Plan: | Bestemmingsplan Unilocatie, Wachtelenbergweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0232.EPE012Unilocatie-VBP1 |
Algemeen
Het nationale en provinciale beleid is neergelegd in verschillende nota's betreffende de ruimtelijke ordening, waaronder het provinciale Streekplan (Streekplan Gelderland 2005). Een 'doorzetting' van dit beleid vindt veelal plaats in verschillende provinciale en gemeentelijke uitwerkingsnota's, beleidsplannen en bestemmingsplannen. Ook binnen de gemeente Epe is dit het geval. Het beleid zoals dat door de hogere overheden wordt voorgestaan, is veelal van een andere schaal en aard dan de schaal die noodzakelijk is voor een (kleinschalig) bestemmingsplan. Met andere woorden vanuit genoemd beleid zijn nagenoeg geen aspecten te destilleren die direct in een bestemmingsplan "vertaald" moeten en/of kunnen worden. Ook in deze situatie is dit het geval. Om deze reden wordt, in het kader van de opstelling van voorliggend bestemmingsplan, niet nader ingegaan op het nationale en provinciaal ruimtelijk beleid. In dit hoofdstuk wordt wel nader ingegaan op het gemeentelijke beleid.
Toekomstvisie Epe 2010
De gemeente Epe is eind 2001 gestart met het project "Toekomstvisie Epe 2010". Het doel was om samen met de inwoners van de gemeente Epe een beeld te krijgen hoe Epe er in 2010 moet uitzien. Daarvoor zijn onder andere gesprekken gehouden met betrokkenen en deskundigen. Alle inwoners van de gemeente hebben een enquêteformulier ontvangen en er zijn bijeenkomsten gehouden in de vier dorpen van de gemeente Epe. De discussies gingen over de thema's die te maken hebben met de toekomst van de gemeente Epe, te weten: verjonging en vergrijzing, voorzieningen en kernen, recreatie en toerisme en toekomst buitengebied. Tijdens de raadsvergadering van 20 maart 2003 is de toekomstvisie ten dele officieel vastgesteld.
De gemeente Epe wil door middel van de toekomstvisie een eenduidig beleidskader in handen hebben, dat richting geeft aan het gemeentelijke beleid op de verschillende beleidsterreinen. Daarbij zijn samenhang en synergie belangrijk. De toekomstvisie is de leidraad voor het handelen van het gemeentebestuur. Op deze manier kunnen beleidsbeslissingen en toekomstbeelden met elkaar verbonden worden. De toekomstvisie is echter geen eindbeeld, omdat er vandaag de dag veel ontwikkelingen en veranderingen spelen. De toekomstvisie moet dan ook worden beschouwd als een streefbeeld.
'Voortbouwen op kwaliteit' is het motto dat centraal staat in de toekomstvisie. Het optimaliseren van bestaande kwaliteiten, sterke punten en eigenschappen, dat is waar het bij de gemeente Epe om draait. Uiteraard wordt daarbij ingespeeld op de veranderingen die vanuit de omgeving op de gemeente afkomen. Met situaties die mogelijkheden voor ontwikkeling bieden zal beperkt worden omgegaan, omdat de inwoners hechten aan de leefbaarheid van de dorpen en het buitengebied. Dit betekent dat het bestaande niveau wordt gehandhaafd en/of kwalitatief wordt verbeterd.
De inwoners van Epe willen het dorpse karakter van Epe, Vaassen, Emst en Oene behouden. Daarnaast word het landschap en de natuur van het gebied daaromheen door de inwoners waardevol gevonden. Dit, gecombineerd met de beperkingen door wetgeving vanuit de landelijke overheid en de provincie, beïnvloedt nadrukkelijk de mogelijkheden voor wonen, werken en het niveau van de voorzieningen in Epe.
De gemeente Epe wil de huidige trend van vergrijzing actief bijstellen door te proberen de jongeren voor de Eper samenleving te behouden en, zo mogelijk, het aandeel van deze bevolkingsgroep te vergroten. Uiteraard wordt ook blijvend aandacht besteed aan de ouderen. De aanwezigheid van jongeren in de gemeente wordt in belangrijke mate bepaald door voldoende mogelijkheden voor wonen en werken en een aantrekkelijk en gevarieerd voorzieningenniveau. De fysieke ontwikkelingsmogelijkheden zijn echter beperkt. Voor werkgelegenheid zijn jongeren met name aangewezen op de regio.
