direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Vulcanusweg 1 - Arnhemsestraat 50 Brummen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPBRKOM100023-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Aldi Groenlo B.V. beschikt momenteel over een winkel aan de Arnhemsestraat 50 in Brummen. Deze winkel is te klein om te voldoen aan de wensen van de hedendaagse discountconsument. Om een volledig harddiscountaanbod te kunnen aanbieden is een winkelvloeroppervlak (wvo) van circa 1.000 m² gewenst. Deze vergroting is fysiek niet mogelijk op de locatie Arnhemsestraat 50. Bovendien ligt de supermarkt hier in een woongebied waar een supermarktfunctie niet passend is. Aldi wil de winkel daarom verplaatsen naar de Vulcanusweg 1 in Brummen. Op dit perceel is het mogelijk een moderne discountsupermarkt te realiseren. De locatie Arnhemsestraatweg 50 komt vervolgens vrij voor een woningbouwontwikkeling.

De beoogde ontwikkeling van een discountsupermarkt op de Vulcanusweg 1 past niet binnen het vigerende bestemmingsplan. Om de ontwikkeling toch mogelijk te maken zal een nieuw bestemmingsplan moeten worden vastgesteld. Daarmee wordt een passende planologische regeling geboden voor een supermarkt aan de Vulcanusweg 1. Ook wordt geregeld dat het gebruik als supermarkt op de huidige locatie van Aldi aan de Arnhemsestraat 50 wordt uitgesloten. Dat betekent dat hier geen supermarkt meer kan worden geëxploiteerd. Daarmee worden met dit bestemmingsplan op de locatie Vulcanusweg planologisch supermarktmeters toegevoegd, maar op de locatie Arnhemsestraat juist wegbestemd. De planologische toename is dus beperkt. Voor de woningbouwontwikkeling aan de Arnhemsestraat zal een separate procedure doorlopen worden.

Verder zal gebruik worden gemaakt van de coördinatieregeling. Hierbij wordt de besluitvorming rond het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning voor bouwen gebundeld in één procedure.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied betreft de locatie Vulcanusweg 1 en Arnhemsestraat 50 in Brummen. De locatie voor de beoogde nieuwe discountsupermarkt ligt op de hoek Vulcanusweg en Zutphensestraat, in buurtschap Rhienderen, direct ten noorden van Brummen. De directe omgeving bestaat voornamelijk uit lokale bedrijvigheid. De locatie Arnhemsestraat 50 maakt ook onderdeel uit van het bestemmingsplan. Dit is de locatie van de huidige Aldi-discountsupermarkt. Deze bevindt zich in de woonwijk Koppelenburg in het zuiden van Brummen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBRKOM100023-va01_0001.jpg"

Figuur 1.2 Ligging plangebied Vulcanusweg 1 en Arnhemsestraat 50 in Brummen (Bron: luchtfoto Kadaster, 2018)

1.3 Geldende bestemmingsplan

Op de locatie Vulcanusweg 1 vigeert het bestemmingsplan 'De Hazenberg en Rhienderen-Noord', vastgesteld op 26 november 2009. Voor het plangebied geldt de bestemming 'Bedrijventerrein'. Binnen deze bestemming zijn bedrijven tot en met categorie 3.1 toegestaan. Op het gebied ligt een ruim bouwvlak. Hierbinnen mogen gebouwen opgericht worden met een maximale bouwhoogte van 10 meter en een maximaal bebouwingspercentage van 70%. In het plangebied vigeert tevens het paraplubestemmingsplan 'Archeologie'. Op basis van dit bestemmingsplan geldt de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie laag'.

In oktober 2018 is een correctie op het bestemmingsplan 'De Hazenberg en Rhienderen-Noord' vastgesteld. In deze correctie zijn grote lawaaimakers en risicovolle inrichtingen in zijn algemeenheid uitgesloten. Aan de bestemming 'Bedrijventerrein' van het bestemmingsplan 'De Hazenberg en Rhienderen-Noord' is toegevoegd dat risicovolle inrichtingen en geluidzoneringsplichtige inrichtingen niet zijn toegestaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBRKOM100023-va01_0002.jpg"

Figuur 1.3 Uitsnede bestemmingsplan 'De Hazenberg en Rhienderen-Noord' (Bron: ruimtelijkeplannen.nl)

De locatie Arnhemsestraat 50 maakt deel uit van het geldende bestemmingsplan 'Kom Brummen', vastgesteld op 26 november 2009. Op basis van dit bestemmingsplan hebben de gronden aan de Arnhemsestraat 50 de bestemming 'detailhandel'. Op de locatie is een bouwvlak aangegeven, dat volledig bebouwd mag worden. Hierbinnen mag een gebouw met een maximale bouwhoogte van 4 meter opgericht worden. Aan de zuidzijde van de Cromhoutstraat bevindt zich een perceel wat dient als tijdelijk parkeerterrein voor de Aldi. Op dit parkeerterrein ligt tevens de bestemming 'detailhandel'. Hierop is geen bouwvlak opgenomen.

De directe omgeving van het betreffende perceel is voornamelijk bestemd als wonen. Op het aan de noordkant grenzende perceel rust de bestemming dienstverlening.

Op de locatie geldt tevens het paraplubestemmingsplan 'Archeologie'. Op basis van dit bestemmingsplan ligt op de locatie de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie hoog'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBRKOM100023-va01_0003.jpg"

Figuur 1.4 Uitsnede bestemmingsplan 'Kom Brummen' (Bron: ruimtelijkeplannen.nl)

1.4 Beoogde regeling

Met dit bestemmingsplan worden de planologische kaders vastgelegd voor de ontwikkeling van een discount supermarkt aan de Vulcanusweg 1 in Brummen. Dit betekent dat de bestemming ' Detailhandel-1' wordt toegevoegd met daarbij een bouwvlak dat strak om de beoogde bebouwing van de supermarkt ligt, en een vastgelegde bouwhoogte. Daarnaast wordt de geldende dubbelbestemming vanuit het parapluplan ' Archeologie' overgenomen.

De locatie Arnhemsestraat 50 maakt ook onderdeel uit van het plangebied. Hiervoor zijn de bestaande regelingen uit het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Kom Brummen'. Het gaat daarbij om de bestemming 'Detailhandel'. Hier wordt een functieaanduiding 'supermarkt uitgesloten' aan toegevoegd. Daarmee is geregeld dat hier geen supermarkt meer geëxploiteerd kan worden. Daarnaast wordt de geldende dubbelbestemming vanuit het parapluplan 'Archeologie' overgenomen.

