direct naar inhoud van 3.3 Beleid Regio
Plan: Bestemmingsplan Unilocatie, Wachtelenbergweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.EPE012Unilocatie-VBP1

3.3 Beleid Regio

Regionale structuurvisie de Voorlanden, Stedendriehoek 2030

De Regionale Structuurvisie De Voorlanden (vastgesteld door de gemeente Epe op 26 november 2009) heeft de status van intergemeentelijke structuurvisie. Zo’n visie is richtinggevend voor het beleid en het handelen van de zeven gemeenten die het vaststellen.

Sociale perspectieven regio Stedendriehoek

In de nota “Sociale perspectieven Stedendriehoek” heeft de regio Stedendriehoek een agenda opgesteld vanuit een sociale visie op de ontwikkelingen van de regio. Een aantal onderwerpen op deze agenda zijn voor de onderhavige visie van belang vanwege hun ruimtelijke component. Het gaat om:

  • Gemeenten bevorderen de leefbaarheid in de kleine kernen
  • Gesteld wordt, dat de leefbaarheid in veel kleine kernen onder druk staat. Het gaat dan om verschraling van het voorzieningenniveau, achteruitgang van de sociale cohesie en verlies van lokale identiteit door niet-passende inrichting en gebouwen, verschraling van het openbaar vervoer. Tenslotte wordt de impact van de veranderingen op het platteland op de kleine kernen genoemd.
  • Gemeenten bevorderen een integraal accommodatiebeleid.Daarbij gaat het in eerste instantie om het clusteren van voorzieningen, waaronder basisscholen, in flexibele gebouwen. Hiermee is onder voorwaarden een kostenefficiënte huisvesting te realiseren, ook in kleinere kernen. Ook de spreiding van regionale voorzieningen verdient aandacht, mede in het licht van de bereikbaarheid vanuit en naar de kleine kernen. De bereikbaarheid per OV staat daarbij voorop.
  • Gemeenten streven naar behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische kwaliteit. Hierbij gaat het om het levend houden van het verleden, dat mede bijdraagt aan de identiteit van de plattelandskernen en daarmee aan de leefbaarheid. In nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient cultuurhistorische kwaliteit en respect voor archeologische waarden een belangrijke rol te spelen.
  • Gemeenten maken afspraken met elkaar en met grote zorginstellingen over de regionale verdeling van woningen voor zorgbehoevenden.
  • De (ouderen)zorg verschuift naar meer zorg in eigen huis van de zorgbehoevende in plaats van zorg in (grotere) accommodaties. Ook in de kleine kernen zal hiervoor capaciteit moeten zijn.

Conclusie

Het initiatief een Unilocatie te ontwikkelen voor diverse maatschappelijke functies past in het regionale beleid. Het bundelen van verschillende functies wordt door dit plan gestimuleerd evenals dat speciale functies in de Unilocatie onderdak krijgen. Deze kunnen de sociale cohesie bevorderen.