De gemeente Epe wil in elke kern een basisaanbod van voorzieningen realiseren. Voor meer specifieke functies zal er een beperkte concentratie plaatsvinden in de grote kernen Epe en Vaassen, tenzij uit onderzoek blijkt dat een andere plek meer geschikt is. Voor voorzieningen die een regiofunctie hebben of zeer specifiek zijn, kunnen de inwoners van de gemeente terecht in de omliggende grote gemeenten. In de ontwikkeling van voorzieningen wordt waar mogelijk een combinatie gemaakt met recreatie en toerisme. De lokale voorzieningen worden verbreed (basisaanbod en multifunctionele accommodaties) en deels gericht op recreatie en toerisme. Belangrijk is dat er voorzieningen worden gecreëerd die èn gebruikt kunnen worden door de Eper bevolking èn door de toeristen. Op deze manier kan met beperkte uitbreiding van voorzieningen een goed resultaat worden bereikt.
De gemeente Epe geeft beperkte mogelijkheden aan verbreding en vernieuwing van de toeristisch recreatieve producten. Recreatie en toerisme beïnvloeden de lokale samenleving namelijk onder meer positief door een hoger voorzieningenniveau en het bieden van werkgelegenheid, maar daarnaast kan het ook de leefbaarheid en de natuur en het landschap aantasten. Daarom kijkt de gemeente Epe er kritisch naar op welke onderdelen uitbreiding gewenst is.
Het college van burgemeester en wethouders werkt de toekomstvisie verder uit en gaat de gevolgen voor het toekomstige gemeentelijke beleid in beeld brengen. Dat zou kunnen betekenen dat bestaand beleid moet worden aangepast of vernieuwd, omdat het anders niet past binnen de kaders van de toekomstvisie. Ook voor nieuwe plannen geldt dat steeds wordt gecheckt of de plannen niet strijdig zijn met de inhoud van de toekomstvisie.
Structuurplan Epe
Het ruimtelijk "Structuurplan Epe" (2005) geeft een visie op de ontwikkeling van de woonkernen en het landelijke gebied van de gemeente Epe. Het plan is de ruimtelijke vertaling van de "Toekomstvisie Epe 2010". Hierna wordt - voor het noordelijke gedeelte van de kern Epe (het plangebied) - de beoogde ruimtelijke structuur in het jaar 2025 beschreven.
Voor de kern Epe wordt in het structuurplan geconstateerd dat de ruimtelijke kwaliteit over het algemeen goed is. Het grootste deel van de woonbuurten functioneert goed. Hier zijn geen ontwikkelingen in de woningvoorraad te verwachten. De gemeente heeft reeds een duidelijke verdichting van de bestaande bebouwingsstructuren doorgevoerd. Er zijn nagenoeg geen inbreidingslocaties meer aanwezig. Verdere verdichting wordt, behoudens enkele locaties in het centrum, niet nagestreefd.
Mogelijke inbreidingslocaties blijven beperkt tot de eventuele herontwikkeling van vrijkomende complexen (scholen, bedrijven et cetera). Het moment van ontwikkeling van dergelijke locaties laat zich nu niet voorspellen.
Ten aanzien van de sportvoorzieningen in de kern Epe zijn geen grootschalige ontwikkelingen voorzien. Het huidige sportpark biedt voldoende capaciteit. Voor wat betreft uitbreiding van de kern Epe worden in het Structuurplan uitbreidingsrichtingen met de daarbijbehorende voorwaarden aangewezen. Zo dient de landschappelijke verweving het uitgangspunt te zijn. Het structuurplan stelt voor stedelijke uitbreidingslocaties een parkachtig woonmilieu voor. Hierbij kan de verkavelingstructuur van de aangrenzende woonbuurten tot uitgangspunt worden genomen. Er zal een zekere menging van woningtypes en inkomensgroepen worden nagestreefd. In het onderhavige plangebied zijn in het Structuurplan echter geen locaties aangemerkt voor mogelijke stedelijke uitbreiding. Verder heeft de kern Epe een landelijk, groen karakter. Dit karakter is uniek en dient bij de verdere ontwikkeling van de kern te worden gerespecteerd. Op enkele plaatsen is een versterking van de groenstructuur gewenst. Het plangebied heeft in zeer ruime mate een groene uitstraling, met name in het noordelijk deel. Dit deel is het gebied dat is aangemerkt als wonen in het bos.