Gelet op deze regeling ziet de toelichting bij het bestemmingsplan toe op een toetsing aan de beleidskaders en omgevingsaspecten voor de locatie Vulcanusweg 1. Voor de locatie Arnhemsestraat 50 geldt dat enkel een regeling wordt opgenomen die een ontwikkeling van een supermarkt uitsluit. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen op deze locatie mogelijk gemaakt.

1.5 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de huidige en de toekomstige situatie van het plangebied. Vervolgens is in hoofdstuk 3 een samenvatting opgenomen van het actuele beleidskader dat relevant is voor het plangebied. In hoofdstuk 4 worden de sectorale aspecten beschreven, die inzicht geven in de relevante milieuaspecten en de verrichtte onderzoeken. In hoofdstuk 5 wordt een toelichting gegeven op de gekozen planvorm en de juridische regeling. Ten slotte gaat hoofdstuk 6 in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Ruimtelijke analyse

2.1 Beschrijving huidige situatie

Brummen is ontstaan op één van de oeverwallen langs de IJssel naar het dekzandgebied ten oosten van de Veluwe. Het is een esdorp, gevormd door boerderijen rondom gemeenschappelijk bouwland, de es. De historische dorpskern bestaat uit een gebogen wegenpatroon, met het Marktplein als centrum en gevarieerde dorpse bebouwing van grote en kleine woningen, boerderijen, horecagelegenheden, winkels en andere voorzieningen. De es is heringericht als marktplein met een muziekkapel. Brummen is één van de dorpen langs de oostelijke Veluwezoom die in het verleden in trek waren als woonplaats en vakantieoord van welgestelden. De historische toegangswegen beschikken over imposante laanbomen en markante landhuizen van deze tijd.

Het plangebied voor de beoogde nieuwe discountsupermarkt ligt in buurtschap Rhienderen in het noorden van Brummen. Het betreft het adres Vulcanusweg 1. De locatie ligt aan de rand van de kern Brummen, op het bedrijventerrein Rhienderen-Noord. Dit gemengd bedrijventerrein is indirect verbonden met de provinciale weg van Dieren naar Zutphen. De Zutphensestraat is tevens een belangrijke ontsluitingsweg voor Brummen en sluit via de Kwazenboschweg aan op de N348 en N345. Voor de Zutphensestraat zijn plannen om een kwaliteitsslag door te voeren. Zo wordt onder andere de maximumsnelheid verlaagd van 50 km/u naar 30 km/u.

Het plangebied Vulcanusweg 1 bevindt zich op een zichtlocatie aan een rotonde. Het is een locatie met twee gezichten. Enerzijds ligt de locatie aan de rand van een bedrijventerrein, anderzijds markeert de locatie het door de ligging aan de Zutphensestraat met de waardevolle lintbebouwing de entree van Brummen.

Rhienderen-Noord is een relatief jong bedrijventerrein. Het is ingevuld door bedrijven met in een aantal gevallen ook bedrijfswoningen. Door de groene, verzorgde voorterreinen en de tuinen bij de (bedrijfs)woningen heeft Rhienderen-Noord een groen en vriendelijk karakter. In het plangebied staat momenteel een pand van een voormalige woonwinkel, die nu tijdelijk wordt ingevuld.

De directe omgeving ten noorden en ten westen van de locatie bestaat voornamelijk uit lokale bedrijvigheid. Aan de overzijde van de Zutphensestraat bevinden zich jonge woonbuurten uit de periode 2008/2011.

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBRKOM100023-va01_0004.png"

Figuur 2.1 plangebied Vulcanusweg 1 (Bron: Kadaster Nederland, 2018; bewerking Rho adviseurs)

De locatie is goed bereikbaar en is ontsloten door de directe aansluiting op de N345 naar Apeldoorn en de N348 naar Zutphen. Tevens is de locatie ook voor het secundaire marktgebied goed bereikbaar, via doorgaande routes zoals de N787 en de Rhienderensestraat. Dit is belangrijk voor Aldi omdat het autogebruik onder klanten van Aldi relatief groot is.

2.2 Beschrijving toekomstige situatie

Binnen het projectgebied zal een nieuwe discountsupermarkt gerealiseerd worden. Daarvoor zal de bestaande bebouwing gesloopt worden. Na sloop is er voldoende ruimte beschikbaar voor een discountsupermarkt met bevoorrading en met eigen parkeergelegenheid (zie figuur 2.2).

De nieuwe bebouwing zal een hoogte krijgen van circa 6 meter. Het gebouw zal aan de zuidwestzijde van het plangebied gerealiseerd worden. Daar omheen wordt het parkeerterrein aangelegd. Dit wordt groen ingepast met gebiedseigen beplanting. Door deze opzet opent het profiel en krijgt de rotonde van de Zutphensestraat en de Vulcanusweg een opener karakter (figuur 2.3). Hierdoor krijgt de entree van Brummen een kwalitatieve versterking, wat past bij de functie van deze locatie en de visie voor de Zutphensestraat.

In de nieuwe situatie zal de discountsupermarkt een brutovloeroppervlak (bvo) van 1.580 m2 hebben en een winkelvloeroppervlakte (wvo) van 1.060 m2 wvo krijgen. De nieuwe winkel zal worden geëxploiteerd door Aldi Groenlo b.v. en ingericht worden volgens de laatste formule-uitgangspunten van Aldi. De huidige Aldi-winkel in Brummen zal vervolgens gesloten worden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBRKOM100023-va01_0005.png"

Figuur 2.2 Impressie toekomstige situatie Vulcanusweg 1 (Bron: Kienhuis Bouwmanagement, 14-07-2021)

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBRKOM100023-va01_0006.png"

Figuur 2.3 Impressie toekomstige situatie Vulcanusweg 1

Na verplaatsing van Aldi zal met dit bestemmingsplan de supermarktfunctie ter plaatse van de Arnhemsestraat komen te vervallen. Er zijn daarnaast plannen om hier appartementen te realiseren. Dit wordt middels een separate procedure mogelijk gemaakt.

De verplaatsing van de discountsupermarkt zal ervoor zorgen dat in de buurt een verlaging van de verkeersdrukte plaatsvindt en geen last meer zal ondervinden van het laden en lossen door vrachtwagens. Het verdwijnen van vrachtwagens uit de buurt past tevens beter bij het rustige dorpse en groene karakter van de buurt.

