Plan: | Zorgcentrum Klaarbeek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0232.EPE011ZCKlaarbeek-VBP1 |
De gemeente Epe wil door middel van de “Toekomstvisie Epe 2010” een eenduidig beleidskader in handen hebben, dat richting geeft aan het gemeentelijke beleid op de verschillende beleidsterreinen. Daarbij zijn samenhang en synergie belangrijk. De toekomstvisie is de leidraad voor het handelen van het gemeentebestuur. Op deze manier kunnen beleidsbeslissingen en toekomstbeelden met elkaar verbonden worden. De toekomstvisie is echter geen eindbeeld, omdat er vandaag de dag veel ontwikkelingen en veranderingen spelen. De toekomstvisie moet dan ook worden beschouwd als een streefbeeld.
'Voortbouwen op kwaliteit' is het motto dat centraal staat in de toekomstvisie. Het optimaliseren van bestaande kwaliteiten, sterke punten en eigenschappen, dat is waar het bij de gemeente Epe om draait. Uiteraard wordt daarbij ingespeeld op de veranderingen die vanuit de omgeving op de gemeente afkomen.
Met situaties die mogelijkheden voor ontwikkeling bieden zal beperkt worden omgegaan, omdat de inwoners hechten aan de leefbaarheid van de dorpen en het buitengebied. Dit betekent dat het bestaande niveau wordt gehandhaafd en/of kwalitatief wordt verbeterd.
De inwoners van Epe willen het dorpse karakter van Epe, Vaassen, Emst en Oene behouden. Daarnaast wordt het landschap en de natuur van het gebied daaromheen door de inwoners waardevol gevonden. Dit, gecombineerd met de beperkingen door wetgeving vanuit de landelijke overheid en de provincie, beïnvloedt nadrukkelijk de mogelijkheden voor wonen, werken en het niveau van de voorzieningen in Epe.
De gemeente Epe wil de huidige trend van vergrijzing actief bijstellen door te proberen de jongeren voor de Eper samenleving te behouden en zo mogelijk het aandeel van deze bevolkingsgroep te vergroten. Uiteraard wordt ook blijvend aandacht besteed aan de ouderen.
De gemeente Epe wil in elke kern een basisaanbod van voorzieningen realiseren. Voor meer specifieke functies zal er een beperkte concentratie plaatsvinden in de grote kernen Epe en Vaassen, tenzij uit onderzoek blijkt dat een andere plek meer geschikt is. Voor voorzieningen die een regiofunctie hebben of zeer specifiek zijn, kunnen de inwoners van de gemeente terecht in de omliggende grote gemeenten.
Het college van burgemeester en wethouders werkt de toekomstvisie verder uit en gaat de gevolgen voor het toekomstige gemeentelijke beleid in beeld brengen. Dat zou kunnen betekenen dat bestaand beleid moet worden aangepast of vernieuwd, omdat het anders niet past binnen de kaders van de toekomstvisie. Ook voor nieuwe plannen geldt dat steeds wordt gecheckt of de plannen niet strijdig zijn met de inhoud van de toekomstvisie. De toekomstvisie is nader uitgewerkt in het Structuurplan Epe, zie paragraaf 2.3.2.
Het ruimtelijk "Structuurplan Epe" (2005) geeft een visie op de ontwikkeling van de woonkernen en het landelijke gebied van de gemeente Epe. Het plan is de ruimtelijke vertaling van de "Toekomstvisie Epe 2010" (zie paragraaf 2.3.1). In het structuurplan wordt uitgebreid aandacht besteed aan het thema wonen en zorg. Voor wat betreft nieuwe woonzorgvoorzieningen wordt geconcludeerd dat:
Voor de kern Epe wordt in het structuurplan geconstateerd, dat de ruimtelijke kwaliteit over het algemeen goed is. Het grootste deel van de woonbuurten functioneert goed. Hier zijn geen ontwikkelingen in de woningvoorraad te verwachten. De gemeente heeft reeds een duidelijke verdichting van de bestaande bebouwingsstructuren doorgevoerd. Er zijn nagenoeg geen inbreidingslocaties meer aanwezig. Verdere verdichting wordt, behoudens enkele locaties in het centrum, niet nagestreefd. Mogelijke inbreidingslocaties blijven beperkt tot de eventuele herontwikkeling van vrijkomende complexen (scholen, bedrijven et cetera). Het moment van ontwikkeling van dergelijke locaties laat zich nu niet voorspellen.
