direct naar inhoud van 5.3 Archeologische waarden
Plan: Bestemmingsplan Het Nationale Park De Hoge Veluwe
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0228.BP2012VELU0002-0301

5.3 Archeologische waarden

Op de Cultuurhistorische Waardenkaart Ede zijn alle in de gemeente Ede bekende en te verwachten cultuurhistorische (en dus ook archeologische) waarden in kaart gebracht.2 

De uitkomst van de integrale cultuurhistorische inventarisatie en waardering is een gemeentelijke cultuurhistorische kaart met daarop vier categorieën cultuurhistorische zones (RAAP-rapport 2500, kaartbijlage 6).

De zones met een hoge cultuurhistorische betekenis zijn bijzonder kenmerkend en cultuurlandschappelijk of historisch (steden)bouwkundig gaaf. Zij herbergen een grotere dichtheid aan relatief goed geconserveerde cultuurhistorisch waardevolle elementen, lijnen en gebieden dan de zones met minder hoge cultuurhistorische betekenis.

In de cultuurhistorische zones zijn gebieden met bekende en te verwachten archeologische waarden geïntegreerd. Voor een afzonderlijke beschrijving van alle in het plangebied bekende en te verwachten archeologische vindplaatsen wordt verwezen naar RAAP-rapport 2500, inclusief de bijbehorende kaartbijlage 2. Alleen de hoogst gewaardeerde bekende en te verwachten archeologische waarden in gebieden met een hoge cultuurhistorische betekenis zijn in dit bestemmingsplan planologisch beschermd. Het gaat om de gebieden:

- Reemsterveld

- De Pampeld

- Otterlosche Bosch

- Siberië

- Otterlosche Eng

Gebieden op de cultuurhistorische waarderingskaart waarvan de hoge cultuurhistorische betekenis alléén gebaseerd is op de aanwezigheid van bovengrondse cultuurhistorische waarden zijn niet archeologisch beschermd. De trefkans op belangrijke archeologische resten is hier dermate klein dat planologische bescherming niet noodzakelijk wordt geacht.

Het belangrijkste argument om de planologische bescherming van ondergrondse archeologische waarden in het Nationale Park af te laten hangen van de aanwezigheid van waardevolle bovengrondse cultuurhistorische waarden (ensembles) heeft te maken met focus en herkenbaarheid. Een focus op zichtbaar cultuurhistorisch betekenisvolle gebieden maakt uitvoering van archeologische regelgeving in praktische zin beter mogelijk en daardoor meer succesvol. Bekende en te verwachten archeologische waarden in gebieden die niet planologisch zijn beschermd, worden daarnaast niet direct bedreigd, omdat het onderhavige bestemmingsplan hoofdzakelijk een conserverend plan is. Grootschalige ontwikkelingen die deze – minder hoog gewaardeerde – archeologische (verwachtings)waarden onevenredig kunnen aantasten, worden in dit plan niet mogelijk gemaakt.

Ten behoeve van de planontwikkeling heeft (nog) geen archeologisch vooronderzoek plaatsgevonden. Het gebied, waar de meeste ontwikkelingen verwacht worden, heeft een lage of middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Ontwikkelingen zullen hier niet groter zijn dan de in de Edese archeologienota vastgestelde ondergrens van 5000 m2. Enkele ontwikkelingen liggen in een gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde (onder andere het nieuwe fietspad richting Jachthuis St. Hubertus). De exacte planlocatie en verstoringsdiepte voor deze ontwikkelingen is nog niet bekend en wordt bepaald bij uitwerking van de plannen. Wanneer de locatie en verstoringsdiepte van de ontwikkelingen bekend is, zal voorafgaand aan de vergunningverlening, vóór de uit te voeren werken, archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.

Dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie'

Aan gebieden met een 'hoge cultuurhistorische betekenis' op de Cultuurhistorische Waardenkaart wordt ter planologische bescherming een dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie' toegekend. Aan deze dubbelbestemming wordt een vergunningstelsel gekoppeld, waarmee onevenredige aantasting van archeologische (verwachtings)waarden getracht wordt te voorkomen.

Bij het bestemmen van de gronden met 'hoge cultuurhistorische betekenis' wordt rekening gehouden met vier categorieën archeologische terreinen:

a) Terreinen die van rijkswege zijn beschermd;

b) Terreinen van archeologische waarde ('Waarde-Archeologie 1');

c) Terreinen met archeologische verwachtingswaarden ('Waarde-Archeologie 2');

d) Terreinen met bekende archeologische waarden ('Waarde-Archeologie 2')

Ad a) Dit betreft zogenaamde archeologische rijksmonumenten. In het Nationale Park de Hoge Veluwe bevinden zich geen terreinen die van rijkswege zijn beschermd.