De invalsweg de Heerderweg, en op wijkniveau, de Officiersweg, de Hoge Weerd en de Dellenweg, zijn belangrijke elementen van de wegen- en de groenstructuur. Deze lijnen leggen een duidelijk verband tussen de hoofdstructuur van het dorp en van het omringende landschap. Het is wenselijk dit beeld ook duidelijk in het straatbeeld tot uitdrukking te laten bestaan. Dit betekent, dat langs deze straten het behoud van de gesloten lijnbeplantingen wordt voorgestaan. Hiermee wordt deels het authentieke beplantingspatroon behouden.
Welstandsnota gemeente Epe
De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 13 mei 2004 de Welstandsnota gemeente Epe vastgesteld. In de Welstandsnota wordt vastgelegd hoe het welstandstoezicht in de gemeente Epe is geregeld. Tevens geeft deze nota uitgangspunten en criteria voor het welstandsoordeel. Het gemeentebestuur wil met deze nota een belangrijke stap zetten naar modernisering en vermaatschappelijking van het welstandstoezicht. Via deze nota voldoet de gemeente aan de verplichtingen die de Woningwet stelt in artikel 12a.
De Welstandsnota wil duidelijk maken welk welstandsniveau in de verschillende (deel)gebieden in de gemeente gevoerd wordt en welke criteria er bij het beoordelen van de bouwplannen door de welstandscommissie gelden. De nota beschrijft de ruimtelijke, architectonische en cultuurhistorische kwaliteiten die de gemeente aan de verschillende gebieden toekent of die in de toekomst in een bepaald gebied gewenst worden. Vanuit deze kwaliteiten zijn criteria ontwikkeld aan de hand waarvan kan worden getoetst of bouwplannen die kwaliteiten niet belemmeren. Bij de welstandscriteria wordt een onderscheid gemaakt tussen algemene welstandscriteria en gebiedsgerichte welstandscriteria. Deze criteria worden toegepast om te beoordelen of een bouwwerk niet in strijd is met redelijke eisen van welstand.
Het plangebied Epe-Noord ligt in het welstandsgebied Buitengebied 1, Centraal Veluws Natuurgebied. Voor dit welstandsgebied gelden de volgende beleidsuitgangspunten.
Het beleid ten aanzien van bebouwing is restrictief. Voor het behoud van het natuurgebied is bebouwing niet gewenst. Scheiding tussen natuur en bebouwing dient te worden gehandhaafd. bebouwing in het bos heeft, door het gesloten karakter van het landschap, weinig invloed op de omgeving. Voor het hele gebied geldt in beginsel welstandsniveau 3 met uitzondering voor enkele waardevolle objecten, waarvoor een welstandsniveau 1 geldt.
Deze punten zijn vooral gericht op de traditionele bebouwing in het buitengebied. Hiervan is in het plangebied geen sprake. De directe omgeving van het plangebied is opgebouw uit verspreid voorkomende bebouwing (woningen, sportkantines, sporthal etc). De bouw van de Unilocatie past in deze opbouw.
Welstand dient zich wel uit te spreken over het ontwerp van de Unilocatie in relatie tot de omgeving. In het gemeentelijk stedenbouwkundig overleg is qua stedenbouw en welstand positief geoordeeld over de opzet van het plan. Het uiteindelijke ontwerp van het gebouw zal nog aan welstand voorgelegd worden.
Epe, historisch centrum van de Veluwe
Nota cultuurhistorisch beleid 2010-2015, vastgesteld op 11 februari 2010.
In dit beleidskader, waarin is vastgelegd hoe de gemeente Epe omgaat met wettelijke verplichtingen in het kader van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg, wordt beschreven hoe de gemeente de komende jaren om wil gaan met het cultuurhistorisch erfgoed binnen de gemeente.
