Plan: | De Zwaluwhoeve |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0243.BP00007-0002 |
Sinds 1 november 2003 is het wettelijk geregeld dat voor het vaststellen van ruimtelijke plannen de watertoetsprocedure dient te worden doorlopen. Het doel van de Watertoets is om de waterbeheerders vroegtijdig te betrekken bij de ruimtelijke planvorming en waterhuishoudkundige doelstellingen zichtbaar te maken in het plan. Op basis van de waterparagraaf wordt een wateradvies aangevraagd bij waterschap Veluwe.
Het plan wordt besproken met de gemeente Harderwijk en waterschap Veluwe.
Sinds 1 november 2003 is het verplicht plannen in het kader van de "Wet op de Ruimtelijke Ordening" te toetsen op water. Deze verplichting zit ook in de Wet ruimtelijke ordening. Het doel van deze "watertoets" is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op een evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen. De waterhuishouding bestaat uit de overheidszorg die zich richt op het op en in de bodem vrij aanwezige water, met het oog op de daarbijbehorende belangen. Zowel het oppervlaktewater als het grondwater valt onder de zorg voor de waterhuishouding. Naast veiligheid en wateroverlast (waterkwantiteit) worden ook de gevolgen van het plan voor de waterkwaliteit en verdroging onderzocht.
De belangrijkste beleidsdocumenten op het gebied van de waterhuishouding zijn de Vierde Nota Waterhuishouding, Anders omgaan met water: Waterbeleid 21e eeuw, de Europese Kaderrichtlijn Water, Beleidslijn ruimte voor de rivier en de Nota Ruimte.
In het Nationaal Bestuursakkoord Water worden de gezamenlijke uitgangspunten geformuleerd voor een integraal waterbeleid in de 21e eeuw. De verantwoordelijkheid voor de te treffen waterhuishoudkundige maatregelen gericht op vasthouden, bergen en afvoeren van water ligt bij het waterschap. Provincies en gemeenten zorgen voor een integrale afweging en leggen deze vast in provinciale beleidsplannen en streekplannen, respectievelijk structuur- en bestemmingsplannen.
De Kaderrichtlijn Water omvat regelgeving ter bescherming van alle wateren door middel van het stellen van haalbare doelen die in 2015 worden bereikt. De kaderrichtlijn gaat daarbij uit van een benadering vanuit de stroomgebieden. De uitvoering van de kaderrichtlijn vraagt een grote inspanning van verschillende partijen op internationaal, nationaal en regionaal niveau.
Als laatste wordt in het kader van Waterbeleid 21e eeuw extra aandacht besteed aan het voorkomen van wateroverlast en watertekort. Het waterschap zoekt naar duurzame oplossingen. We willen dat het water zoveel mogelijk binnen een plangebied wordt vastgehouden en dat relatief schoon water ook relatief schoon blijft. Een toename van het verharde oppervlak in risicogebieden wordt gecompenseerd met extra waterberging. Regenwater dat op verharde oppervlaktes valt en schoon genoeg is, wordt zoveel mogelijk vastgehouden of geborgen. De laatste mogelijkheid is afvoeren via bestaande watergangen.
De Zwaluwhoeve ligt in het centrum van het dorp Hierden, gemeente Harderwijk. De voorzijde van de Zwaluwhoeve grenst aan de brink, in het centrum van het dorp. Achter de Zwaluwhoeve ligt de Hierdense Enk. De geplande uitbreiding van de Zwaluwhoeve ligt aan de zijde van deze enk.
De maaiveldhoogtes in het plangebied variëren van circa 3,50 m +N.A.P. aan de voorzijde van de Zwaluwhoeve tot ca. 4,50 m +N.A.P. richting de Hierdense Enk (bron: www.ahn.nl).
De bodemopbouw in de omgeving van de Zwaluwhoeve bestaat uit "Hoge zwarte enkeerdgrond" en "Gooreerdgrond". In onderstaande afbeelding, afkomstig uit de "wateratlas Gelderland", zijn deze gronden aangegeven in respectievelijk geel en licht blauw/groen.
Beide typen grond zijn zandgronden. Gooreerdgronden zijn onder nattere omstandigheden gevormd dan Hoge zwarte enkeerdgronden. Gooreerdgronden hebben een dunnere humeuze bovengrond of minder ontwikkelde humeuze bovengrond omdat ze minder lang in gebruik zijn als landbouwgronden.
Uit de boringen van het bodemkundig onderzoek blijkt dat de grondbouw homogeen is en uit (voornamelijk) zand bestaat. De geschatte doorlatendheid wijst op een goede doorlatendheid in het gebied (tot ca. 1,0 m/dag). Bij de diepere boringen zijn vanaf ca. 3,5 meter diepte sporadisch veensporen aangetroffen.
