Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Van den Hamlaan 8
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0228.BP2010LUNO0003-0301
3.2.1 Streekplan Gelderland (2005) 'Ruimte voor de regio'
Het streekplan voor de Provincie Gelderland is vastgesteld op 29 juni 2005 en vormt het provinciaal sociaalruimtelijk beleid wat leidend is voor onderhavig bestemmingsplan. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. Het Gelders ruimtelijk beleid voor de periode 2005-2015 heeft als hoofddoelstelling: 'De ruimtebehoefte zorgvuldig in regionaal verband te accommoderen en te bevorderen zodat publieke (rijk, provincie, gemeenten, waterschappen) en private partijen de benodigde ruimte vinden, op een wijze die meervoudig ruimtegebruik stimuleert, duurzaam is en de regionale verscheidenheid versterkt, gebruik makend van de aanwezige identiteiten en ruimtelijke kenmerken'.
Om voldoende structuur en helderheid aan te brengen in het streekplan heeft de provincie het gebied opgedeeld in drie gebieden, te weten:
  1. Het rode raamwerk;
  2. Het groen-blauwe raamwerk;
  3. Het multifunctionele gebied.
Onderhavig plan valt volgens het streekplan in het rode raamwerk. Binnen dit raamwerk wil de provincie de verstedelijking concentreren in stedelijke netwerken. Het accent ligt binnen het raamwerk op het ontwikkelingsbeleid op het gebied van stedelijke functies en intensieve land- en tuinbouwteelt. De provincie wil met het beleid de stedelijke functies zoveel als mogelijk bundelen om zodoende bij te dragen aan een efficiënt ruimtegebruik. Het bundelen van de stedelijke functies zal op twee niveaus plaatsvinden, te weten in stedelijke netwerken en in de regionale centra. Om deze doelstelling te waarborgen heeft de provincie eveneens een aantal uitgangspunten geformuleerd. De uitgangspunten zijn als volgt:
  • Om de doelstelling van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik te stimuleren is het van belang dat nieuwe stedelijke ontwikkelingen worden ingepast binnen bestaand bebouwd gebied.
  • In de provincie is een behoefte aan 'dorps' en 'landelijk wonen'. Het doel is te voorzien in deze behoefte zonder een afbreuk van het buitengebied te veroorzaken. Middels zorgvuldige transformaties en inbreiding binnen bestaand bebouwd gebied van dorpen kan hier in beperkte mate aan worden bijgedragen.
  • Door nieuwe woonmilieus te generen kan men de gewenste verbetering van de omgevingskwaliteit bewerkstelligen.
De provincie geeft per regio een schatting voor het aantal te bouwen woningen in de planperiode van het streekplan. De locaties van de geplande woningen worden op basis van een kwalitatief woonprogramma bepaald. Onderhavig plan voorziet in de bouw van een aantal woningen in bestaand bebouwd gebied. Gelet op de relevante uitgangspunten ten aanzien van wonen binnen bestaand bebouwd gebied kan gesteld worden dat het plan in overeenstemming is met het beleid. Er is sprake van een zorgvuldige inpassing van woonbebouwing in bestaand bebouwd gebied, het plan draagt in zekere mate bij aan een efficiënt ruimtegebruik.
 
Conclusie
Het streekplan Gelderland beschrijft het sociaal-ruimtelijk beleid voor de gehele provincie. De in bovenstaande beschreven uitgangspunten zijn relevant voor de uitvoering van onderhavig project. Het plan sluit aan bij de uitgangspunten van het streekplan van de provincie Gelderland. Geconcludeerd kan worden dat het project in overeenstemming is met het streekplanbeleid.
3.2.2 Provinciaal Ecologische Hoofdstructuur
De Ecologische Hoofdstructuur (afgekort EHS) is een samenhangend netwerk van belangrijke natuurgebieden in Nederland. Het betreft hier kleine en grote natuurgebieden waarin de natuur (zowel planten als dieren) de hoofdrol speelt. Het beleid in het kader van de EHS moet zorg dragen voor de bescherming van de natuurgebieden. Middels gestelde regels en uitgangspunten wordt voorkomen dat natuurgebieden geïsoleerd raken en dat de aanwezige dieren en planten uitsterven, waardoor de natuurgebieden hun waarde verliezen. De EHS wordt ook wel gezien als de ruggengraat van de Nederlandse natuur en vormt de basis van het Nederlandse natuurbeleid. De EHS bestaat uit bestaande natuurgebieden, nieuwe natuurgebieden en ecologische verbindingszones (evz's). Het grootste gedeelte van de Nederlandse EHS bestaat uit bestaande bossen en natuurgebieden. Er is daarnaast onderscheid te maken tussen de 'droge' en de 'natte' EHS. De natte EHS bestaat uit: meren, rivieren en de Nederlandse delen van de Noordzee en de Waddenzee. De huidige EHS verdient nog steeds erg veel aandacht en verbetering. De ruimtelijke samenhang en milieucondities zijn momenteel onvoldoende. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die in welke vorm dan ook enige vorm van afbreuk veroorzaken zijn derhalve niet toegestaan.
 
De EHS draagt bij aan het bereiken van de hoofddoelstelling van het Nederlandse natuurbeleid, te weten: 'natuur en landschap behouden, versterken en ontwikkelen, als bijdrage aan een leefbaar Nederland en een duurzame samenleving'. Om hier voldoende aan bij te dragen stelt de regelgeving in het kader van de EHS drie uitgangspunten:
  • vergroten; het areaal natuur uitbreiden en zorgen voor grotere aaneengesloten gebieden;
  • verbinden; natuurgebieden zoveel mogelijk met elkaar verbinden;
  • verbeteren; de omgeving zo beïnvloeden dat in natuurgebieden een zo hoog mogelijke natuurkwaliteit haalbaar is. 
Uitsnede PEHS
 
Een deel van de EHS loopt ook door de provincie Gelderland. De provincie Gelderland heeft de aanwezige natuur die valt onder de EHS voor de provincie in kaart gebracht in de vorm van 'Atlas Groen Gelderland EHS structuurplan 2005'. Uit de kaart van de atlas blijkt dat de planlocatie nabij de EHS is gelegen. Voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in of nabij de EHS dient te worden onderbouwd dat de ontwikkeling geen negatieve effecten heeft op de aanwezige natuurwaarden. Onderhavig plan omvat de inbreiding van woningbouw op een binnengebied binnen bestaand bebouwd gebied. Aan de hand van een ecologische quickscan kan worden vastgesteld in hoeverre de ontwikkeling van invloed is op de omliggende natuurwaarden. In het kader van de flora en fauna paragraaf (4.7) van voorliggend bestemmingsplan is een quickscan flora en fauna uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek worden nader toegelicht in paragraaf 4.7.
 
Conclusie
Uit raadpleging van de EHS van de provincie Gelderland blijkt dat het plangebied nabij de EHS is gelegen. Hiertoe dient te worden vastgesteld dat de ontwikkeling geen negatieve gevolgen heeft voor de aanwezige natuurwaarden van de EHS. In paragraaf 4.7 wordt aan de hand van de resultaten van een quickscan flora en fauna onderbouwd welke effecten de ontwikkeling heeft voor de aanwezig natuurwaarden in het gebied. Gelet op de aard, omvang en ligging van het plangebied wordt verwacht dat er geen negatieve effecten optreden door de realisatie van het project.