Plan: | Kerkhof Emst |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0232.EMST001Kerkhof-VOB1 |
Op 20 september 2005 is het Streekplan Gelderland 2005 in werking getreden. In het Streekplan Gelderland 2005 is het motto van de Nota Ruimte "decentraal wat kan, centraal wat moet" vertaald naar het provinciale niveau "lokaal wat kan, provinciaal wat moet". Het streekplan kent een selectieve beleidsinzet op die zaken die van provinciaal belang zijn. Daarbij hoort een grotere beleidsvrijheid en eigen verantwoordelijkheid voor gemeenten voor die zaken die van lokaal belang zijn. Het streekplan kent het onderscheid tussen de provinciale hoofdstructuur en het multifunctionele gebied. Voor het multifunctionele gebied geldt in het algemeen dat dit het domein is van de gemeenten en dat dit gebied een beperkte bemoeienis van de provincie kent, met uitzondering van gebieden die zijn aangemerkt als ‘Waardevol Landschap’.
Waardevol landschap
Onderhavig plangebied is gelegen in een multifunctioneel gebied. De bestaande begraafplaats wordt aangemerkt als 'bebouwd gebied 2000' en de uitbreiding van de begraafplaats wordt aangemerkt als 'Waardevol Landschap’. Eén en ander wordt ook weergegeven in afbeelding 4.1.
Afbeelding 4.1: Uitsnede Beleidskaart ruimtelijke structuur (Bron: Provincie Gelderland)
Binnen de waardevolle landschappen zijn ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk, mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden of worden versterkt ('ja, mits'-benadering). Binnen waardevolle landschappen is daarom 'behoud door ontwikkeling’ het uitgangspunt. Dit betekent dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in overeenstemming moeten zijn met de kernkwaliteiten van het landschap. In de streekplanuitwerking ‘kernkwaliteiten van waardevolle landschappen’ zijn het beleid en de kernkwaliteiten nader uitgewerkt, verwezen wordt naar subparagraaf 4.2.2.
Groene wiggen
Voor alle regio´s rond het Veluwemassief, dus ook voor de Noord-Veluwe, geldt als ruimtelijk doel dat de krans van dorpen, stadjes en steden niet dichtslibt en volledig versteent. Het Veluwebeleid richt zich op het veiligstellen van de nog gave randen in de vorm van de groene wiggen. Daarmee worden de landschappelijke overgangen tussen Veluwemassief en randgebieden gewaarborgd. Groene wiggen liggen tussen kernen in. De breedte van een groene wig is afhankelijk van de maximale ruimte tussen de kernen. De groene wiggen kennen een karakteristieke verweving van functies.
De aanpak van ruimtelijke ontwikkelingen in de groene wiggen is te zien als een ontwerpopgave met oog voor nieuwe rood/groen relaties met toepassing van vereveningsmogelijkheden. Deze actie kan door de regio in gang worden gezet met gebiedsplannen per groene wig. In de groene wiggen zijn nieuwe bouwlocaties niet uitgesloten, op voorwaarde dat deze passen in de zoekzones landschappelijke versterking en kan worden bijgedragen aan verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, bijvoorbeeld bij afronding van kernen, hergebruik (agrarische) bebouwing, nieuwe landgoederen en amoveren van overtollige bebouwing. De groene wiggen en ecologische poorten zijn aangegeven op de beleidskaart ruimtelijke ontwikkelingen. Een uitsnede van deze kaart is hierna weergegeven.
Afbeelding 4.2: Uitsnede Beleidskaart ruimtelijke ontwikkeling (Bron: Provincie Gelderland)
De ontwikkeling in relatie tot de ligging in een 'Waardevol Landschap' wordt nader toegelicht en getoetst in paragraaf 4.2.2. Verwezen wordt naar deze paragraaf. Ten aanzien van de ligging in de groene wig wordt geconstateerd dat er sprake is van een uitbreiding die aansluit bij het omliggende landschap. In het ontwerp is rekening gehouden met de strekkingsrichting van het landschap en wordt er streekeigen beplanting aangeplant. Geconcludeerd wordt dat het initiatief in overeenstemming is met het provinciaal beleid zoals verwoord in het Streekplan Gelderland 2005.