Het ontwikkelen van woonvormen voor senioren in de nabijheid van bestaande verzorgingstehuizen is een interessant thema om op de vergrijzing in te spelen. Zeker in Epe zijn hiervoor goede mogelijkheden aanwezig.
Bij het zorgcentrum De Klaarbeek liggen goede mogelijkheden om een woonzorgconcept te realiseren. De Klaarbeek ligt relatief dicht bij het centrum in een landschappelijk aantrekkelijke omgeving.
Epe is gelegen op de flank van het Veluwemassief en kent een grote variatie. Het plangebied zelf ligt exact op de grens van het oude bouwland naar het beekdal van de Klaarbeek. Lokaal is er een grote variatie aan hoogteverschillen (zie foto 1 en 2).
Foto 1 en 2: Landschappelijk aantrekkelijke omgeving
Een goede inpassing in het landschap is een randvoorwaarde. In dit kader zijn door een landschapsarchitect de landschappelijke uitgangspunten verwoord. Het resultaat is als bijlage bij deze toelichting opgenomen. De bebouwing wordt in een parkachtige omgeving geplaatst.
De planontwikkeling van De Klaarbeek, zoals in dit bestemmingsplan opgenomen, voegt zich naar deze uitgangspunten.
In het structuurplan is voor het plangebied een woonzorgzone gewenst. In het strucuurplan is aangegeven, dat de zorginstellingen de komende jaren ingrijpende veranderingen ondergaan. Er wordt meer onderscheid gemaakt tussen intra- en extramurale voorzieningen. Een deel van de wooneenheden wordt omgezet in extramurale voorzieningen. Ouderen krijgen hierbij de beschikking over een zelfstandige woonruimte. Dit vergroot het woongenot en bevordert de eigen, zelfstandige woon- en leefomgeving. In de woonzorgzone bevinden zich woningen die specifiek voor de doelgroep geschikt zijn. De woningen binnen de woonzorgzone bij een zorgcentrum bieden een beschermd/beschut woonklimaat met een accent op het aspect veiligheid. Dit laatste komt meer tot uiting in dienstverlening en welzijn, mogelijk aangevuld met verzorging of verpleging. Gedacht wordt aan huismeesterdiensten, ouderenadvisering, dienstenpakket (wonen-plus arrangement) en sociaal-recreatieve functies in een centrale ontmoetingsruimte. Het plangebied ligt in een gebied aangeduid als woonzorgzone. Het onderhavige bestemmingsplan past derhalve in het structuurplan.
Figuur 2: Uitsnede kaart streefbeeld Epe uit het structuurplan Epe
De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 13 mei 2004 de Welstandsnota gemeente Epe vastgesteld. In de Welstandsnota wordt vastgelegd hoe het welstandstoezicht in de gemeente Epe is geregeld. Tevens geeft deze nota uitgangspunten en criteria voor het welstandsoordeel. Het gemeentebestuur wil met deze nota een belangrijke stap zetten naar modernisering en vermaatschappelijking van het welstandstoezicht. Via deze nota voldoet de gemeente aan de verplichtingen die de Woningwet stelt in artikel 12a.
De Welstandsnota wil duidelijk maken welk welstandsniveau in de verschillende (deel)gebieden in de gemeente gevoerd wordt en welke criteria er bij het beoordelen van de bouwplannen door de welstandscommissie gelden. De nota beschrijft de ruimtelijke, architectonische en cultuurhistorische kwaliteiten die de gemeente aan de verschillende gebieden toekent of die in de toekomst in een bepaald gebied gewenst worden. Vanuit deze kwaliteiten zijn criteria ontwikkeld aan de hand waarvan kan worden getoetst of bouwplannen die kwaliteiten niet belemmeren. Bij de welstandscriteria wordt een onderscheid gemaakt tussen algemene welstandscriteria en gebiedsgerichte welstandscriteria. Deze criteria worden toegepast om te beoordelen of een bouwwerk niet in strijd is met redelijke eisen van welstand.
