Het gemeentelijke beleid qua water staat beschreven in het Waterplan. Dit plan is een gezamenlijk product van Gemeente Ede, Waterschap Vallei & Eem, Provincie Gelderland en Waterleidingbedrijf Vitens. De belangrijkste uitgangspunten voor de omgang met water, die in het Waterplan worden beschreven zijn:
Huidige situatie
In april 2009 is door Econsultancy B.V. een geohydrologisch onderzoek verricht in het plangebied. Op basis van dit onderzoek en bestaande gegevens blijkt dat de bodem ter plaatse bestaat uit zwak ziltige, zwak tot sterk grindige, matig tot zeer grove zandlagen. De gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) voor het plangebied bevindt zich op circa 14,70m +NAP en de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) op 14,20m +NAP. Met een gemiddelde maaiveldhoogte van 30,00m +NAP bedraagt de theoretische ontwateringsdiepte 15,30m -mv.
Toekomstige situatie
De haalbaarheid van ondergronds infiltreren van hemelwater is afhankelijk van de doorlatendheid van de bodem en de diepte van het grondwater. Uit onderzoeken blijkt dat de bodem ter plaatse uitermate geschikt is voor infiltreren van regenwater. De ondergrond van het terrein bestaat voornamelijk uit zandgrond, het grondwater zit ca. 15m diep en de k-waarde is voldoende om te infiltreren.
Volgens het gemeentelijke beleid mag regenwater afkomstig van nieuwe verhardingen en gebouwen niet worden aangesloten op de riolering. Het regenwater moet op eigen terrein in de bodem worden geïnfiltreerd met een overloop naar een bestaande groene vijver in het openbare gebied. De benodigde berging voor het infiltreren is 40mm.
Uitgangssituatie voor het plan is dat het totaal verharde oppervlak (6077m²) wordt afgekoppeld. Dit betekent dat circa 900m² benodigd is om een wadi in te kunnen passen welke 243 m³ kan bergen. Deze oppervlakte is binnen het huidige plangebied inpasbaar. Het regenwater van de bestaande locatie is deels al afgekoppeld. De bestaande infiltratievoorzieningen kunnen wellicht opnieuw gebruikt worden. De definitieve keuze voor het toe te passen afkoppelsysteem en de verdere uitwerking van het waterhuishoudingsplan dient in overleg te gebeuren met de ontwikkelaar, gemeente en waterschap. Bij grote afwijkingen in toekomstig verhard oppervlak t.o.v. de huidige aanname dient de te realiseren oppervlakte aan berging geactualiseerd te worden.
Op de onderzoekslocatie ligt een gescheiden stelsel. Het vuile water wordt via een betonriool (diameter 300 en 400mm) afgevoerd naar het gemengde rioolstelsel (diameter 400mm) van de Van Heeckerenlaan. De aansluitpunten zullen door de gemeente worden afgegeven.
Duurzaam stedelijk waterbeheer
In relatie tot duurzaam stedelijk waterbeheer zal bij de inrichting van het plangebied rekening worden gehouden met het gebruiken van niet-uitlogende materialen in de te realiseren gebouwen, verhardingen en terreininrichtingselementen. Dit om te zorgen dat de kwaliteit van het regenwater dat geïnfil-treerd wordt in de bodem van voldoende kwaliteit is. Ook moet rekening worden gehouden met aanvullende maatregelen, zoals zandvangputjes, bladscheiders in kolken en regenpijpen. Dit om de infiltratievoorzieningen optimaal te laten functioneren.
Conclusie
Het plan is in het kader van de watertoets afgestemd met het waterschap. Het plan voldoet aan het gestelde door het waterschap doordat de watertoetsrapportage Civicon leidend is voor de uitwerking van het plan. Het plan voldoet tevens aan het gemeentelijk waterbeleid. Vanuit het aspect water bestaat dan ook geen belemmering voor het plan.