direct naar inhoud van 5.3 Wonen
Plan: Tweelingstad-Slingerbos
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00013-0004

5.3 Wonen

5.3.1 Ontwikkelingen

WONINGWIJZIGINGEN

Tweelingstad is in hoofdzaak een woonwijk. In de loop van de tijd zijn er bij de gemeente diverse verzoeken binnengekomen om de woning op enigerlei wijze te veranderen en/of te vergroten. Te denken valt aan dakkapellen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen. Al dan niet met vrijstelling zijn veel van deze verzoeken ingewilligd. Deze verzoeken geven een belangrijke indicatie van de woonwensen in de wijk. Er bestaat behoefte aan meer woonruimte en woonkwaliteit.

VOORMALIGE OPENBARE GEBOUWEN

In het verleden zijn binnen de wijk openbare gebouwen leeg komen te staan. Het gaat dan vooral om schoolgebouwen en kerken. Veelal heeft er vervolgens een ontwikkeling plaatsgevonden met woningbouw. Deze trend lijkt nu wat af te vlakken.

PRINSENHOF

Binnen het bestemmingsplan is de nieuwbouw op de voormalige schoollocatie aan de Julianalaan (Prinsenhof) opgenomen, waarvoor eerder een planologische vrijstellingsprocedure is doorlopen. De bijbehorende ruimtelijke onderbouwing is als Bijlage 3 toegevoegd bij deze toelichting. Voor de ontwikkeling Prinsenhof is een apart beeldkwaliteitplan opgesteld. De welstandsnota 2007 als beleidsinstrument is voor wat betreft de gebiedscriteria toegespitst op het consolideren van het bestaand stedelijk gebied. Nieuwe ontwikkelingen, inbreidingen of herontwikkelingen zijn bij de welstandsbeoordeling soms een leemte in het bestaand stedelijk gebied als deze niet genoemd worden. Derhalve is het beeldkwaliteitplan Prinsenhof en Veldkampkerk als aanvulling op de welstandsnota 2007 opgesteld. Dit beeldkwaliteitplan is opgenomen in de bijlage van deze toelichting.

5.3.2 Beheersmaatregelen

Voor wat betreft aspecten op ruimtelijk gebied van de bebouwing in het algemeen en woongebouwen in het bijzonder, wordt in dit bestemmingsplan een aantal dingen geregeld. Het gaat daarbij vooral om de volgende zaken:

  • de grootte van het bouwvlak;
  • de grootte en de plaatsing van bijgebouwen;
  • de nok- en goothoogte.

WONINGWIJZIGINGEN

Een belangrijke aanleiding voor het opstellen van een nieuw bestemmingsplan is het verkrijgen van voor iedereen gelijke mogelijkheden voor woningwijzigingen. In veel gevallen gaat het ook om ruimere mogelijkheden. De belangrijkste wijzigingen betreffen uitbreidingen van de woning. Deze uitbreidingen kunnen aan de voor-, achter- en zijgevel plaatsvinden (zie kaart 5.1).

afbeelding "i_NL.IMRO.0243.BP00013-0004_0022.jpg"

Kaart 5.1: Bouwmogelijkheden aan- of uitbouwen

Algemeen uitgangspunt is dat bij woningwijzigingen geen verschil wordt gemaakt tussen huur- en koopwoningen, ook al zullen wijzigingen bij het eerste type woningen minder geregeld voorkomen. Er is gestreefd naar een eenduidige bebouwingsregeling voor het gehele plangebied.

De zij- en achtergevel zijn de minst zichtbare gevels van een woning. Aan de achtergevel wordt een uitbreiding toegestaan over de volle breedte van de achtergevel. De diepte van de aan- of uitbouw aan de achtergevel is vrij, maar in totaal mag het bebouwde oppervlak op het achtererf niet meer bedragen dan 50 m². De uitbreiding aan de zijgevel dient 3 m uit de voorgevelrooilijn te blijven en 3 m van de zijdelingse perceelsgrens.

Het hoofdgebouw is op de plankaart aangegeven met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hoofdgebouw'. Waar in het gebied in stedenbouwkundige en architectonische zin ruimte is voor een vergroting van het hoofdgebouw, is de scheidingslijn meer naar achteren gelegd. Dit geeft de mogelijkheid het hoofdgebouw over de volle hoogte te vergroten. Als uitgangspunt gelden hiervoor de volgende diepten:

  • 10 meter voor rijenwoningen;
  • 12 meter voor twee-onder-een-kapwoningen;
  • 15 meter voor vrijstaande woningen.