2.2.1 Beoordeling

De huidige winkel van Aldi ligt op het perceel aan de Arnhemsestraat 50 (figuur 2.4), in het zuidelijk deel van Brummen. Het huidige pand is een bedrijfspand uit de jaren 80. Het gebouw is van lage architectonische waarde en sluit niet aan bij de bebouwing in de nabije omgeving. Met een oppervlakte van 527 m2 wvo (676 m2 bvo) is deze winkel bovendien te klein. Net als bij overige supermarktketens wensen ook de bezoekers van discountsupermarkten meer service en comfort in de winkel. Dit heeft tot nieuwe formule-uitgangspunten geleid. In de nieuwe winkels van Aldi is daarom meer aandacht voor bredere gangpaden, meer ruimte voor het assortiment, een lichtere uitstraling van de winkel, meer aandacht voor het versassortiment en een vers broodafdeling. Anderzijds heeft Aldi aandacht voor een meer duurzame exploitatie van haar winkels. Dit stelt eisen aan de indeling van de winkel en de opstelruimte voor installaties. Het huidige winkelpand is te klein om deze veranderingen door te voeren. Daarnaast is de bevoorrading en het parkeren niet optimaal op deze locatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBRKOM100023-va01_0007.jpg"

Figuur 2.4 Aldi-vestiging aan de Arnhemsestraat 50 in Brummen (Bron: Rho adviseurs; bevoorrading is rood omcirkeld)

Naast het feit dat het huidige pand niet meer geschikt is op basis van de nieuwe formule-uitgangspunten van Aldi, is de locatie Arnhemsestraat zeer geschikt voor woningbouw. De wijk waarin dit perceel ligt bestaat voornamelijk uit ruime vrijstaande woningen en tweekappers, waaronder verschillende villa's. De wegen in de wijk zijn smal en sluiten daarom niet goed aan bij de hoge verkeersaantrekkende werking van een discountsupermarkt als Aldi.

Er kan geconcludeerd worden dat verplaatsing voor de hand ligt. Op een nieuwe locatie kan een winkel worden gerealiseerd, die aansluit op de behoefte aan een discountsupermarkt van de kern Brummen. De locatie Arnhemsestraat kan vervolgens worden aangewend als woningbouwlocatie. Dit zal middels een separate planologische procedure geregeld worden.

De locatie aan de Arnhemsestraat is geen duurzame vestigingslocatie voor detailhandel. Met het uitsluiten van een supermarkt op deze locatie kunnen juridisch-planologisch de supermarktmeters gesaneerd worden, zodat per saldo een beperkt aantal nieuwe supermarktmeters worden toegevoegd aan de markt. De te verwachten effecten op de overige detailhandel zullen beperkt zijn. Het overige dagelijkse winkelaanbod is reeds bekend met de positionering van Aldi in het verzorgingsgebied.

Duurzaamheid

Aldi is landelijk bezig met een moderniseringsslag van haar winkels. Onderdeel hiervan is dat Aldi ook aandacht heeft voor een zo duurzaam mogelijke exploitatie van haar winkels. De nieuwe winkel zal een energielabel A++++ hebben en wordt uitgerust met CO2 warmte-terugwininstallatie. De winkel wordt verwarmd met restwarme uit het koelproces en er is geen bijverwarming op gas. Hierdoor is de milieubelasting minimaal. Tevens wordt de inrichting van winkel, het magazijn en de laad- en losvoorziening zodanig gemaakt dat de bevoorrading efficiënter wordt, waardoor minder vrachtwagenbewegingen nodig zijn, wat milieuvriendelijker is. Daarnaast houdt Aldi ook rekening met een goede groene inpassing van de winkel. Aldi heeft een groenplan opgesteld, waarbij gebruik wordt gemaakt van gebiedseigen begroeiing. In de huidige situatie is het plangebied bijna volledig bebouwd. Toepassing van meer groen zorgt voor een betere waterhuishouding en hittestress ten opzichte van de huidige situatie.

De ontwikkeling leidt dus op verschillende manieren tot een verbetering van de ruimtelijke situatie.

Hoofdstuk 3 Ruimtelijk beleidskader

3.1 Inleiding

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van het relevante beleidskader ten aanzien van het plangebied. In dit hoofdstuk worden de verschillende beleidskaders, nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau, beschreven en toegelicht op welke wijze het beleid heeft doorgewerkt in dit plan.

3.2 Rijksbeleid

3.2.1 Nationale omgevingsvisie (NOVI) en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

De Nationale Omgevingsvisie, kortweg NOVI, loopt vooruit op de inwerkingtreding van de Omgevingswet en vervangt op rijksniveau de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Uitgangspunt in de nieuwe aanpak is dat ingrepen in de leefomgeving niet los van elkaar plaatsvinden, maar in samenhang. Zo kunnen in gebieden betere, meer geïntegreerde keuzes worden gemaakt. Aan de hand van een toekomstperspectief op 2050 brengt de NOVI de langetermijnvisie van het Rijk in beeld.

In wat voor Nederland willen we graag leven in 2050

Als alle wensen naast elkaar worden gelegd, ontstaat het volgende beeld. Het kabinet wil een land:

  • dat gezond en klimaatbestendig is, met schone lucht, schoon water en een schone bodem en veel ruimte voor groen en water;
  • met een uitstekend functionerende economie, die duurzaam en circulair is. Nauw verbonden met onze buurlanden en de rest van de wereld, als onderdeel van de internationale gemeenschap;
  • waar het goed wonen en werken is. Met aangename en vitale steden en dorpen, en een productief en aantrekkelijk platteland;
  • met uitstekende bereikbaarheid, waar iedereen snel en gemakkelijk van A naar B komt, met zo min mogelijk schadelijke uitstoot en overlast;
  • waar we voldoende ruimte hebben om te kunnen bewegen, ontspannen en tot onszelf te komen; zowel in de stad als daarbuiten.
  • dat veilig is en ons beschermt tegen overstromingen en andere gevaren;
  • waar een goede balans is tussen gebouwde omgeving en open landschap, tussen natuur en cultuur, tussen land en water;
  • dat openstaat voor verandering, en waar de kracht van zijn traditie, cultuur en identiteit wordt weerspiegeld in de inrichting van de leefomgeving.

Nationale belangen

Gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk zijn samen verantwoordelijk voor de fysieke leefomgeving. Sommige belangen en opgaven overstijgen het lokale, regionale en provinciale niveau en vragen om nationale aandacht. Dit zijn de 'nationale belangen'. Het Rijk heeft voor alle nationale belangen een zogenaamde systeem-verantwoordelijkheid. Voor een aantal belangen is het Rijk zelf eindverantwoordelijk. Maar voor een groot aantal nationale belangen zijn dat de medeoverheden. De NOVI richt zich op die ontwikkelingen waarin meerdere nationale belangen bij elkaar komen, en keuzes in samenhang moeten worden gemaakt tussen die nationale belangen.

