Het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is door het ministerie van Verkeer en Waterstaat vastgelegd in de nota Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (nota Rnvgs; december 1998). Hierover is vervolgens een circulaire verschenen waarin dit beleid is uitgewerkt en verduidelijkt.
Bij de toetsing van een bestemmingsplan moet worden bezien of de kans per kilometer route of tracé op een bepaald aantal slachtoffers groter is dan de oriëntatiewaarde. Deze oriëntatiewaarde geldt in alle situaties, dus voor zowel vervoersbesluiten als omgevingsbesluiten en in zowel bestaande als in nieuwe situaties.
Volgens de ‘Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico’ dient de gemeente de verantwoording van het groepsrisico zo veel mogelijk direct of indirect vast te leggen in het betreffende bestemmingsplan. In het bestemmingsplan moet een ‘stille’ toename van het groepsrisico zoveel mogelijk worden voorkomen. Dit is nodig om ook in de toekomstige situatie de veiligheid te kunnen waarborgen en het ontstaan van knelpunten te voorkomen. Eén en ander kan worden vastgelegd door kwetsbare objecten uit te sluiten of indirect bijvoorbeeld door het bepalen van bebouwingshoogten. Voor het groepsrisico is het tevens van belang of het plan voorziet in een zorginstelling, woningen, appartementen of kantoren en waar deze functies in het plan zijn gelegen.
Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg vindt plaats op de A30. Een gedeelte van de A30 maakt onderdeel van onderhavig plangebied. In kader van onderhavig plan zullen er geen fysieke aanpassingen plaatsvinden aan het wegvlak. Uitgaande dat er in de huidige situatie sprake is van een goede ruimtelijke ordening, zal er geen toename zijn van het groepsrisico.
Vervoer van gevaarlijke stoffen over water is in de omgeving van het plangebied niet aan de orde.
Vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor is in het zuiden van het plangebied aan de orde over de spoorlijn Utrecht - Arnhem.
Door en nabij het plangebied vindt transport plaats van gevaarlijke stoffen over weg en spoor. Omdat in voorliggend bestemmingsplan geen kwetsbare bestemmingen zijn opgenomen, vormt externe veiligheid geen belemmering voor onderhavig plan.