Gemeente en waterschap bevestigen deze bevindingen. Zover bekend zijn er geen (grootschalige) grondroeringen in dit gebied geweest.
Het gebied is geen waterwingebied, grondwaterbeschermingsgebied of boringsvrije zone.
Grondwaterstanden
Het gebied ligt in de zogenaamde grondwaterfluctuatiezone. Het grondwaterpeil is in de winter vrij hoog en kan in de zomer ver uitzakken.
Uit de wateratlas Gelderland blijkt dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) varieert van ca. 0,40 tot 0,80 m onder maaiveld. De gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) is gekarteerd als ca. 1,20 tot 1,60 m onder maaiveld. Dit komt overeen met de bij het bodemonderzoek aangetroffen geomorfologische kenmerken en wordt bevestigd door ervaringen van gemeente en waterschap.
Grondwaterneutraal bouwen
Aanleg van verhardingen en bebouwing, inclusief ondergrondse ruimten (kelders), zal volgens het principe van "grondwaterneutraal bouwen" moeten gebeuren. Gedurende de uitvoeringsperiode zal de grondwaterstand waarschijnlijk tijdelijk en plaatselijk worden verlaagd (bemaling). Bij de dimensionering van de constructie zal rekening moeten worden gehouden met het optreden van hogere grondwaterstanden. De constructie van de kelder(s) moet zodanig (grond)waterdicht worden uitgevoerd dat na de bouw in de gebruiksfase geen (permanente) grondwaterstandverlaging nodig is. Wanneer in het plangebied een te kleine ontwatering ten opzichte van het maaiveld aanwezig is, zal dit verholpen moeten worden door het maaiveld op te hogen in plaats van de grondwaterstand te verlagen.
Aan de rand van het plangebied, langs de Molenweg en Zuiderzeestraatweg, ligt een B-watergang. Deze watergang is mede van belang voor een zuidoostelijker gelegen gebied. De doorstroming moet dan ook gewaarborgd blijven. Het profiel van deze watergang moet ook ter hoogte van de Zwaluwhoeve worden gehandhaafd.
Vanuit het plangebied mag maximaal 0,67 l/s/ha (landelijke afvoer) naar het oppervlaktewater worden afgevoerd.
In het gebied ligt geen ruimteclaim voor waterberging.
Vijverpartijen
Bij de aanleg van eventuele vijverpartijen op het terrein dient een aantal aspecten te worden beschouwd:
Hemelwaterafvoer
Het hemelwater mag vanuit het plangebied niet op de riolering geloosd worden. Het rioolstelsel in Hierden betreft namelijk een vuilwaterstelsel.
Gemeente en waterschap geven aan dat de waterkwantiteitstrits "vasthouden – bergen – afvoeren" toegepast moet worden. Dit betekent dat het hemelwater vanuit het plangebied niet op de riolering geloosd mag worden en ook niet rechtsreeks op bestaand oppervlaktewater. Gemeente Harderwijk geeft aan dat bij binnenstedelijk ontwikkelingen of renovatie binnen het plangebied een infiltratievoorziening met een berging van minimaal 10 mm gerealiseerd dient te worden. Bij voorkeur wordt al het water in de bodem geïnfiltreerd. Het waterschap stelt bij nieuwbouw als bij de Zwaluwhoeve als eis dat eventuele afvoer vanuit het gebied de landelijke afvoer van 0,67 l/s/ha niet mag overschrijden. Bij extreme neerslag voert het hemelwater, na vulling van de bergingsvoorzieningen, via een noodoverlaat af op de watergang.
In de praktijk wordt aan de eisen van zowel gemeente als waterschap invulling gegeven door een berging van 36 mm (T=10) op eigen terrein te realiseren.
Kwaliteit
Om de kwaliteit van het afstromende hemelwater te bewaken is het gebruik van uitloogbare materialen (lood, koper, zink) niet toegestaan. Daarnaast worden strooizout en chemische onkruidbestrijding niet of met mate gebruikt. Bij vervuiling als gevolg van calamiteiten bestaat de verplichting om de verontreiniging direct, volgens de daarvoor geldende regels te verwijderen.
Overlast
Om overlast als gevolg van afstromend hemelwater te voorkomen wordt het vloerpeil van de bebouwing op circa 0,20 meter boven het omringende maaiveldniveau gesteld.
In Hierden ligt een vuilwaterstelsel, vanaf het gebied rondom de Zwaluwhoeve loopt een relatief grote leiding. Door gemeente en waterschap is aangegeven dat met lozing van grote hoeveelheden afvalwater (bijvoorbeeld bij lediging van baden) praktisch omgegaan moet worden. Lozing van afvalwater geschiedt bij voorkeur in nachtelijke uren en met een gelijkmatig debiet.