De mate waarin het geluid, bijvoorbeeld veroorzaakt door het wegverkeer, het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder (Wgh en Bgh). De Wet geluidhinder is sinds het einde van de jaren zeventig een belangrijk juridisch kader voor het Nederlandse geluidsbeleid. De kern van de wet is dat geluidsgevoelige bestemmingen, worden beschermd tegen geluidhinder uit de omgeving ten gevolge van wegverkeer, spoorweg en industrie. De Wet geluidhinder kent de volgende geluidsgevoelige bestemmingen:
- Woningen;
- Onderwijsgebouwen (een gymnastieklokaal maakt geen onderdeel uit van een onderwijsgebouw bij toepassing van de Wet geluidhinder);
- Ziekenhuizen en verpleeghuizen;
- Verzorgingstehuizen;
- Psychiatrische inrichtingen;
- Medische Centra;
- Poliklinieken;
- Medische kleuterdagverblijven.
Het beschermen van bijvoorbeeld het woonmilieu gebeurd aan de hand van vastgestelde zoneringen. Door deze zoneringen is er sprake van een sterke link met de Wro. De naam 'Wet geluidhinder' doet vermoeden dat hier sprake is van een alles omvattende regelgeving, echter niet alle geluidsaspecten worden in de Wet geluidhinder geregeld. De belangrijkste onderdelen die in de Wet geluidhinder worden geregeld zijn:
- Toestellen en geluidwerende voorzieningen;
- Industrielawaai;
- Wegverkeerslawaai;
- Spoorweglawaai;
- Geluidbelastingkaarten en actieplannen.
De meest voorkomende vorm van geluidhinder is degene die wordt veroorzaakt door het wegverkeer. Zo stelt de wet, dat in principe de geluidsbelasting op woningen niet de voorkeursgrenswaarde van 48 dB mag overschrijden. De voorkeursgrenswaarden is de waarde die zonder meer kan worden toegestaan. Indien nieuwe geluidsgevoelige functies worden toegestaan, stelt de Wet geluidhinder de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting ten gevolge van alle wegen, met uitzondering van 30 km wegen, op een bepaalde afstand van de geluidsgevoelige functie(s). Indien na akoestisch onderzoek blijkt dat de grenswaarden van de gevelbelasting worden overschreden dient er een ontheffing te worden verkregen via een hogere voorkeursgrenswaarde procedure. De maximale ontheffingswaarde voor nieuw te bouwen woningen in stedelijk gebied die nog niet zijn geprojecteerd is 63 dB.
Het aspect geluid vormt een belangrijk onderdeel van voorliggend bestemmingsplan. Ten behoeve van de voorgenomen uitbreiding van de RWZI ten oosten van het plangebied is er in opdracht van waterschap Vallei & Eem door Witteveen+Bos op 14 mei 2009 een zonevoorstel opgesteld. Het doel van deze notitie is het bepalen van de ligging van de 50 dB(A) etmaalwaarde contour van de toekomstige situatie.
Het waterschap verwacht in de toekomst door uitbreidingen van de RWZI Ede niet meer te kunnen voldoen aan de vastgestelde wettelijke zone. Uit het akoestisch onderzoek
[1] blijkt dat in de toekomst inderdaad niet voldaan kan worden aan de geluidzone. Om dit te ondervangen stelt het waterschap voor de zone aan te passen, zoals is opgenomen in het onderzoeksrapport, zie afbeelding 10. In afbeelding 10 zijn de verschillende contouren weergegeven. Daarbij is de blauwe contour de huidige situatie en de paarse contour de toekomstige situatie. De gevolgen voor de omgeving zijn minimaal: De voorgestelde zone is in oostelijke en zuidelijke richting gelijk aan de huidige zone. De woonwijk Veldhuizen ten oosten van de RWZI geniet daarmee dezelfde bescherming. De uitbreiding van de zone vindt plaats in westelijke en noordelijke richting. De westelijk gelegen uitbreiding betreft onderhavig plangebied. In het uit te breiden deel zijn geen gevoelige bestemmingen gelegen. Voor de woningen welke nu al in de zone gelegen zijn en een hogere waarde hebben, blijft deze waarde ongewijzigd. Voor de woningen die nog geen hogere waarde hebben, blijft dit ook het geval bij de wijziging van de zone.

Afbeelding 10 - Voorgestelde Geluidzone (in paars aangegeven)
Onderhavig plan voorziet in de planologische inpassing van de nieuwe geluidzone en de bestaande geurzone. Ten behoeve van de uitbreiding moet inzichtelijk worden gemaakt of alle bestemmingen binnen de geluidzone toelaatbaar zijn. Uit het akoestisch onderzoek, uitgevoerd door Witteveen+Bos, blijkt dat de uitbreiding van de RWZI niet binnen de huidige geluidzone kan worden gerealiseerd. In het akoestisch onderzoek wordt een voorstel gedaan voor de nieuwe geluidzone. Binnen de geluidzone ter plaatse van onderhavig plangebied blijkt geen sprake te zijn van een gevoelige bestemming. De geluidzone kan zonder nadelige gevolgen voor de vigerende bestemmingen worden aangepast naar de voorgestelde zone. Het aspect geluid vormt geen belemmering voor onderhavig plan.
[1] Akoestisch onderzoek, Witteveen+Bos, ED-160-1, 14-5-2009