3.2.2 Besluit ruimtelijke ordening (Bro, 2012)

De ladder voor duurzame verstedelijking (ladder) is een instrument voor efficiënt ruimtegebruik (artikel 3.1.6 lid 2 Besluit ruimtelijke ordening). Het bevoegd gezag moet voldoen aan een motiveringsvereiste als nieuwe stedelijke ontwikkelingen planologisch mogelijk worden gemaakt. Of er sprake is van een (nieuwe) stedelijke ontwikkeling wordt bepaald door de aard en omvang van de ontwikkeling in relatie tot de omgeving. Wanneer er sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling moet de behoefte aan die ontwikkeling aangetoond worden. De voorkeursvolgorde van de ladder is dat nieuwe stedelijke ontwikkelingen binnen 'bestaand stedelijk gebied' worden gerealiseerd.

De beoogde ontwikkeling betreft de ontwikkeling van woningen en verplaatsing van een supermarkt. Uit jurisprudentie (ABRvS 28 juni 2017; ECLI:NL:RVS:2017:1724) kan worden afgeleid dat ontwikkelingen groter dan 500 m2 brutovloeroppervlak (bvo) ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan worden aangemerkt als 'nieuwe stedelijke ontwikkeling'. Ter plaatse van de Vulcanusweg 1 is het bestemmingsplan 'De Hazenberg en Rhienderen-Noord' en het parpapluplan 'Correctie De Hazenberg en Rhienderen-Noord' vigerend. Ondanks dat hier al meer dan 25 jaar een detailhandelsbedrijf is gevestigd, is binnen de geldende bestemming Bedrijventerrein detailhandel niet mogelijk. Dit betekent dat er planologisch meer dan 500 m2 bvo aan detailhandel wordt toegevoegd en deze ontwikkeling als 'stedelijke ontwikkeling' kan worden aangemerkt. De ontwikkeling kan echter niet echter aangemerkt worden als 'nieuwe stedelijke ontwikkeling'. Een bestemmingsplan dat bij recht een stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, maar ten opzichte van het voorgaande planologische regime geen nieuw planologisch ruimtebeslag mogelijk maakt, maar alleen een planologische functiewijziging, is in beginsel geen 'nieuwe stedelijke ontwikkeling' als bedoeld in artikel 3.1.6 lid 2 van het Bro. Hierbij wordt verwezen naar een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2017:2363). Hieruit volgde dat een verplaatsing en vergroting van een supermarkt op een bedrijventerrein geen nieuwe stedelijke ontwikkeling is, onder meer vanwege de bouwmogelijkheden die al bestonden op de nieuwe locatie.

De ontwikkeling aan de Vulcanusweg is geen 'nieuwe stedelijke ontwikkeling', maar zal vanwege de aard van de ontwikkeling en de relatie met de ontwikkeling aan de Arnhemsestraat zorgvuldigheidshalve wel getoetst worden aan de uitgangspunten van de ladder voor duurzame verstedelijking. De toetsing aan de ladder is opgenomen in bijlage 1 Hieronder zijn de belangrijkste conclusies uit dit ruimtelijk-economisch onderzoek opgenomen.

Behoefte

In hoofdstuk 3 van het ruimtelijk-economisch onderzoek is geconcludeerd dat er behoefte is aan de verplaatsing en uitbreiding van Aldi in Brummen. Om een kwalitatief supermarktaanbod te kunnen blijven bieden is het belangrijk om Aldi als discountsupermarkt te behouden voor de inwoners van Brummen. Aldi heeft als discounter een specifieke rol binnen het koopgedrag van consumenten. Bij discounters doen consumenten vooral aanvullende aankopen bovenop de boodschappen die bij de reguliere supermarkten en speciaalzaken worden gekocht. De consument heeft behoefte aan een zo compleet mogelijk dagelijks winkelaanbod op aanvaardbare afstand. Uit het distributieplanologisch onderzoek wordt daarbij geconcludeerd dat er de komende planperiode marktruimte is voor uitbreiding van Aldi. Met het opnemen van de functieaanduiding 'supermarkt uitgesloten' worden de supermarktmeters aan de Arnhemsestraat gesaneerd. De ontwikkeling van een nieuwe Aldi-supermarkt zal bij deze marktomstandigheden geen onaanvaardbare effecten hebben op de dagelijkse goederensector in Brummen. Bovendien zijn de huidige ondernemers al bekend met Aldi in het marktgebied. Voor de consument in Brummen betekent de ontwikkeling een kwalitatieve verbetering van het supermarktaanbod.

Locatieafweging

Hoewel het provinciale – en gemeentelijke detailhandelsbeleid is gericht op de versterking van de bestaande winkelstructuur biedt het beleid aanknopingspunten om Aldi te faciliteren aan de Vulcanusweg. Met locatieonderzoek is aangetoond dat Aldi momenteel niet binnen de bestaande winkelstructuur kan worden ingepast. De leegstand in Brummen is kleinschalig en biedt geen ontwikkelingsmogelijkheden voor Aldi. Ook binnen het kernwinkelgebied zijn geen mogelijkheden voor vestiging van een supermarkt. Vanuit ruimtelijk oogpunt is de Vulcanusweg een geschikte alternatieve locatie. Deze locatie is een bestaande detailhandelslocatie, en is door de locatie op een bedrijventerrein meer geschikt als supermarktfunctie dan de huidige locatie van Aldi in een woonwijk.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat de beoogde verplaatsing van Aldi voldoet aan de uitgangspunten van de ladder voor duurzame verstedelijking. Met de ontwikkeling is sprake van zorgvuldig ruimtegebruik.

3.2.3 Conclusie rijksbeleid

Gezien de beperkte schaal van de ontwikkeling zijn de doelen uit de NOVI niet relevant. Op basis van het ruimtelijk-economisch onderzoek (bijlage 1) wordt geconcludeerd dat de beoogde ontwikkeling voldoet aan de uitgangspunten van de ladder voor duurzame verstedelijking.

3.3 Provinciaal- en regionaal beleid

3.3.1 Algemeen

Vanaf de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in 2008 is een nieuw stelsel van verantwoordelijkheidsverdeling tussen Rijk, provincies en gemeenten ontstaan. Uitgangspunt van het provinciaal beleid is decentraal regelen wat kan en centraal regelen wat moet.

3.3.2 Omgevingsvisie Gaaf Gelderland (vastgesteld op 19-12-2018)

Maart 2019 is de nieuwe Omgevingsvisie Gaaf Gelderland in werking getreden. De provincie zet een gezond, veilig, schoon en welvarend Gelderland centraal. De provincie legt bij de taakinvulling ten aanzien van een gezond, veilig, schoon en welvarend Gelderland de focus op duurzaamheid, verbondenheid en een krachtige economie. Dit wordt gedaan door zeven met elkaar samenhangede ambities na te streven op de volgende thema's: energietransitie, klimaatadaptatie, circulaire economie, biodiversiteit, bereikbaarheid, vestigingsklimaat, woon- en leefomgeving.

