Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Uitbreiding RWZI Dwarsweg te Ede
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0228.BP2010PEPP0001-0301

4.8 Water

In het kader van het verkrijgen van een duurzaam watersysteem hebben Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen in 2001 de Startovereenkomst waterbeleid 21e eeuw (WB’21) ondertekend. Onderdeel van het nieuwe waterbeleid is de “watertoets”: de check van ruimtelijke plannen aan de gevolgen voor het watersysteem. Ruimtelijke plannen dienen een waterparagraaf te bevatten. Initiatiefnemers van ruimtelijke plannen moeten in een vroegtijdig stadium van het planvormingsproces de waterbeheerder(s) betrekken. De initiatiefnemer vraagt de waterbeheerder(s) om een wateradvies in de vorm van een watertoets. In de waterparagraaf worden de watertoets en de uitkomsten van het overleg opgenomen. Op basis van de watertoets zal de waterbeheerder Keurontheffing en, indien nodig, een Wvo-vergunning (Wet verontreiniging oppervlaktewater) verlenen.
4.8.1 Beleid waterschap / Gemeente Ede
Het gemeentelijk beleid qua water staat beschreven in het Waterplan. Dit plan is een gezamenlijk product van Gemeente Ede, Waterschap Vallei & Eem, Provincie Gelderland en Waterleidingbedrijf Vitens en geldt voor de periode van 2008 tot 2012. De belangrijkste uitgangspunten voor de omgang met water, die in het Waterplan worden beschreven zijn:
  • Vasthouden, bergen, afvoeren van regenwater;
  • Scheiden van vuil en schoon water;
  • Vergroten van de kwaliteit van de leefomgeving.
Waterhuishoudkundige situatie
Het perceel aan de Dwarsweg is op dit moment onverhard. Op deze plekken infiltreert het hemelwater in de bodem. Bij uitbreiding van verharding of bebouwing moet rekening gehouden worden met de waterhuishoudkundige situatie. Ten oosten en zuiden van het perceel ligt een watergang (naam?) die water van de Peppelensteeg en de woonwijk Veldhuizen verder afvoert naar de Noorderspoorsloot en het Valleikanaal.
 
Nabehandelingsinstallate in relatie tot Waterkwaliteitsdoelstellingen
Ten behoeve van de verbetering van de waterkwaliteit in de Randmeren zijn maatregelen genomen om de fosfaatconcentratie te verminderen. De aanpassing van de RWZI’s is in dat kader gericht op het bereiken van een fosfaatconcentratie in het effluent van 0,2 mg/l in het zomerhalfjaar. Deze concentratie is afgesproken in het kader van de BEZEM overeenkomst die tussen diverse overheden is gesloten.
 
Aandachtspunten voor de waterhuishoudkundige situatie zijn:
 
Bodemgesteldheid
Volgens de bodemkaart van Nederland kaartblad 39 Oost en 32 Oost bestaat de bodem van het onderhavige gebied voornamelijk uit beekeerdgronden leemarm en zwak lemig fijn zand of lemig fijn zand. Het gebied heeft een grondwatertrap III dat betekent dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand hoger dan 0,40 m beneden het maaiveld ligt en de gemiddelde laagste grondwaterstand tussen 0,80 en 1,20 m beneden het maaiveld.
 
Hemelwaterbeleid
In het hemelwaterbeleid zijn de doelstellingen ten aanzien van hemelwater uit het waterplan operationeel uitgewerkt. Bij nieuwbouw (>30m²) mag het afstromende hemelwater van verharde oppervlakken niet op de gemengde riolering worden aangesloten. Schoon hemelwater dient waar mogelijk in de bodem geïnfiltreerd te worden conform het bouwbesluit en het hemelwaterbeleid. In het hemelwaterbeleid staan eisen en voorkeursvolgorden t.a.v. hemelwaterbehandeling vastgesteld.
Er zal ongeveer 600 m² verhard oppervlak bij komen. Dit bestaat grotendeels uit verharding waardoor het regenwater zal afvloeien naar het onverharde gedeelte en uiteindelijk afwateren richting de watergang.
 
Grondwatervisie
De grondwatervisie is ook een operationele uitwerking van het waterplan van Ede. De grondwaterstand kan van nature langs de Veluweflank enorm fluctueren. Bovendien verwacht de provincie Gelderland in deze zogenaamde “grondwaterfluctuatiezone” in de toekomst ten gevolge van klimaatverandering een extra stijging van de grondwaterstand. (Grond)water dient voortaan nog eerder in ruimtelijke projecten betrokken te worden, bij voorkeur al bij de locatiekeuze.
Met de grondwatervisie streeft de gemeente Ede naar balans in haar stedelijke grondwatersystemen waarbij enerzijds grondwateroverlast wordt voorkomen en anderzijds gezorgd wordt dat zo min mogelijk grondwater van hoge kwaliteit wordt afgevoerd. Het Peppelensteeggebied valt voor een groot deel binnen de grondwater fluctuatiezone.
 
Proces- en spoelwater
In de nabehandelingsinstallatie wordt een deel van het effluent van de bestaande biologische zuivering die aan de overkant van de Dwarsweg is gelegen met een chemische zuiveringsstap extra gezuiverd. Hiervoor worden metaaloxiden gebruikt waaraan fosfaten kunnen binden. Het schone water wordt via een aparte afvoer geloosd op de Noorderspoorsloot. Het spoelwater wordt teruggevoerd naar de bestaande zuivering en via de sliblijn afgescheiden.
4.8.2 Watertoets
Waterschap Vallei en Eem is initiatiefnemer van de nabehandelingsinstallatie. Het bestemmingsplan en deze paragraaf komt daarom in nauw overleg tot stand. De opmerkingen van het waterschap zijn verwerkt. Het plan voldoet zo aan de gestelde eis in ‘de watertoets’ dat ruimtelijke plannen in overleg met het waterschap tot stand dienen te komen.
 
Conclusie
Het bestemmingsplan is in opdracht van en in samenwerking met het waterschap tot stand gekomen. Het bestemmingsplan voldoet aan het gemeentelijk- en waterschapsbeleid ten aanzien van water.