Het beleid onderscheidt vier ambities:
De gemeente wil het beleid verankeren middels de structuurvisie en het bestemmingsplan, maar ook in het landschapsontwikkelingsplan, de welstandnota het beeldkwaliteitsplan en gemeentelijke verordeningen.
Dit plan voldoet aan de cultuurhistorische visie van de gemeente. Er zijn geen duidelijk aanwezige cultuurhistorische elementen terug te vinden in het plangebied die bescherming behoeven. Wel is er archeologisch onderzoek uitgevoerd en is op basis daarvan in de regels en op de verbeelding een bestemming "Waarde-Archeologie" opgenomen ter bescherming van de archeologische waarden die mogelijk aanwezig zijn.
Groenstructuurplan
De hoofdlijnen uit het groenstructuurplan (d.d. 28 januari 2010) voor het plangebied en de directe omgeving kunnen als volgt worden samengevat.
De verkeerskundige structuur van de kern Epe bestaat uit 4 radialen van het buitengebied naar het centrum. In het algemeen is de groenstructuur bij deze routes goed ontwikkeld met gezonde, volwassen vaak monumentale bomen. De gemeente wil deze lanen behouden en een aantal ontbrekende schakels in de groenstructuur herstellen. Daarnaast moet de groene inrichting van het maaiveld op een aantal plekken worden versterkt.
Natuurlijkheid is een belangrijk aspect van de groenstructuur. Het bomenbestand op zich geeft leefgebied en voedsel voor vleermuizen en vogels. Het boskarakter in het noordelijk deel wil de gemeente ook beschermen.
Concreet betekent dit dat langs de de Hoge Weerd een dubbele bomenrij van zomereiken als hoofdstructuur is aangewezen. Daar waar de bomenrij nog andere soorten bevat moeten deze worden vervangen door inlandse zomereiken.
Het plangebied zelf is aangewezen als 'groene oase compacte bouw'. Hiervoor worden geen concrete maatregelen aangedragen. Over het algemeen geldt dat het groen in de wijk wordt bepaald door het groen in de openbare ruimte of het groen op privéterrein. Voor de bomenstructuur hier geldt dat aanvullende maatregelen moeten worden ingezet om de structuur te verstevigen. Tevens wordt ingezet op beheer van groen langs de wegen door de gemeente en het betrekken van bewoners. Deze betrokkenheid moet tevens de sociale veiligheid in het gebied versterken. Daar waar mogelijk kan de inplant van bloemrijke borders en struiken de sierwaarde aan het gebied toevoegen.
In het plangebied zal de verkeer- en parkeerstructuur worden aangepast. Hiermee wordt ook een duidelijke inrichting van het groen en de bomen verbeterd. Ten behoeve van de vleermuizen zal de bomenrij langs het parkeerterrein worden verbeterd.
De inrichting rondom de Unilocatie vraagt een eigen groenplan. Het bosje ten zuiden van de Unilocatie blijft behouden en zal een eigen functie krijgen als groene speelplaats.
Nota Handhaving
De "Nota Handhaving, door een integrale aanpak naar een duurzame veiligheid" (2003) geeft aan waar de prioriteiten liggen van de gemeente Epe betreffende de handhaving. Uit de nota blijkt dat in de praktijk bepaalde activiteiten of vormen van gebruik niet legaal zijn en daarom in de handhaving extra aandacht verdienen. Verder geeft de Nota Handhaving een overzicht van de handhavingsinstrumenten die de gemeente ter beschikking staan. Hierbij kan een onderscheid worden gemaakt in preventieve handhaving (voorlichting, klachtenregistratie, toezicht, financiële maatregelen en het uitzetten van een heldere lijn) en repressieve handhaving (publiekrechtelijke handhaving, privaatrechtelijke handhaving, strafrechtelijk optreden).
Handhaving op het gebied van de ruimtelijke ordening spitst zich toe op het gebruik van gronden en gebouwen. Een aanzienlijk deel van de illegale bouwwerken, met name bij bestaande bouw, blijft verborgen. De belangrijkste regels hiervoor zijn te vinden in bestemmingsplannen. Ten aanzien van een effectieve handhaving is het van belang dat bestemmingsplannen actueel en handhaafbaar zijn. Het niet handhaven van bestemmingsplannen leidt op termijn tot verloedering van de leefomgeving, ongeoorloofde gedoogsituaties, aantasting van de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid en aantasting van de ruimtelijke kwaliteit.