Voor de beoogde ontwikkeling is er een raakvlak met de ambitie ten aanzien van het vestigingsklimaat en die van de woon- en leefomgeving. De provincie streeft naar een duurzaam, dynamisch en toegankelijk economisch vestigingsklimaat, waar voor ondernemers en inwoners een sterke aantrekkingskracht vanuit gaat. Om dit te realiseren zorgt de provincie onder andere voor een gevarieerd aanbod aan goed ontsloten, kwalitatief hoogwaardige, duurzame werklocaties. De provincie gaat in gesprek hierover met de Gelderse regio's en maakt regionale afspraken over een goede balans tussen de vraag en het aanbod van werklocaties. Het concentreren van economische activiteiten heeft daarbij de voorkeur boven versnippering.

Ten aanzien van de woon- en leefomgeving heeft de provincie Gelderland een aanbod aan woningtypen en woonmilieus passend bij de diversiteit aan woningvraag; voor ieder een passende, duurzame woning. De provincie benut de bestaande bebouwing optimaal met voldoende ruimte voor klimaatadaptieve regelingen. Alle nieuwbouw wordt gasloos aangelegd en zoveel mogelijk circulair gebouwd.

Toetsing

De provincie streeft naar concentratie van economische activiteiten. Aldi is momenteel buiten het kernwinkelgebied gevestigd, en verplaatst ook naar een locatie buiten het kernwinkelgebied. De beoogde locatie ligt op een bedrijventerrein, met een tal van andere bedrijfsfuncties. Momenteel is hier ook een woonwinkel gevestigd. In bijlage 1 is een locatieafweging gemaakt ter onderbouwing van een locatie buiten het kernwinkelgebied. De provincie streeft naar een goed kwalitatief aanbod aan woningen, met aandacht voor klimaatvraagstukken.

3.3.3 Omgevingsverordening provincie Gelderland (geconsolideerd op 19-12-2018)

In de omgevingsverordening is de Omgevingsvisie van de provincie Gelderland vertaald naar een bindend juridisch document. Ontwikkelingen dienen getoetst te worden aan de regelgeving die is opgesteld in de omgevingsverordening. In de omgevingsverordening staat dat nieuwe detailhandelsontwikkeling zoveel als mogelijk in bestaande winkelgebieden gefaciliteerd dienen te worden. Nieuwe stedelijke ontwikkelingen dienen getoetst te worden aan de Gelderse ladder voor duurzame verstedelijking.

In de omgevingsverordening is ten aanzien van woonlocaties opgenomen dat regio's een regionale woonagenda op moeten stellen. Een bestemmingsplan maakt nieuwe woningen alleen mogelijk als die ontwikkeling past binnen een door Gedeputeerde Staten vastgestelde regionale woonagenda. Als deze niet past binnen de woonagenda kan onder voorwaarden toch woningen mogelijk gemaakt worden

Toetsing

De beoogde verplaatsing van Aldi naar een duurzame vestigingslocatie in Brummen, draagt bij aan de instandhouding van het voorzieningenaanbod van Brummen. Dit is conform het provinciale beleid gesteld in de Omgevingsvisie. De Gelderse ladder voor duurzame verstedelijking sluit grotendeels aan bij de ladder die het Rijk heeft vastgesteld. In 3.2.2 is de beoogde verplaatsing van Aldi getoetst aan de Rijksladder.

Voor het plangebied zijn de regels ten aanzien van het onderwerp detailhandel relevant voor het plan. Hiervoor verwijst de omgevingsverordening naar het Regionaal Programma Werklocaties (RPW). In het RPW zijn afspraken gemaakt over de regionale samenwerking op het gebied van bedrijventerreinen. De Ladder voor duurzame verstedelijking is uitgangspunt voor de regionale programmering. De toetsing aan de ladder in paragraaf 3.2.2 voldoet daarom als onderbouwing voor de locatie van de nieuwe Aldi in Brummen.

3.3.4 Ontwerp-actualisatieplan 7 Omgevingsverordening provincie Gelderland (2020)

Op 22 september 2020 hebben Gedeputeerde Staten het ontwerp voor de Omgevingsverordening vastgesteld. Het actualisatieplan 7 ligt van 2 oktober 2020 tot en met 13 november 2020 ter inzage Vooruitlopend op de vaststelling zal dit actualisatieplan meegenomen worden in de beleidstoets.

In het actualisatieplan wordt een aantal wijzigingen voorgesteld die relevant zijn voor de beoogde ontwikkeling. Met het ontwerp-actualisatieplan wordt voorgesteld de locatiekeuze voor supermarkten te verruimen. Het voorgestelde Artikel 2.14 luidt als volgt: "Een bestemmingsplan maakt de vestiging van een supermarkt alleen mogelijk binnen of aansluitend aan een winkelcentrum of, als daaraan behoefte is, solitair in een woonwijk, tenzij vanwege bijzondere omstandigheden vestiging op zo’n locatie niet mogelijk is".

De huidige instructieregel voor vestigingslocaties van supermarkten biedt te weinig afwegingsruimte om in voorkomende gevallen tot een goede locatiekeuze te komen. Solitaire supermarkten in (met name nieuwe) woonwijken kunnen onder de huidige regel geen doorgang vinden, terwijl dit in sommige gevallen een prima vestigingslocatie zou kunnen zijn. Voorgesteld wordt om die optie als mogelijke vestigingslocatie toe te voegen.

Toetsing 

De verplaatsing van Aldi wordt specifiek benoemd in de toelichting op de wijzigingen in het actualisatieplan, tezamen met een drietal andere voorbeelden. Benoemd wordt dat juridisch gezien bij alle vier de casus sprake is van 'nieuwvestiging', ook bij een kleine verplaatsing. Volgens de huidige regels in de omgevingsverordening is nieuwvestiging alleen mogelijk aansluitend aan een bestaand winkelgebied. Die gewenste aansluiting gaat in de ene casus juist door een verplaatsing verloren, komt in de andere casus niet tot stand en ontbreekt volledig in weer de volgende casus. Dergelijke dilemma's tussen reële belangen en 'knellende' regels zouden oplosbaar moeten zijn. De voorgestelde verruiming gaat daarbij helpen.