Ad b) Dit zijn terreinen waar de daadwerkelijke aanwezigheid van een behoudenswaardige archeologische vindplaats door middel van archeologisch onderzoek is aangetoond. Behoudenswaardige archeologische resten bevinden zich hier boven of dicht onder het maaiveld. Bouw- en aanlegwerkzaamheden kunnen op basis van het opgenomen vergunningstelsel in deze gronden alleen doorgang vinden onder de voorwaarde van aanvullend archeologisch onderzoek.

Ad c) Dit zijn zones met een overwegend hoge archeologische verwachting. De trefkans op archeologische vindplaatsen is hier groot. Eventuele archeologische resten bevinden zich op de Veluwe op zeer wisselende diepte, over het algemeen zeer dicht onder het maaiveld. Bouw- en aanlegwerkzaamheden dieper dan 20 cm beneden maaiveld en met een oppervlak groter dan of gelijk aan 250 m2 kunnen op basis van het opgenomen vergunningstelsel in deze gronden alleen doorgang vinden onder de voorwaarde van aanvullend archeologisch onderzoek.

Sommige locaties zijn in het verleden al aan een of andere vorm van archeologisch onderzoek onderworpen. Wanneer uit dit onderzoek is gebleken dat de trefkans op intacte (behoudenswaardige) archeologische resten in deze gronden klein is, zijn deze locaties niet dubbelbestemd.

Ad d) Dit zijn veelal losse vindplaatsen. De ligging (coördinaten) en begrenzing (oppervlak en diepte) van veel van deze bekende archeologische vindplaatsen zijn niet exact (in (centi)meters) bekend. Het is bovendien niet duidelijk of de vindplaatsen nog intact zijn en als behoudenswaardig zouden moeten worden aangemerkt. De meeste van deze archeologische waarden liggen in gronden met een hoge archeologische verwachting c.q. hoge cultuurhistorische betekenis. Omdat voor deze gronden al een beschermende planologische regeling in het onderhavige plan is opgenomen ('Waarde-Archeologie 2', zie c), is ervoor gekozen voor de bekende archeologische waarden geen aparte regeling in het plan op te nemen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0228.BP2012VELU0002-0301_0017.png"

Afbeelding 15: Gebieden met de bestemming Waarde - Archeologie 1 (groen omlijnd) en Waarde - Archeologie 2 (rood omlijnd)

Archeologisch onderzoek

Archeologisch onderzoek dat in de gemeente Ede wordt uitgevoerd, moet voldoen aan de richtlijnen in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en aan door burgemeester en wethouders van de gemeente Ede gestelde voorwaarden (zie Erfgoedverordening Gemeente Ede 2012, artikel 17 en 18).

Archeologisch onderzoek is in gronden met een dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie' niet noodzakelijk als naar het oordeel van een archeologische deskundige namens de gemeente Ede is aangetoond dat archeologische (verwachtings)waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Dit geldt bijvoorbeeld in geval van kleinschalige ontwikkelingen kleiner dan de in de planregels opgenomen ondergrenzen of wanneer aantoonbare technische maatregelen worden getroffen waardoor archeologische (verwachtings)waarden in de bodem (in situ) kunnen worden behouden.

Samenvattend:

  • Archeologische rijksmonumenten behoeven geen verdere planologische bescherming;
  • Terreinen van archeologische waarde worden met een dubbelbestemming en vergunningenstelsel beschermd, waarbij geldt dat archeologisch onderzoek vrijwel altijd is vereist;
  • Een selectie van gebieden met een overwegend hoge archeologische verwachtingswaarde én hoge cultuurhistorische betekenis op de Cultuurhistorische Waardenkaart wordt met een dubbelbestemming en vergunningstelsel beschermd, waarbij geldt dat archeologisch onderzoek is vereist in geval van bodemverstoringen dieper dan 20 cm beneden maaiveld en groter dan 250 m2. In dat geval dient een rapport overlegd te worden waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is vastgesteld.
  • Aan terreinen met een overwegend middelhoge of lage archeologische verwachting (zonder hoge cultuurhistorische betekenis) worden in dit plan geen restricties verbonden.