Plan: | Scholencluster Sweelinckstraat |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0213.BPEEKOM300004-on01 |
Relevante beleidsstukken op het gebied van water zijn onder andere het Nationaal Waterplan, het Waterplan Gelderland 2010 - 2015 en het Waterbeheersplan van waterschap Vallei en Veluwe. Belangrijkste gezamenlijke punt uit deze beleidsstukken is dat water een belangrijk sturend element is in de ruimtelijke ordening. De volgende punten zijn leidend:
Daarnaast is de Beleidsbrief regenwater en riolering nog relevant. Hierin staat hoe het beste omgegaan kan worden met het hemelwater en het afkoppelen daarvan. Ook hier gelden de drietrapsstrategieën. Het gemeentelijke Waterplan Brummen sluit bij deze uitgangspunten aan.
De gemeente Brummen heeft in samenwerking met Waterschap Vallei en Veluwe een waterplan opgesteld (11 december 2008). In het waterplan staat hoe de gemeente en het waterschap willen omgaan met het water binnen de gemeentegrenzen van Brummen.
Gemeente en waterschap stellen een waterplan op vanuit de behoefte aan een integrale visie op watergebied met concrete doelstellingen, keuzes en een uitvoeringsprogramma en het verbeteren van de afstemming en samenwerking tussen de gemeente en het waterschap. Het waterplan is een goed middel om deze ideeën vorm te geven en uit te werken.
De ambities uit het waterplan vormen een leidraad voor gemeentelijke bestemmingsplannen en de daarin verplicht gestelde waterparagraaf, het gemeentelijk rioleringsplan en allerlei uitvoerings- en beheersplannen. Binnen het waterplan zijn negen ambities verwoord:
Naast het waterplan voorziet de gemeente Brummen ook in beleid ten aanzien van afkoppeling en riolering in het gemeentelijk afkoppelplan en het gemeentelijk rioleringsplan.
Conform het Gemeentelijk Rioleringsplan wordt bij nieuwbouw in eerste instantie gekozen voor niet aansluiten van hemelwater. Hierbij wordt wel onderscheid gemaakt naar lokale eigenschappen van het betreffende gebied. Of afkoppelen (in dit geval niet aansluiten) mogelijk is hangt af van de geohydrologische situatie ter plekke. De afkoppelmogelijkheden heeft de gemeente vastgelegd in het Gemeentelijk afkoppelplan Brummen. Voor de aangewezen gebieden uit het afkoppelplan dient het hemelwater volledig op eigen terrein geborgen te worden. In het plangebied is infiltratie zowel onder- als bovengronds mogelijk.
Het plangebied ligt op de overgang van dekzandgebied naar rivierkleigebied. Eerbeek ligt op gestuwd zand/grind van de stuwwal de Veluwe. In de dekzanden van de Veluwe vindt inzijging plaats. Ten oosten van Eerbeek treedt kwel op, vanuit het Veluwemassief. Het systeem van sprengen en beekdalen is bijzonder en hier heeft Eerbeek mede haar huidige vorm aan te danken. Het systeem is in de kern momenteel minder zichtbaar.
Het plangebied bevindt zich niet binnen enige Keurzone of binnen de zoekgebieden voor waterberging zoals deze staan weergegeven in het Streekplan. Ook bevindt er zich geen oppervlaktewater in het plangebied. Het gebied ligt in de door Provincie Gelderland aangegeven grondwaterfluctuatiezone. Als gevolg van klimaatverandering kunnen de grondwaterstanden in de toekomst stijgen. Bij nieuwbouw dient nagegaan te worden of ophoging van het maaiveld noodzakelijk is om aan de maatgevende droogleggings- en ontwateringseisen te voldoen.
Er is in en om het plangebied bij de gemeente geen grondwateroverlast bekend. Het plangebied is conform het gemeentelijke Afkoppelplan gelegen in een gebied waar infiltratie zowel onder- als bovengrond kan plaatsvinden. Derhalve kan verwacht worden dat een eventuele grondwaterstijging hier niet van invloed is. Het plan heeft verder geen nadelige gevolgen voor en door (grond)water in de omgeving omdat het bebouwde oppervlak slechts beperkt toeneemt.
Het plangebied is gelegen in stedelijk gebied. Volgens het beleid van het waterschap moet in het stedelijk gebied bij een toename aan verharding compensatie plaatsvinden. In onderhavig geval vindt, mede door stapeling van bebouwing, slechts een beperkte toename van verharding plaats ten opzichte van de bestaande situatie. De bestaande school heeft een verhard oppervlakt van circa 2.391 m2, terwijl de oppervlakte van het nieuwe onderwijscluster maximaal circa 2.757 m2 bedraagt. Dit betekent een toename met circa 366 m2 waardoor er compensatie moet plaatsvinden.
Het hemelwater dat op het dak valt wordt op eigen terrein gescheiden aangeboden van het rioolwater. Dit kan door middel van infiltratie (bijvoorbeeld door middel van grindkoffers), het aanleggen van wadi's of een gescheiden rioolstelsel. Het terrein biedt hiervoor voldoende mogelijkheden. Bij de nadere uitwerking van de plannen is dit onderdeel van de ontwerpopgave en worden deze voorzieningen nader gedimensioneerd. Er worden geen uitlogende materialen toegepast (zink, koper of iets dergelijks, eventueel coaten en zacht pvc). Ter voorkoming van uitloging zal indien noodzakelijk een coating worden gebruikt op de dakmaterialen van het onderwijscluster.
Het onderwijscluster krijgt voor het afvoeren van vuilwater een aansluiting op het gemeentelijke gemengd rioleringsstelsel.