In de Welstandsnota ligt het plangebied in het deelgebied 'Dorp Epe, naoorlogse woonwijken'. In dit deelgebied, voor een groot deel zuidelijk van de kern Epe met ook een noordelijke gedeelte, komen woonwijken in traditionele blokverkaveling, het Nieuwe Bouwen, de Forumbeweging, thematische uitbreidingwijken en individuele woningbouw voor. Van de aanwezige grote bebouwingscomplexen is het bejaardentehuis Klaarbeek het meest markante complex. Het welstandsbeleid in dit deelgebied is gericht op instandhouding van de specifieke kwaliteiten van de verschillende typen woongebieden. Van belang voor de woonwijken in traditionele blokverkaveling is het handhaven van de heldere stedenbouwkundige opzet en de rust die van het straatbeeld uitgaat. Ook wordt gelet op de situering en repetitie van bouwmassa’s, op de eenvoud van straatprofielen en op de zorgvuldige detaillering van de bebouwing. De waarde van de wijken van Het Nieuwe Bouwen schuilt vooral in de stedenbouwkundige opzet, de ruime en groene aanleg en de compositie van de bebouwing in de doorlopende open ruimte. Het gebied uit de periode van de Forumbeweging is aantrekkelijk door de kleine schaal en de variatie. Verbetering en behoud van de kleinschalige stedenbouwkundige opzet en de informele sfeer die uitgaat van het straatbeeld zijn belangrijk. Bij thematische uitbreidingen zijn stedenbouwkundige opzet, compositie van het straatbeeld, de contouren van de bouwmassa’s en de zorgvuldige detaillering essentieel. Rust in het straatbeeld, openheid en individualiteit van de bebouwingsopzet en aandacht voor het groene karakter vormen de basis voor de individuele woningbouw. Voor het hele grondgebied van Epe geldt in beginsel welstandsniveau 3. Welstandsniveau 1 is van toepassing op:
Het Streekplan Gelderland 2005 geeft gemeenten meer ruimte in de ontwikkeling van plannen voor het grondgebied van de verschillende gemeenten. Eén van de eisen is dat er een gemeentelijke visie komt op het terrein van volkshuisvesting ofwel een woonvisie. De gemeenten hebben de taak om gezamenlijk, in regioverband, de regionale woonopgave te realiseren. De "Woonvisie gemeente Epe 2005-2015" - door de Raad vastgesteld op 5 juli 2006 - geeft de ambities weer voor het gewenste kwantitatieve en kwalitatieve woonprogramma van 2005 tot 2015 en zal richtinggevend zijn bij het maken van prestatieafspraken met de woningcorporatie. Daarnaast worden in de woonvisie de richtingen aangegeven hoe het college dit programma wil realiseren.
De gemeente Epe richt zich erop de samenstelling en de kwaliteit van de woningvoorraad en de woon- en leefomgeving zoveel mogelijk af te stemmen op de wensen van de burgers. Concreet vertaalt dit zich in:
Onderhavig plangebied is niet expliciet in de woonvisie opgenomen. Op 14 februari 2008 heeft de gemeenteraad ingestemd met het woningbouwprogramma. Het beoogde plan sluit daarmee aan bij het gemeentelijk beleid.
Op 30 juni 2011 heeft de gemeenteraad het beleid ‘Nieuwe kaders woningbouwinitiatieven gemeente Epe 2011’ vastgesteld. Woningbouwinitiatieven worden voortaan op basis van dit beleid beoordeeld. Het beleid is vastgesteld om de plancapaciteit aan woningen in Epe niet verder te laten toenemen en de ontwikkelingen van bestaande woningbouwinitiatieven niet te frustreren. Nieuw beleid was nodig omdat vanwege demografische ontwikkelingen en de economische situatie de behoefte aan woningen daalt. Het was dus noodzakelijk deze behoefte meer in balans te brengen met het aanbod van woningen. Gelet op het vorenstaande voert de gemeente een restrictief beleid met betrekking tot nieuwe initiatieven om woningbouw voor zover deze niet op de gemeentelijke planningslijst staan. Dit beleid wordt zowel door het college, als door de gemeenteraad toegepast. Dit is voor onderhavig plan niet relevant.
Op 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning ingevoerd. Binnen de Wmo worden de beleidsterreinen wonen, welzijn en zorg met elkaar verbonden. Het doel van de Wmo is om mensen te laten meedoen in de samenleving. Centraal staan zelfredzaamheid, betrokkenheid en onderlinge zorg binnen de omgeving van mensen zelf. Omdat de gemeente dichter bij de burgers staat dan de landelijke overheid heeft zij deze taken vanuit het Rijk overgeheveld gekregen. De gemeente fungeert als vangnet voor de mensen die zichzelf niet kunnen redden en buiten de samenleving dreigen te vallen. Taak voor de gemeente Epe is onder andere te komen tot een juist afgestemde lokale en regionale invulling. Samen met partners en inwoners stelt de gemeente de inhoud van het Wmo-beleid vast. Deze nota is het eerste wettelijk verplichte Wmo-vierjarenbeleidsplan van de gemeente Epe.