In de casus Aldi Brummen is in het ruimtelijk-economisch onderzoek (bijlage 1) middels een locatieonderzoek aangetoond dat Aldi niet binnen de bestaande winkelstructuur van Brummen kan worden ingepast. Binnen het kernwinkelgebied zijn geen mogelijkheden voor vestiging van een supermarkt. De locatie Vulcanusweg is vanuit ruimtelijke oogpunt beter geschikt voor een supermarktfunctie dan de huidige ligging in een woonwijk.

3.3.5 Regionale Structuurvisie Stedendriehoek 2030

De gemeente Brummen valt onder het regionale netwerk Stedendriehoek Apeldoorn Zutphen Deventer. Samen met de zeven hiertoe behorende gemeenten zijn er enkele speerpunten opgesteld:

  • vergroten van de variatie in (nieuwe) woon-, werk- en recreatiegebieden en gelijktijdig ontwikkelen van nieuwe kwaliteiten in water, natuur, landschap en landbouw;
  • scheppen hoogwaardig vestigingsklimaat, werkgelegenheid, voldoende ruimte om te ontwikkelen, goede programmering en promotie;
  • leefbare wijken, dorpen en steden en een adequaat voorzieningenniveau op het gebied van werk, inkomen, onderwijs, zorg, welzijn, kunst, cultuur en sport en de spreiding en bereikbaarheid hiervan.

Binnen de stedendriehoek zijn afspraken gemaakt om de ontwikkeling van de verschillende gemeenten op elkaar af te stemmen. Deze regionale structuurvisie stedendriehoek 2030 heeft de onderstaande strategische speerpunten:

  • Duurzaam waterbeheer als basis voor ruimtelijke ontwikkeling;
  • Natuur, landschap en landbouw ontwikkelen in functiecombinaties;
  • Regionale bereikbaarheid verbeteren door hoogwaardig openbaar vervoer;
  • Stedelijke herstructurering gaat boven nieuwe stadsuitbreidingen;
  • Toevoegen van centrumstedelijke en landelijke woonmilieus.

Toetsing

De regio Stedendriehoek kiest uitdrukkelijk voor een bundeling van verstedelijking met daarbij de nadruk op binnenstedelijke (her)ontwikkeling. De ontwikkeling past binnen de regionale visie. De ontwikkeling kan gezien worden als stedelijke herstructurering waarbij de voorzieningenstructuur in stand wordt gehouden en verbeterd.

3.3.6 Conclusie provinciaal en regionaal beleid

De provincie Gelderland streeft naar een gezond, veilig, schoon en welvarende leefomgeving. Daarbij is een aantrekkelijk vestigingsklimaat van belang, waarbij een gevarieerd aanbod aan werklocaties beschikbaar is en concentratie van functies de voorkeur heeft. Als afwegingskader geldt de ladder voor duurzame verstedelijking. De ontwikkeling die dit plan mogelijk maakt vindt plaats binnen het bestaand stedelijk gebied. Derhalve vormt het provinciaal- en regionaal beleid geen belemmering voor de uitvoering van dit plan.

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Toekomstvisie 2030 (2013)

In de Toekomstvisie Brummen schetst de gemeente aan de hand van vijf thema's de toekomstige ontwikkeling van de gemeente. De vijf thema's zijn; wonen zorg en welzijn, lokale economie, recreatie en toerisme, (duurzame) energie en milieu en de rol van de gemeente. De gemeente wil qua voorzieningenaanbod inzetten op een goed voorzieningenniveau in de kernen Eerbeek en Brummen. De gemeente concentreert de energie en middelen op deze twee kernen, om zodoende de kernen vitaal te houden. De gemeente gaat actief aan de slag om beide kernen levendig te houden door plannen op te stellen. Het hoog houden van de levendigheid is essentieel voor de levensvatbaarheid van winkels en andere voorzieningen binnen de kernen.

Toetsing

Met de verplaatsing van Aldi wordt het behoud van de harddiscounter voor de kern Brummen mogelijk gemaakt. In de huidige situatie kan Aldi niet meer duurzaam-economisch functioneren. Een verplaatsing is noodzakelijk om de harddiscounter te behouden voor de inwoners. Op deze manier kan het voorzieningenniveau behouden blijven en een kwalitatief aanbod geboden worden. De toekomstvisie vormt daarmee geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.

3.4.2 Nota Ruimtelijke Kwaliteit Brummen (2013)

De Nota Ruimtelijke Kwaliteit Brummen, voorheen de welstandsnota, bevat handvatten voor verbouwingen en beschrijft hoe omgegaan dient te worden met verbouwingen aan huizen, bedrijven, landgoederen en monumenten. Ook worden suggesties gegeven over duurzaamheid en worden oplossingsrichtingen gegeven voor de herindeling van boerenerven. Op basis van de Nota Ruimtelijke Kwaliteit Brummen vallen de plangebieden onder de categorie 'Bedrijventerreinen' en 'Historische dorpsgebieden en linten'.

De beoogde locatie van Aldi aan de Vulcanusweg is gelegen op een bedrijventerrein. Voor bedrijventerreinen heeft de gemeente Brummen de volgende ambities:

Bedrijfsterreinen zijn belangrijk voor de economie en werkgelegenheid. Het beleid is gericht op stimulering van de ruimtelijke kwaliteit en het dynamische en eigentijdse karakter van dit bedrijfsterrein. Het streven van de gemeente is gericht op het bereiken van een zekere samenhang in plaatsing, volume en uitstraling van de bedrijfsbebouwing, zonder het individuele karakter van de bedrijven en hun eigen identiteit aan te tasten.

Toetsing

De inrichtingstekeningen van de Vulcanusweg zijn voorgelegd aan de commissie welstand, en daarin goedgekeurd.

3.4.3 Ruimtelijke ontwikkelingsvisie 'Ligt op Groen' (2006)

De gemeenteraad van Brummen heeft op 28 september 2006 de Ruimtelijke ontwikkelingsvisie 'Ligt op groen' vastgesteld. De ruimtelijke ontwikkelingsvisie behelst een langetermijnvisie (Strategische visie tot 2030) en de kortetermijnvisie (Ruimtelijke visie 2005 tot 2015).

In de 'strategische visie 2030' beschrijft de gemeente het voornemen woningbouw te laten plaatsvinden binnen en rondom de kernen. Hierdoor wordt een bijdrage geleverd aan het draagvlak voor verschillende functies binnen de kern. Woningbouw wordt ook als een mogelijke financiële drager gezien voor het verder versterken van het groene karakter van Brummen. Opbrengsten vanuit de woningbouw kunnen lokale kleinschalige groenprojecten financieren.

De kortetermijnvisie wordt beschreven in de 'strategische visie tot 2015'. Deze visie beschrijft de gemeente aan de hand van een regionale indeling. De kern Brummen valt binnen de regio 'oeverwallen'.

