd wordt dat de hypothese ‘onverdacht’ stand houdt. De aangetoonde lichte verontreinigingen zijn niet verontrustend en geven geen aanleiding tot nader bodemonderzoek. De milieuhygiënische bodemkwaliteit is afdoende bekend.
In hoeverre de vastgestelde milieuhygiënische bodemkwaliteit een belemmering vormt voor de voorgenomen transactie is afhankelijk van het (voorlopig) koopcontract. De informatiekwaliteit van dit verkennend bodemonderzoek is in dit stadium voldoende ter minimalisering van risico’s die eventuele bodemverontreiniging met zich meebrengt (zie in dit kader ook de Wet bodembescherming artikel 55).
De milieuhygiënische bodemkwaliteit vormt geen belemmering voor de geplande bestemmingswijzing of de verlening van een omgevingsvergunning bouwen.
Voor de grond geldt dat deze mag worden hergebruikt op het perceel. Buiten het perceel gelden samenstellingeisen met betrekking tot verschillende mogelijkheden voor hergebruik conform het Besluit bodemkwaliteit.
Eindconclusie
Op basis van de uitgevoerde bodemonderzoeken zijn er voor de bodem geen milieuhygiënische bezwaren voor het gebruik ten behoeve van de servicedienst aan de Graaf Ottolaan 7 t/m 9 en de bedrijfsverplaatsing van het huidige bedrijf naar het naastgelegen perceel Graaf Ottolaan 5.
In opdracht van de gemeente is door AKBlom Asbest op 24 juli 2012 een onderzoek ingesteld naar de mogelijke aanwezigheid van asbesthoudende materialen in en/of aan de op de aan te kopen percelen Graaf Ottolaan 7-11 staande opstallen. Tijdens dit onderzoek is op een aantal plaatsen asbesthoudende materialen aangetroffen. Partijen zijn overeengekomen dat er nader aanvullend onderzoek zal worden uitgevoerd naar onder andere een geconstateerde visuele besmetting. Vervolgens zullen aanwezige asbesthoudende materialen worden verwijderd. Na uitvoering van de saneringswerkzaamheden zal een evaluatierapport worden opgesteld.
Inleiding
Activiteiten met gevaarlijke stoffen brengen risico's op zware ongevallen met mogelijk grote gevolgen voor de omgeving met zich mee. Externe veiligheid richt zich op het beheersen van deze risico's. Het gaat daarbij om de productie, opslag en gebruik van gevaarlijke stoffen (bijvoorbeeld ammoniak en LPG) en het transport van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor en door buisleidingen. Deze activiteiten leggen beperkingen op aan de omgeving omdat veiligheidsafstanden tussen risicovolle activiteiten en (beperkt) kwetsbare objecten nodig zijn.
Externe veiligheid kent twee belangrijke toetsingscriteria waarmee het risico gekwantificeerd kan worden: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Beide risico's zijn gebaseerd op een kansbenadering en zijn niet effectgericht. Dat betekent dat de gevolgen van een ongeval met gevaarlijke stoffen merkbaar zijn buiten de afstanden die gelden voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Wet- en regelgeving
Risicobron | Vigerende wet- en regelgeving |
Spoor | Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen |
Opslag munitie | Circulaire opslag ontplofbare stoffen voor civiel gebruik |
Beoordeling risico's
In de directe nabijheid van het plangebied liggen 2 risicobronnen: het spoor en de opslag van munitie.
In het Basisnet spoor is voor het traject Amersfoort-Zwolle een veiligheidszone van 9 meter opgenomen gemeten vanuit het hart van de doorgaande spoorbundel. Dit is een gestandaardiseerde maximale grens- en richtwaarde van 10-6/jaar. Ook is een plasbrandaandachtsgebied van 30 meter vastgesteld gemeten vanuit de buitenste spoorstaaf. Het plan voldoet aan beide bepalingen.
Aan de Gelreweg 4a is Graziani Gunshop gelegen. Binnen dit bedrijf wordt munitie opgeslagen. Het bedrijf valt onder het Activiteitenbesluit, waarin regels zijn opgenomen voor de opslag. Binnen het bedrijf worden tot 250.000 stuks munitie opgeslagen. Op grond van de Circulaire opslag ontplofbare stoffen voor civiel gebruik mogen er binnen 8 meter van de opslag geen kwetsbare objecten geprojecteerd worden. Bij grotere hoeveelheden moet een afstand van 20 meter worden aangehouden. De contour van 20 meter ligt over het terrein van de Servicedienst SNELHERSTEL BOR. Binnen de contour zal de zoutloods worden gebouwd. Dit gebouw wordt niet aangemerkt als kwetsbare object omdat hier materialen worden opgeslagen en er gedurende zeer beperkte delen van een dag personen aanwezig zijn. Hierdoor is er geen milieuhygiënische belemmering om op deze locatie de bedrijfsactiviteiten uit te voeren.
Advies Veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland (VNOG)
In het kader van het vooroverleg dat in januari 2013 met de VNOG is gevoerd kan worden opgemerkt, dat de VNOG de argumentatie van het bestemmingsplan onderschrijft en zich kan vinden in de conclusie dat er geen belemmering is om de voorgenomen plannen ten uitvoer te brengen.
Binnen het plangebied Sypel liggen verschillende functies waaronder woningen, bedrijven en kantoren. Deze functies hebben invloed op elkaar. Bedrijven (milieubelastende functies) kunnen hinder veroorzaken voor bewoners (milieugevoelige functies).
In de publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009) zijn richtafstanden opgenomen voor bedrijvigheid ten opzichte van woningen. Hierbij gaat het vooral om afstanden tussen milieubelastende functies en rustige woonwijken. Voor dit type gebieden is een bedrijvenlijst opgesteld, aangeduid als gebieden met functiemenging.
In gebieden met functiemenging wordt niet gewerkt met richtafstanden. De toelaatbaarheid van milieubelastende functies in gebieden met functiemenging wordt beoordeeld aan de hand van de volgende ruimtelijk relevante milieucategorieën:
Voor de toelaatbaarheid van deze activiteiten gelden de volgende randvoorwaarden:
Gebaseerd op deze voorwaarden is er een Staat van Bedrijfsactiviteiten voor gebieden met functiemenging opgesteld (zie bijlage 1 van de bij dit bestemmingsplan behorende regels).
De Servicedienst SNELHERSTEL BOR is niet direct omschreven in de bedrijvenlijst maar valt wel naar aard en omvang onder de bedrijfscategorie 45.3, aannemersbedrijven met een werkplaats, b.o. < 1000 m2. De functie valt onder categorie B.
Onder bovengenoemde categorie valt ook de bedrijfsverplaatsing van het bedrijf dat verhuist van het perceel Graaf Ottolaan 7-11 naar het naastgelegen perceel Graaf Ottolaan 5.