De beleidsnota is ingebed in de toekomstvisie en het ruimtelijke structuurplan, het beleid waarbinnen onderhavige ontwikkeling past.
De gemeente Epe geeft in haar GVVP invulling aan de doelstellingen door zich te richten op het bevorderen van de verkeersleefbaarheid en -veiligheid en Duurzaam Veilig. Dit betekent het verkeersveiliger maken van de kern Epe en het weren van ongewenst verkeer. Het creëren van een verkeersluw centrum in Epe is daarbij één van de speerpunten. Door ongewenst (vracht)verkeer te weren verwacht men de verkeersveiligheid en leefbaarheid in de betreffende wijken te verhogen. Een alternatieve route mag geen afbreuk doen aan de bereikbaarheid en mag op andere plaatsen niet leiden tot problemen op het gebied van veiligheid en geluidhinder.
De huidige ontsluiting van het zorgcomplex vindt plaats via de Scheperstraat. Het nieuwe gebouw wordt zo gepositioneerd, dat het plantsoen tussen de Scheperstraat en Korenstraat kan worden doorgezet. Hiermee ontstaat niet alleen een heldere ruimte voor het gebouw maar ook een betere ontsluitingsmogelijkheid van buitenaf en een betere logistiek. De hoofdentree van het gebouw zit ook aan dit voorplein waar tevens geparkeerd kan worden. Ter hoogte van het gebouw aan de Zwartelandstraat zal een nieuwe parkeerterrein komen. Bezoekers kunnen hier ook hun auto kwijt en het nieuwe gebouw aan de achterzijde betreden.
Geconcludeerd wordt dat er geen spanning bestaat tussen de opstelling van het voorliggende bestemmingsplan en het GVVP.
Het parkeerbeleidsplan van Epe is in december 2009 door de gemeenteraad definitief vastgesteld. In het parkeerbeleidsplan staat beschreven hoe wij de komende jaren met ons parkeerbeleid omgaan, in bestaande situaties en nieuwe uitbreidingsplannen. Het parkeerbeleidsplan is een apart hoofdstuk in het GVVP. De gemeente Epe streeft naar een parkeersituatie met een goede afweging tussen de kwaliteit van de omgeving in de algemene zin en de kwantiteit en de kwaliteit van het parkeren als zodanig, waarmee Epe voor zowel bewoners, ondernemers als bezoekers aantrekkelijk is. Bij de kwaliteit in de algemene zin moet worden gedacht aan aspecten als bereikbaarheid, leefbaarheid en duurzaamheid. Bij de kwaliteit en kwantiteit van het parkeren aan respectievelijk de locatie en maatvoering en het aanbod van parkeerplaatsen.
Het beleidsplan geeft aan dat in het kader van herstrurering van een (deel van een) woonwijk er de mogelijkheid is om het aantal parkeerplaatsen af te stemmen op de actuele parkeernormeringen. De gemeente heeft voor onderhavig plan heldere afspraken gemaakt over het aantal noodzakelijke parkeerplaatsen (zie paragraaf 4.2).
De gemeente Epe heeft een bijzonder rijk verleden. Hier is de gemeente zijn trots op en de gemeente wil zich dan ook inzetten de historische waarden te behouden en waar mogelijk te benutten. De gemeente Epe gaat zich de komende jaren inspannen om het cultuurhistorisch erfgoed op de kaart te zetten. Om hier inhoud en vorm aan te geven heeft de gemeente een cultuurhistorisch beleidskader met een uitvoeringsprogramma opgesteld. Het kader is vastgelegd in het rapport 'Epe, historisch centrum van de Veluwe (2010-2015)'.
Het cultuurhistorisch beleidskader beschrijft hoe de gemeente Epe de komende jaren wil omgaan met het cultuurhistorisch erfgoed. Met het cultuurhistorisch beleidskader is cultuurhistorie ook de komende jaren verankerd in het beleid van de gemeente en zijn burgers er van verzekerd, dat de historie de aandacht krijgt die het verdient.