Hoofduitgangspunten voor de toekomstige ontwikkeling van de kern Brummen zijn:

  • inzetten op het versterken van de ruimtelijke structuur en identiteit van de kern;
  • ruimte voor opwaardering en herstructurering, met aandacht voor (passende) menging van functies;
  • benutten van de potentie op inbreidings- en herstructureringslocaties:
    • 1. zoeken naar meerwaarde;
    • 2. rekening houden met maat en schaal bebouwing;
    • 3. het groene karakter van het woonmilieu versterken.
  • zorgvuldig vormgeven van en passende functies plaatsen in de overgangen tussen de kernen en het buitengebied met bijzondere aandacht voor de 'entrees';
  • binnen de kern Brummen liggen diverse inbreidingslocaties. Belangrijkste uitgangspunt voor deze inbreidingslocaties is dat steeds gebouwd wordt met oog voor de kwaliteit van de plek. De kwaliteit van de plek verbeteren we met name door de juiste woningen op de juiste plek te realiseren en te ontwikkelen met aandacht voor een goede groenstructuur;
  • de gemeente staat bijzonder positief tegenover het benutten van inbreidingslocaties.

Toetsing

Het bestemmingsplan maakt de verplaatsing van supermarkt Aldi naar de Vulcanusweg mogelijk. Het betreft een locatie binnen de kern van Brummen met een al bestaande stedelijke functie. Het plan sluit aan bij de gemeentelijke ambitie ten aanzien van het gebruik van inbreidingslocaties. Daarnaast geldt dat de locatie in de huidige situatie bijna volledig verhard is. Met de ontwikkeling is meer aandacht voor een groene inpassing van de supermarkt. Daarbij wordt rekening gehouden met gebiedseigen begroeiing. Zo ontstaat een ruimtelijke opwaardering, rekening houdend met de groene kwaliteit van Brummen. De ontwikkeling past binnen de doelstellingen van de ruimtelijke ontwikkelingsvisie.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

4.1 Vormvrije-merbeoordeling

4.1.1 Toetsingskader

In onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het omgevingsvergunning planmer-plichtig, projectmer-plichtig of mer-beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Daarnaast dient het bevoegd gezag bij de betreffende activiteiten die niet aan de bijbehorende drempelwaarden voldoen, na te gaan of sprake kan zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen:

  • de kenmerken van de projecten;
  • de plaats van de projecten;
  • de kenmerken van de potentiële effecten.

4.1.2 Toetsing en conclusie

In het Besluit milieueffectrapportage is in onderdeel D van de bijlage opgenomen dat aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject m.e.r.-beoordelingsplichtig is in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een oppervlakte van 100 hectare of meer of een bedrijfsvloeroppervlakte van 200.000 m2 of meer. De beoogde ontwikkeling betreft de realisatie van een discountsupermarkt met een oppervlakte van 1.580 m2 bvo en blijft daarmee (ruim) onder de drempelwaarde. Dit betekent dat kan worden volstaan met een zogenaamde 'vormvrije m.e.r.-beoordeling'. Deze is opgenomen in bijlage 2.

Op 7 juli 2020 is bij besluit van het college Burgemeester en Wethouders vastgesteld dat geen MER nodig is.

4.2 Verkeer en parkeren

Toetsingskader

Op het gebied van verkeer en vervoer bestaat geen specifieke wetgeving die relevant is voor de voorgenomen activiteit. Wel dient in het kader van het ruimtelijk plan dat de activiteit mogelijk maakt, te worden onderbouwd dat het geheel voldoet aan een goede ruimtelijke ordening. Dit houdt onder meer in dat er voldoende parkeergelegenheid aanwezig dient te zijn en de eventuele verkeerstoename niet leidt tot knelpunten in de verkeersafwikkeling. In deze paragraaf worden de verkeerskundige gevolgen beschreven van de verplaatsing van het Aldi-filiaal in Brummen naar de hoek Vulcanusweg/Zutphensestraat.

De parkeerbehoefte wordt berekend op basis van het ter plaatse geldende 'Paraplubestemmingsplan Parkeren' (vastgesteld 18 oktober 2018), waarin wordt aangesloten bij de kencijfers uit CROW-publicatie 317 (2012). Deze kencijfers zijn in 2018 geactualiseerd in CROW-publicatie 381 (Toekomstbestendig parkeren). De parkeerbehoefte wordt met deze geactualiseerde kencijfers berekend. Daarmee wordt afgeweken van de parkeernormen uit het paraplubestemmingsplan, zodat wordt aangesloten bij de meest recente parkeernormen die aansluiten op de huidige praktijk. Voor de beoogde ontwikkeling wordt ook de verkeersgeneratie berekend op basis van kencijfers uit CROW-publicatie 381. Voor het juiste kencijfer/parkeernorm wordt voor beide locaties een ligging in de rest bebouwde kom gehanteerd, de gemeente Brummen wordt op basis van adressendichtheid getypeerd als weinig stedelijk gebied. Verder wordt er conform het gemeentelijk beleid uitgegaan van het gemiddelde binnen de bandbreedte van het kencijfer/de parkeernorm. Voor de nieuwe winkel van Aldi aan de Vulcanusweg wordt uit gegaan van het minimale kencijfer.

Verkeersstructuur

De nieuwe Aldi supermarkt wordt ontsloten op de Vulcanusweg te Brummen, middels twee inritten. Het plangebied ligt direct naast de rotonde Vulcanusweg/Zutphensestraat/Het Stroomdal. De Vulcanusweg betreft een erftoegangsweg (30 km-zone). Ter hoogte van de rotonde komt de 30 km-zone ten einde en geldt er een snelheidslimiet van 50 km/u. De Zutphensestraat is een gebiedsontsluitingsweg (50 km/u) en vormt een belangrijke noord-zuid verbinding binnen Brummen. De Zutphensestraat zal in het kader van een kwaliteitsslag aangepast worden naar een 30 km/u-weg. In noordelijke richting leidt de weg via de Kwazenboschweg naar een rotonde waar de provinciale wegen N348 en N345 samenkomen. In zuidelijke richting kunnen via de Zutphensestraat overige ontsluitingswegen van Brummen worden bereikt.

De Zutphensestraat heeft vrijliggende fietspaden aan weerszijden van de weg. Aan de westzijde van de weg is tevens een voetpad aanwezig. Het 30 km-deel van de Vulcanusweg heeft geen fietsvoorzieningen, op het (nu nog) 50 km/u deel zijn aan weerszijden fietsstroken aanwezig. Op de rotonde zijn er voor langzaam verkeer aparte fietspaden, voetpaden en oversteekplekken. Fietsers en voetgangers hebben hier voorrang op het overige verkeer.