Bestemmingsplan Prostitutiebeleid 2000+
De gemeente Epe heeft haar prostitutiebeleid weergegeven in de op 7 december 2000 door de raad vastgestelde Nota prostitutiebeleid gemeente Epe "Van regionaal naar lokaal beleid". Gelijktijdig heeft de gemeenteraad een "Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Epe 1995" vastgesteld. Een ander onderdeel van het vestigingsbeleid ten aanzien van prostitutiebedrijven betreft het ruimtelijke beleid. In het bestemmingsplan "Prostitutiebeleid 2000+" is het ruimtelijke beleid voor prostitutiebedrijven vertaald. In de gemeente Epe is één seksinrichting toegestaan. Besloten is om de vestiging van een dergelijk bedrijf niet toe te staan in onder meer het buitengebied, maar de mogelijkheid (onder voorwaarden) alleen te bieden in het centrum van Epe. In onderhavig bestemmingsplan is het gebruik van gronden en/of gebouwen ten behoeve van een seksinrichting dan ook uitgesloten.
Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (GVVP)
Het vigerende gemeentelijke verkeersplan uit 2009 (GVVP) sluit aan bij het Provinciale Verkeer en Vervoer Plan (PVVP). Grondslag in zowel de gemeentelijke als provinciale nota is het vergroten van de verkeersveiligheid onder meer door het concept Duurzaam Veilig, educatie en verdere intensivering van de samenwerking met partners. Het PVVP is een uitwerking van het landelijke beleid.
De gemeente Epe geeft in haar GVVP invulling aan de doelstellingen door zich te richten op het bevorderen van de verkeersleefbaarheid en -veiligheid en Duurzaam Veilig. Dit betekent het verkeersveiliger maken van de kern Epe en het weren van ongewenst verkeer. Het creëren van een verkeersluw centrum in Epe is daarbij één van de speerpunten. Door ongewenst (vracht)verkeer te weren verwacht men de verkeersveiligheid en leefbaarheid in de betreffende wijken te verhogen. Een alternatieve route mag geen afbreuk doen aan de bereikbaarheid en mag op andere plaatsen niet leiden tot problemen op het gebied van veiligheid en geluidhinder. De juridische opzet van het voorliggende bestemmingsplan frustreert voorgenomen plannen op basis van het GVVP niet.
De gebiedsontsluitingswegen (50 km/uur) en de erftoegangswegen (30 km/uur) in de kern Epe zijn inmiddels ingericht volgens het principe Duurzaam Veilig.
Duurzaam veilige schoolomgeving en schoolroutes
Een verkeersveilige schoolomgeving en verkeersveilige schoolroutes zijn belangrijk binnen een gemeente. Veel van de binnenkomende vragen bij een gemeente hebben betrekking op de deze verkeersveiligheid. Dit is niet verwonderlijk omdat het hier kwetsbare verkeersdeelnemers betreft. Vaak zijn deze meldingen in de verkeersongevallencijfers van de gemeente (gelukkig) niet terug te vinden. Toch bestaat er op een aantal punten op de route van huis naar school een beleving van verkeersonveiligheid. De aanwezigheid van het gevoel van onveiligheid kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat ouders er voor kiezen hun kind met de auto naar school te brengen in plaats van met de fiets, wat in de directe omgeving van de school weer problemen oplevert. Om de subjectief onveilige locaties op schoolroutes en in schoolomgevingen objectief en daadkrachtig aan te kunnen pakken is het van belang een lijst met maatregelen te hebben, met een top 20 van benodigde infrastructurele en educatieve maatregelen, gerangschikt op prioriteit. Een dergelijke lijst kan opgesteld worden in nauwe samenwerking met de scholen.
Bij het verkeersonderzoek is rekening gehouden met de specifieke eisen die aan verkeersveiligheid worden gesteld in schoolomgevingen en bij schoolroutes.
Conclusie
Het initiatief voor verschillende maatschappelijke functies een Unilocatie te realiseren voldoet aan de hierboven geschetste gemeentelijke beleiduitgangspunten.