Toepasselijk recht
Kaderrichtlijn water
De Kaderrichtlijn water (KRW) is een Europese richtlijn gericht op de verbetering van de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater. De KRW maakt het mogelijk om verontreiniging van oppervlaktewater en grondwater internationaal aan te pakken. De Kaderrichtlijn water moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in 2015 op orde is. In dat jaar moet het oppervlaktewater voldoen aan de gestelde waterkwaliteitseisen die afhankelijk zijn van onder meer het type water. De KRW wordt op dit moment ingepast in de Nederlandse regelgeving. Milieudoelstellingen en maatregelen zullen waarschijnlijk eind 2009 vast worden gelegd. Deze doelstellingen en maatregelen zullen moeten worden meegenomen in de watertoets en werken zodoende door in de waterparagraaf. Tot die tijd moet voorkomen worden dat overheden besluiten nemen die een achteruitgang van de waterkwaliteit tot gevolg hebben.
Toepasselijk beleid
Waterwet (2009)
Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. Centraal in de Waterwet staat een intergraal waterbeheer op basis van de 'watersysteembenadering'. Het doel van de waterwet is het integreren van acht bestaande wetten voor waterbeheer. Door middel van één watervergunning regelt de wet het beheer van oppervlaktewater en grondwater en de juridische implementatie van Europese richtlijnen, w.o. de Kaderrichtlijn Water. Een opvallend feit is dat met de inwerkingtreding van de nieuwe Waterwet de Wvo-vergunning voor het lozen vanuit gemeentelijke rioolstelsels op het oppervlaktewater en de heffing op riooloverstorten verdwijnen. Deze worden vervangen door algemene regels die zijn geformuleerd in het Besluit lozen buiten inrichtingen (AMvB). Niet alles is echter onder te brengen in de algemene regels. Daartoe introduceert de Waterwet de integrale watervergunning. In de integrale watervergunning gaan zes vergunningen uit eerdere wetten (inclusief keurvergunning) op in één aparte watervergunning.
Anders omgaan met water: Waterbeleid in de 21ste eeuw
Dit kabinetsstandpunt uit december 2000 geeft de overkoepelende visie van het Rijk weer op de aanpak van veiligheid en wateroverlast. De kern van het Waterbeleid 21ste eeuw is dat water de ruimte moet krijgen, voordat het die ruimte zelf neemt. Het water de ruimte geven betekent dat in het landschap en in de stad, ruimte gemaakt wordt om water op te slaan.
Het Nationaal Bestuursakkoord Water
Het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) heeft tot doel om in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland op orde te krijgen en daarna op orde te houden. Het gaat daarbij om het aanpakken van de gevolgen van de zeespiegelstijging, bodemdaling en een veranderend klimaat. Nederland krijgt hierdoor steeds meer te maken met extreem natte en extreem droge periodes. Om deze problemen te bestrijden zijn maatregelen nodig, met als uitgangspunt het eerst vasthouden, dan bergen en vervolgens afvoeren van water. Het NBW is ondertekend door het Rijk, IPO en de VNG. Het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen gaan dit samen aanpakken.
Beleid gemeente Ede ten aanzien van water
Waterplan gemeente Ede 2008-2012
Het gemeentelijk beleid qua water staat beschreven in het Waterplan. Dit plan is een gezamenlijk product van de Gemeente Ede, Waterschap Vallei & Eem, Provincie Gelderland en Waterleidingbedrijf Vitens en geldt voor de periode van 2008 tot 2012. De belangrijkste uitgangspunten voor de omgang met water, die in het Waterplan worden beschreven zijn:
- Vasthouden, bergen, afvoeren van regenwater;
- Scheiden van vuil en schoon water;
- Vergroten van de kwaliteit van de leefomgeving.
Hemelwaterbeleid
In het hemelwaterbeleid zijn de doelstellingen ten aanzien van hemelwater uit het waterplan operationeel uitgewerkt. Bij nieuwbouw (>30m²) mag het afstromende hemelwater van verharde oppervlakken niet op de gemengde riolering worden aangesloten. Schoon hemelwater dient waar mogelijk in de bodem geïnfiltreerd te worden conform het bouwbesluit en het hemelwaterbeleid. In het hemelwaterbeleid staan eisen en voorkeursvolgorden t.a.v. hemelwaterbehandeling vastgesteld.
In onderhavig geval is er geen sprake van een toevoeging van het verhard oppervlak en heeft derhalve geen negatieve invloed op de hemelwaterafvoer ter plaatse.
De grondwatervisie is ook een operationele uitwerking van het waterplan van Ede. De grondwaterstand kan van nature langs de Veluweflank enorm fluctueren. Bovendien verwacht de provincie Gelderland in deze zogenaamde “grondwaterfluctuatiezone” in de toekomst ten gevolge van klimaatverandering een extra stijging van de grondwaterstand. (Grond)water dient voortaan nog eerder in ruimtelijke projecten betrokken te worden, bij voorkeur al bij de locatiekeuze.
Met de grondwatervisie streeft de gemeente Ede naar balans in haar stedelijke grondwatersystemen waarbij enerzijds grondwateroverlast wordt voorkomen en anderzijds gezorgd wordt dat zo min mogelijk grondwater van hoge kwaliteit wordt afgevoerd.
Waterbeheersplan Waterschap Vallei en Eem 2010-2015
Het vorige waterbeheersplan werd geschreven voor de periode 2004-2007 en is verlengd tot en met 2009. De Waterwet (2009) verplicht het waterschap om voortaan telkens voor een periode van zes jaar een waterbeheerplan op te stellen, in plaats van met een vierjaarlijkse cyclus. De basis van het nieuwe plan wordt gevormd door beleid dat in de achterliggende periode is ontwikkeld. In het nieuwe waterbeheersplan wordt dus voort gebouwd op de in de vorige planperiode behaalde resultaten en wordt ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen. Het waterbeheersplan 2010-2015 is op 17 september 2009 door het Algemeen Bestuur vastgesteld. Dit is het eerste plan dat onder het regime van de nieuwe wet is opgesteld. Het behandelt drie programma's van het waterschap in één plan, te weten:
- Het programma veilige dijken. In dit programma wordt veiliggesteld dat het waterschap zijn beheersgebied beschermt tegen overstroming van buitenwater. In dit geval de Eem en de Randmeren.
- Het programma voldoende en schoonwater. Dit programma gaat over de wijze waarop het waterschap omgaat met zichtbare oppervlaktewater en de nog veel grotere hoeveelheid onzichtbaar grondwater in het beheersgebied. Het doel van het programma is dat het water beschikbaar is en dat het van goede kwaliteit is en dat het water geen overlast veroorzaakt.
- Het programma Zuivering afvalwater. Dit programma houdt in dat het waterschap gebruikt en verontreinigd water en hemelwater dat in rioleringen wordt verzameld, adequaat zuivert voordat het op het oppervlakte wordt geloosd. Dit heeft als doel dat de kwaliteit van het oppervlakte water zo min als mogelijk wordt beïnvloed. Hiermee zal dit programma essentieel bijdragen aan het totale waterbeheersplan.