direct naar inhoud van 2.8 Luchtkwaliteit
Plan: Buitengebied, 2e partiële herziening (Recreatiegebied Kievitsveld)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.BG003Kievitsveld2e-VBP1

2.8 Luchtkwaliteit

Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening worden gehouden met het gestelde in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen. Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan worden vastgesteld, indien:

  • a. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarde, of
  • b. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect, of
  • c. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen, of
  • d. het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).

Van een verslechtering van de luchtkwaliteit in betekenende mate als bedoeld onder c is sprake indien zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:

  • woningbouw: 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg of 3.000 woningen bij 2 ontsluitende wegen;
  • infrastructuur: 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie);
  • kantoorlocaties: 100.000 m2 brutovloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg, 200.000 m2brutovloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.

Het criterium 'niet in betekenende mate' kan pas worden toegepast als het NSL en de (nieuwe) regionale programma's zijn vastgesteld en dat is nog niet het geval. Daarom kan nog niet van de 3%-regeling gebruik gemaakt worden (het percentage van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van PM10 of NO2, waarmee de luchtkwaliteit verslechtert als gevolg van het project), maar geldt de 1%-grens. Daarbij moeten de voorgenoemde aantallen door 3 worden gedeeld. Voor woningbouw betekent dat bijvoorbeeld dat de luchtkwaliteit 'niet in betekenende mate" verslechterd zolang het aantal woningen niet boven de 500 uitkomt.

Voorliggend bestemmingsplan omvat dergelijke ontwikkelingen niet. Geconcludeerd kan daarom worden dat door de ontwikkelingen die met het onderhavige bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, de luchtkwaliteit niet in betekenende mate zal verslechteren. Derhalve hoeft niet nader op het aspect luchtkwaliteit te worden ingegaan.

Deze conclusie wordt onderbouwd in een rapport over een onderzoek naar de luchtkwaliteit. Het onderzoek is uitgevoerd in 2006 en heeft alleen betrekking op de gevolgen van de te verwachten verkeerstoename naar aanleiding van de aanleg van de waterskibaan. Conclusie van het onderzoek dat de toename van het verkeer geen dusdanige effecten heeft dat de normen worden overschreden. Het volledige rapport is als Bijlage 3 Luchtkwaliteitsonderzoek bij de toelichting opgenomen.

In het rapport is dus nog geen rekening gehouden met de verplaatsing van het outdoorbedrijf. Omdat het outdoorbedrijf over een kleine afstand verplaatst, van net buiten het gebied Kievitsveld naar een locatie op het terrein van het Kievitsveld, zullen de verkeersstromen niet wezenlijk wijzigen. Een nader onderzoek hiernaar is dan ook niet noodzakelijk.