direct naar inhoud van 4.4 Geluidhinder
Plan: Recreatiepark De Zanding
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0228.BP2012OTTO0001-0301

4.4 Geluidhinder

4.4.1 Toetsingskader

Het vigerende beleid en de normstelling met betrekking tot geluidshinder is vastgelegd in de Wet geluidhinder, ministeriële besluiten en jurisprudentie en in artikel 3.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Een toelichting hierop komt in deze paragraaf aan de orde, toegespitst op de situatie in dit ruimtelijke plan.

De geluidsbelasting aan de gevels van geluidsgevoelige bestemmingen dient te voldoen aan de normstelling die in de Wet geluidhinder is opgenomen. De Wet geluidhinder definieert ook wat wordt verstaan onder geluidsgevoelige bestemmingen. De ontwikkelingen die op De Zanding zijn voorzien, zijn geen van alle in de Wet geluidhinder als geluidsgevoelige bestemming aangemerkt. Akoestisch onderzoek dat toetst aan de normstelling van de Wet geluidhinder kan vanuit dat oogpunt achterwege blijven. Op basis van vaste jurisprudentie dient echter in het kader van een goede ruimtelijke ordening wel inzichtelijk te worden gemaakt of er sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat.

Ter onderbouwing van de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting wordt bij gebrek aan een wettelijk kader aangesloten bij de benaderingswijze die de Wet geluidhinder hanteert voor geluidsgevoelige bestemmingen. Vanuit dat oogpunt wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB als richtwaarde gehanteerd en geldt de uiterste grenswaarde van 53 dB als maximaal aanvaardbare waarde. Tevens wordt de correctie op basis van artikel 3.6 uit het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 (RMG 2006) toegepast.

Bij geluidsbelasting boven de richtwaarde wordt onderzocht of met maatregelen de geluidsbelasting kan worden beperkt en dit doelmatig is. Vervolgens wordt op basis van dit onderzoek onderbouwd of er sprake is van een acceptabel akoestisch klimaat.

4.4.2 Resultaten onderzoek

Voor de toekomstige situatie is de ligging van de geluidscontouren berekend. De verkeersintensiteit op de Arnhemseweg is in 2023 als gevolg van een autonome verkeersgroei en een toename ten gevolge van de ontwikkeling gestegen van 3.790 mvt/etmaal tot 4.547 mvt/etmaal. Dit is een stijging van een kleine 20%. Als gevolg daarvan zal de geluidsbelasting zeer beperkt toenemen. Een stijging van de geluidsbelasting met minder dan 1 dB is niet voor het menselijk oor hoorbaar. Pas bij een stijging van de verkeersintensiteit met meer dan 25% neemt de geluidsbelasting met circa 1 dB toe. Geconcludeerd kan worden dat de herontwikkeling van De Zanding niet leidt tot een verslechtering van de geluidsbelasting als gevolg van de wegen die De Zanding ontsluiten.

Voor de beoogde ontwikkelingen, zoals de nieuwe groepsaccommodaties, het hotel en nieuwe standplaatsen/recreatiewoningen zijn berekeningen uitgevoerd. De invoergegevens, uitgangspunten en resultaten zijn opgenomen in bijlage 10 van de mer-beoordeling. Op basis hiervan kan worden bepaald of sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat.

Ten gevolge van het verkeer op de Arnhemseweg is sprake van een overschrijding van de richtwaarde van 48 dB aan de gevels van zes groepsaccommodaties en het hotel. Aan de gevels van drie groepsaccommodaties langs de Arnhemseweg stijgt de geluidsbelasting boven de 53 dB. Met het ter plaatse van de groepsaccommodaties doortrekken van de aanwezige geluidswal langs de Arnhemseweg, kan worden gewaarborgd dat overal een aanvaardbaar akoestisch klimaat op de onderste bouwlaag gewaarborgd is en in de buitenruimte een geluidsbelasting van maximaal 52 dB gegarandeerd is. Aanbevolen wordt om aanvullend bij drie groepsaccommodaties op de tweede en mogelijk derde bouwlaag extra gevelmaatregelen te nemen. Dan kan ook hier een beter akoestische klimaat worden gewaarborgd.

In het zuidwesten van het terrein worden standplaatsen voor kampeermiddelen gehandhaafd. Deze plaatsen liggen achter de bestaande geluidswal. Als gevolg van de toename van het verkeer zal de 48 dB-geluidscontour 3 m dieper het terrein in reiken (van 15 naar 18 m uit de voet van de geluidswal). De 53 dB-contour reikt 1 m dieper het terrein in (van 5 naar 6 m uit de voet van de huidige geluidswal). Daarmee blijft een aanvaardbaar geluidsklimaat op de standplaatsen voor kampeermiddelen gewaarborgd.

4.4.3 Conclusie

Uit bovenstaande blijkt dat het aspect wegverkeerslawaai de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat. Het aspect geluidhinder behoeft geen vertaling naar de juridische regeling.