direct naar inhoud van 3.3 Water
Plan: Epe, Willem Tellstraat 15
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.EPE009WTellstr15-VBP1

3.3 Water

3.3.1 Vigerend beleid

Rijksbeleid

Het Rijksbeleid ten aanzien van water is neergelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding (1998). Hierin is aangegeven dat het waterbeheer in Nederland moet zijn gericht op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde duurzame watersystemen. Om dit te bereiken moet zoveel mogelijk worden uitgegaan van een watersysteembenadering en integraal waterbeheer. In de nota is onder andere aangegeven dat stedelijk water meer aandacht moet krijgen. Volgens de nota Waterbeheer 21e eeuw moet aan het watersysteem meer aandacht worden gegeven om de natuurlijke veerkracht te benutten. Voorkomen van afwenteling door het hanteren van de drietrapsstrategie "vasthouden-bergen-afvoeren" staat hierbij centraal. Ook in stedelijke uitbreidingen dient daarom het overtollige hemelwater beter vastgehouden te worden.

Provinciaal beleid

Waterplan Gelderland 2010-2015

Het Waterplan Gelderland 2010-2015 heeft op basis van de nieuwe Waterwet de status van structuurvisie. In het waterplan is beschreven welke instrumenten uit de Wet ruimtelijke ordening de provincie wil inzetten voor de realisatie van specifieke waterdoelen.

Het beleid uit WHP3 wordt grotendeels voortgezet. Het ontwerp Waterplan is tegelijk opgesteld met de ontwerp water(beheer)plannen van het Rijk en de waterschappen. In het plan staan de doelen voor het waterbeheer, de maatregelen die daarvoor nodig zijn en van wie ze gaat uitvoeren. Voor oppervlaktewaterkwaliteit, hoogwaterbescherming, regionale wateroverlast, watertekort en waterbodems gelden provinciebrede doelen. Voor een aantal functies, zoals landbouw, natte natuur, waterbergingsgebieden en grondwaterbeschermingsgebieden, zijn specifieke doelen geformuleerd. In het ontwerp waterplan heeft het plangebied de functie 'stedelijk gebied'.

Voor de realisatie van bepaalde waterdoelen zijn ruimtelijke maatregelen nodig. Hiervoor krijgt het Waterplan op basis van de nieuwe Waterwet de status van structuurvisie en is beschreven welke instrumenten uit de Wet ruimtelijke ordening de provincie daarvoor wil inzetten.

Waterschap Veluwe

Het waterbeleid van Rijk en provincie is gericht op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde, duurzame watersystemen. Het voorkomen van afwenteling door het hanteren van de drietrapsstrategie "Vasthouden-Bergen-Afvoeren" staat hierbij centraal. Voor de waterkwaliteit is het uitgangspunt "stand still - step forward". Watersysteembenadering en integraal waterbeheer dienen als handvaten voor het benutten van de natuurlijke veerkracht van een watersysteem.

De gemeente dient zelf een waterplan op te stellen waarbij de gemeente initiator is en de gemeente co-opsteller. De gemeente Epe heeft eind januari 2011 een ontwerp Waterplan ter inzage gelegd. Het onderhavig bestemmingsplan is in overeenstemming met de hierin opgenomen visie over hoe om te gaan met water in de gemeente.

3.3.2 Situatie plangebied

In artikel 3.1.6 (Bro) is aangegeven dat in de toelichting van een bestemmingsplan is beschreven op welke wijze in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding.

In onderhavig plangebied is sprake van een toename van de oppervlakteverharding. De nieuwe bebouwing in het plangebied heeft een oppervlakte van circa 600 m2 (40 m x 15 m). De bestaande bebouwing heeft een oppervlakte van circa 223 m2. Dit leidt tot een te compenseren oppervlakte van 600 - 223 = 377 m2. Het waterschap hanteert een eis van 36 mm voor de berging van hemelwater. Voor onderhavige ontwikkeling betekent dit een te bergen hoeveelheid van 377 m2 x 36 mm = 14 m3.

Deze berging wordt gerealiseerd in de vorm van een greppel welke direct ten zuiden van de nieuwe bebouwing wordt aangelegd boven de GHG (Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand) en heeft een afmeting van 40 m (L) x 1 m (B) x 0,35 m (D).

Afkoppeling van het hemelwater van het afvalwater maakt dat er in de bebouwing geen materialen gebruikt mogen worden die de grondwaterkwaliteit negatief kunnen beïnvloeden. Het betreft uitlogende materialen zoals zink en lood. Dat betekent dat slechts duurzame, niet-uitloogbare materialen gebruikt worden.

3.3.3 Watertoets

Om te voldoen aan de watertoets is onderhavig bestemmingsplan in het kader van het vooroverleg ter beoordeling voorgelegd aan het waterschap. Bij schrijven van 21 januari 2011 hebben zij opmerkingen gemaakt op het voorontwerpbestemmingsplan. Deze opmerkingen zijn verwerkt in dit bestemmingsplan.

3.3.4 Conclusie

Het aspect water vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het plan.