De voorgevel is de gevel waar zich de voordeur met brievenbus bevindt. In het algemeen wordt terughoudend omgegaan met uitbreidingen aan de voorkant ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte. Aan de voorgevel is een erker toegestaan, mits de bouwdiepte niet meer bedraagt dan 1,5 m, de goothoogte lager is dan 3 m en de breedte niet meer dan 75% van de voorgevelbreedte van de woning bedraagt.

BIJGEBOUWEN

Vrijstaande bijgebouwen kunnen op het zijerf of achtererf worden gebouwd, mits het bebouwde oppervlak van het achtererf de 50 m² niet overschrijdt (inclusief aan- en uitbouwen). Voor het zijerf gelden de regels, zoals vermeld bij aan- of uitbouwen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0243.BP00013-0004_0023.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0243.BP00013-0004_0024.jpg"

Wonen in Slingerbos Wonen in Kranenburg-Zuid

WOONWAGENS

Het woonwagenkamp aan de Van Geunslaan wordt bestemd als 'Wonen - Woonwagencentrum'. Aandacht wordt met name besteed aan de plaatsing van de wagens op het kamp en het behouden van een onderlinge afstand van 5 m. Het aantal standplaatsen wordt vastgelegd.

5.3.3 Nieuwe ontwikkelingen

LOCATIE JULIANALAAN

Voor de locatie Julianalaan is een nieuw woningbouwplan ontwikkeld. Gezien de ligging aan de Nassaulaan (onderdeel parkas) en de status als onderdeel van de Groene Mal, ligt hier een bijzondere opgave ten aanzien van de te realiseren groene kwaliteit. Deze is in het stedenbouwkundige ontwerp van het plan verwerkt.

LOCATIE BENELUXLAAN 1

Aan het perceel Beneluxlaan 1, langs de Spoorlijn Amersfoort – Zwolle ligt 'de Schutse'. De Schutse is een orthopedagogisch dagcentrum voor kinderen met een verstandelijke handicap. Deze functie verplaatst (mogelijk) naar een andere plek in Harderwijk. De huidige bebouwing kan dan een andere invulling krijgen. Ook is het mogelijk de huidige bebouwing te vervangen door nieuwbouw. Dan wordt gedacht aan een wooncomplex voor een bijzondere doelgroep, bijvoorbeeld seniorenwoningen of zorgwoningen.
Eventuele nieuwbouw wordt zo ontworpen dat het afgeschermd is van de spoorlijn Amersfoort – Zwolle. In de bebouwing wordt dan een aarden wal of een muur geïntegreerd zodat de woningen 'rugdekking' hebben. De bebouwing is maximaal 2 bouwlagen hoog.
De bebouwing heeft aan de zuidoostelijke zijde een gemeenschappelijke 'tuin' die zich oriënteert op de rustige en zonnige zijde.

LOCATIE GRAAF OTTOLAAN

Op het perceel aan de Graaf Ottolaan is een herontwikkeling denkbaar. De locatie is gelegen op het kruispunt van de Graaf Ottolaan en de Boerhaavelaan. Een knik in de Graaf Ottolaan ter plaatse van het betreffende perceel zorgt ervoor dat de locatie stedenbouwkundig gezien een prominente positie inneemt.
Vanwege deze prominente positie is het hier denkbaar de massa en het volume te vergroten. Hierbij dient goed rekening gehouden te worden met de (kleinschalige) bebouwing aan weerszijden van het perceel. Ook qua architectuur dient de nieuwe invulling aan te sluiten op de omliggende eengezinswoningen.
De nieuwe invulling zal het beeld krijgen van een statig herenhuis, twee bouwlagen met een kap. Aan de achterzijde van dit herenhuis is een aanbouw gedacht van maximaal 2 bouwlagen. In het gebouw is ruimte voor meerdere wooneenheden. De gezamenlijke entree ligt in het schakelpunt van beide volumes. Het parkeren zal worden opgelost op eigen terrein, in de zuidoosthoek van het perceel, ter plaatse van de bestaande garageboxen. De entree van het gebouw zal in de noordoosthoek van het perceel liggen. De overige zijden van het gebouw zullen een groene tuinachtige invulling krijgen. Het gebouw dient voldoende afstand te houden ten opzichte van de aangrenzende percelen.
Op de begane grond van het herenhuis kan ruimte worden geboden aan een gemeenschappelijke voorziening (zorgpunt, activiteitenruimte). De ruimte op de verdiepingen en in de aanbouw kan vervolgens als woonruimte worden gebruikt.

Onderstaande tekening geeft een indicatief beeld van de mogelijke ontwikkeling van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0243.BP00013-0004_0025.jpg"