direct naar inhoud van 2.11 Beeldkwaliteit
Plan: Buitengebied, 2e partiële herziening (Recreatiegebied Kievitsveld)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.BG003Kievitsveld2e-VBP1

2.11 Beeldkwaliteit

In deze paragraaf wordt ingaan op de nadere eisen met betrekking tot het ontwerp van de te realiseren bebouwing, ten aanzien van de kapvormen en materialisatie. Gelet op de situering van het plangebied en de relatie is het min of meer vanzelfsprekend dat op de bebouwing van de Veluwse Bron wordt aangesloten c.q. dat de verschillen ten opzichte van deze bebouwing niet te groot worden.

De bebouwing in het plangebied is ondergeschikt aan het landschap. Zoveel mogelijk moet worden aangesloten bij de gebiedseigen kenmerken.

De gebouwen worden samengesteld met traditionele materialen. Verharde oppervlakten worden tot een minimum beperkt. Het hemelwater wordt opgevangen en geïnfiltreerd (of wadi, greppel of zaksloot aanleggen).

Door het materiaalgebruik wordt de eenheid met de omgeving versterkt. Natuurlijke materialen in een natuurlijke omgeving moeten eigenlijk als een vanzelfsprekendheid ervaren worden.

De kleuren die de materialen uitstralen versterken op vanzelfsprekende wijze het geheel.

Wat betreft de beeldkwaliteit zijn er drie categorieën randvoorwaarden, waarvan de juridische betekenis divers is. Er zijn randvoorwaarden die:

  • voortkomen uit de bestemmingsplanvoorschriften;
  • als welstandscriteria door de Welstandscommissie kunnen worden gehanteerd;
  • niet publiekrechtelijk zijn of te dwingen, maar stedenbouwkundig gewenst.

De woningwet vraagt van de gemeente om welstandscriteria vast te stellen. In deze paragraaf wordt ingegaan op deze criteria, die te zijner tijd bij de welstandsbeoordeling worden gehanteerd.

Criteria

Algemeen

  • het ontwerp van de gebouwen sluit qua hoofdgedachte aan op de bebouwing van de Veluwse Bron.

Situering

  • de hoofdoriëntatie van de bebouwing is in principe naar de binnenzijde (plaszijde) gericht; openheid naar plaszijde, meer geslotenheid naar "voorzijde".

Vormgeving

  • de kapvorm hangt samen met de gekozen architectuur. Per gebouw(tje) wordt één kapvorm gekozen. Flauwe dakhellingen en lessenaarsdaken zijn uitgangspunt. Dakhellingen tussen 10 en 60 graden;
  • eigentijdse architectuur.

Detaillering, kleuren, materialen

  • er wordt zoveel mogelijk gewerkt met natuurlijke materialen, voor de gevels en de daken
  • baksteen, hout en glas;
  • terughoudendende, rustige, natuurlijke kleuren;
  • heldere toepassing van deze materialen. Niet te veel verschillende materialen per gebouw(tje);
  • witte steen wordt niet toegepast;
  • worden gedekte kleuren toegepast.