Op 16 mei 2006 heeft het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland de streekplanuitwerking 'Kernkwaliteiten Waardevolle landschappen' vastgesteld. In het streekplan zijn voor de Waardevolle landschappen begrenzingen weergegeven en afwegingsformules opgenomen. Hierbij is een beknopte beschrijving gegeven. Voor een goede doorwerking naar (boven)lokale ruimtelijke plannen en inrichtingsplannen en voor een goede invulling van de basisafwegingsformules 'nee, tenzij' en 'ja, mits' was het nodig om meer concreet aan te geven om welke landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten het gaat, waar deze voorkomen en hoe ermee om te gaan. Met de streekplanuitwerking is hier uitvoering aan gegeven.
Bij het omgaan met landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten in Waardevolle landschappen zijn er drie verschillende situaties met bijbehorende hoofdafwegingen voor de beoordeling van ruimtelijke initiatieven en bepalingen over wat de provincie van gemeenten vraagt. Deze zijn in onderstaande tabel samengevat.
Het plangebied is gelegen in een gebied dat wordt aangemerkt als ‘Waardevol landschap (geen EHS, geen Waardevol open gebied)’.
‘Waardevol landschap – geen EHS, geen Waardevol open gebied’
Voor de (delen van) Waardevolle landschappen die niet in de EHS en/of Waardevolle open gebieden liggen, geldt het ‘ja, mits’-regime: activiteiten zijn toegestaan, mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt. Dat betekent dat ontwikkelingen van allerlei aard mogelijk zijn, waarbij overigens wel geldt dat deze landschappen zich niet lenen voor grootschalige verstedelijking. Wanneer een van de in het geding zijnde kernkwaliteiten wordt aangetast, maar andere kernkwaliteiten worden versterkt en over het geheel genomen sprake is van versterking van de kernkwaliteiten, kan dit acceptabel zijn. Bij toepassing van deze benadering kan het nodig zijn om het plangebied te vergroten om tot een acceptabele uitkomst te kunnen komen. Dat is niet het geval bij aantasting van onvervangbare en/of zeldzame kernkwaliteiten als karakteristieke openheid of sommige verkavelingspatronen. Algemene regels hiervoor zijn niet te geven, er is sprake van maatwerk.
Het plangebied maakt onderdeel uit van ‘Waardevol landschap 24 Veluwemassief (Noord)’. Dit is hieronder weergegeven. Onderstaand kaartbeeld bevat een uitsnede van de kaart behorende bij deze streekplanuitwerking.
Afbeelding 4.3: Uitsnede kaart streekplanuitwerking Waardevol landschap (Bron: Provincie Gelderland)
Het voorliggende initiatief betreft de uitbreiding van de begraafplaats te Emst. Met het ontwerp voor de uitbreiding is rekening gehouden met de strekkingsrichting van het landschap (zie ook Hoofdstuk 3). De huidige (groene) opzet van de begraafplaats wordt voortgezet. Er wordt geen afbreuk gedaan aan de cultuurhistorische en archeologische waarde (zie ook 5.2.1 en 5.2.2) van het landschap. Geconcludeerd wordt dat de uitbreiding van de begraafplaats te Emst geen belemmeringen oplevert in het kader van de Streekplanuitwerking.
Provinciale Staten hebben in hun vergadering van 15 december 2010 de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld. De verordening (RVG) is gericht tot de gemeenten en bevat regels waar met name bestemmingsplannen aan dienen te voldoen. Daarnaast bevat de verordening voor één onderwerp direct bindende regels, namelijk voor het onderwerp nieuwvestiging en uitbreiding van solitaire glastuinbouwbedrijven. Bij de totstandkoming van de verordening is het beleid uit het streekplan 2005 (thans structuurvisie), streekplanuitwerkingen en –herzieningen als uitgangspunt genomen. De verordening behelst slechts een juridische vertaling van dit beleid, hier is geen nieuw beleid aan toegevoegd.
Geconcludeerd kan worden dat het initiatief passend is binnen de kaders van het provinciaal beleid. In het ontwerp voor de uitbreiding is rekening gehouden met de strekkingsrichting van het landschap (zie ook Hoofdstuk 3). Er wordt geen afbreuk gedaan aan de cultuurhistorische en archeologische waarde (zie ook 5.2.1 en 5.2.2) van het landschap.