Parkeren

Parkeerbehoefte

De parkeerbehoefte van de nieuwe Aldi supermarkt aan de Vulcanusweg wordt berekend aan de meest recente CROW-publicatie. Tabel 4.1 toont de berekende parkeerbehoefte op basis van deze kencijfers. Er is gerekend met het minimale parkeerkencijfer voor de functie 'full-servicesupermarkt' binnen de hoofdgroep 'winkelen en boodschappen' (Bijlage 3). In de CROW-publicatie is een full-servicesupermarkt gedefinieerd als: "dit soort supermarkten heeft speciale afdelingen voor groente, vlees, kaas en brood. De verkoopvloeroppervlakte is meestal tussen de 1.000 en 2.000 m2 wvo".

In samenspraak met de gemeente is gekozen voor het toepassen van de minimale parkeernorm. Er is gekozen om zo een kwalitatief goed parkeerterrein te kunnen realiseren. Daarmee wordt gekozen voor een ruimere opzet van het parkeerterrein, waarbij Aldi uitgaat van bredere parkeerplaatsen dan de gemiddelde parkeerplaats op basis van het CROW. Op die manier is er meer ruimte voor het manoeuvreren van auto's op de parkeerplaatsen en het inladen van boodschappen in auto's. Ook is gekozen voor meer invalidenparkeerplaatsen en ouder/kind-parkeerplaatsen. Uitgaande van bredere parkeervakken en kunnen er minder parkeerplaatsen gerealiseerd worden, maar wordt wel meer comfort geboden voor de klanten van Aldi en wordt een kwalitatief goed parkeerterrein gerealiseerd. Daarnaast is met het plan aandacht voor een groene inpassing, zo is er een groenplan opgesteld. Daarmee is de keuze gemaakt voor meer groen in plaats van asfalt.

Op basis van de parkeernormen voor een full-servicesupermarkt in rest bebouwde kom in een weinig stedelijk gebied is de parkeerbehoefte minimaal 73 parkeerplaatsen. Op basis van ervaringsgegevens van Aldi blijkt ook dat bij winkels van een vergelijkbare omvang en ligging gemiddeld genomen de winkels ruim voldoende hebben aan ongeveer 75 tot 80 parkeerplaatsen.

Tabel 4.1 Parkeerbehoefte plangebied

Locatie   Functie   Aantal   Parkeernorm   Parkeerbehoefte  
Vulcanusweg   Full-servicesupermarkt   1.580 m² BVO   4,6 per 100 m² BVO   73 parkeerplaatsen  

Parkeeraanbod

Op het parkeerterrein van de nieuwe Aldi supermarkt aan de Vulcanusweg zijn 75 parkeerplaatsen beoogd. Hiermee wordt voorzien in meer dan de minimale parkeerbehoefte.

Laden en lossen

Laden en lossen van de nieuwe Aldi supermarkt vindt plaats aan de noordzijde van het pand. De laad- en losplaats is bereikbaar via de noordelijke inrit aan de Vulcanusweg. Er is voldoende ruimte voor vrachtwagens om het terrein op en af te rijden. Met de positionering van de laad- en losplaats aan de achterzijde van het pand en de aanwezigheid van twee in- en uitritten worden conflicten met auto- en looproutes van bezoekers vermeden.

Verkeersgeneratie en –afwikkeling

Met de beoogde ontwikkelingen verandert de verkeersgeneratie van beide plangebieden. De huidige en toekomstige verkeersgeneratie van de Vulcanusweg kan worden berekend aan de hand van CROW kencijfers (publicatie 381).

Tabel 4.2 toont de verkeersgeneratie van de huidige woonwinkel (4.631 m² bvo) en de toekomstige Aldi supermarkt (1.580 m² bvo).

Tabel 4.2 Verkeersgeneratie locatie Vulcanusweg 1

  Functie   Oppervlakte   Kencijfer   Verkeersgeneratie  
Huidig   Woonwarenhuis/woonwinkel   4.631 m² bvo   9,75 per 100 m² bvo   452 mvt/etmaal  
Toekomstig   Full-servicesupermarkt   1.580 m² bvo   129,15 per 100 m² bvo   2.041 mvt/etmaal  
Toename         1.589 mvt/etmaal  

Met de ontwikkeling neemt de verkeersgeneratie van het plangebied toe met 1.589 mvt/etmaal op een gemiddelde weekdag. Voor winkelfuncties wordt over het algemeen factor 1,1 gehanteerd om een weekdagetmaal om te rekenen naar een werkdagetmaal. Daarmee neemt de verkeersgeneratie van het plangebied toe met 1.748 mvt/etmaal op een gemiddelde werkdag.

Verkeersafwikkeling

De verkeerstoename spreidt zich over de dag. Wel is het extra verkeer van en naar Aldi en de winkels op maatgevende momenten van de week (bijv. zaterdagmiddag) merkbaar in de vorm van een drukker verkeersbeeld. Dit verkeer zal afwikkelen over de rotonde en zich verspreiden over de gebiedsontsluitingswegen.

De Zutphensestraat zal het grootste deel van het verkeer verwerken. De weg is gecategoriseerd en ingericht als gebiedsontsluitingsweg en na herinrichting een erftoegangsweg (30 km/u) binnen de bebouwde kom. Conform het handboek wegontwerp (CROW publicatie 330) kan een enkelstrooksrotonde 20.000 tot 25.000 mvt/etmaal veilig verwerken. Deze intensiteiten worden op wegen binnen de bebouwde kom van Brummen, zoals de Zutphensestraat, niet behaald. De verkeerstoename als gevolg van de ontwikkeling van de Aldi zal merkbaar zijn op de afwikkeling van de rotonde, maar niet tot problemen leiden.

Het verkeer zal vervolgens verspreid via de gebiedsontsluitingswegen (voornamelijk Kwazenbosweg, N348 en N345) worden afgewikkeld. De toename aan verkeer kan op deze wegen ook merkbaar zijn, maar zal niet tot knelpunten leiden.

Conclusie

De locatie is goed bereikbaar voor zowel gemotoriseerd verkeer als langzaam verkeer. Het parkeerterrein bij Aldi supermarkt aan de Vulcanusweg 1 biedt voldoende ruimte om de toekomstige parkeerbehoefte te faciliteren. Daarnaast leidt de ontwikkeling tot een verandering van de verkeersgeneratie. Door de komst van Aldi aan de Vulcanusweg neemt het verkeer toe, maar de ontsluitingswegen bieden voldoende capaciteit om deze toename af te wikkelen. De parkeerbehoefte, verkeersgeneratie en -afwikkeling staan de ontwikkeling dan ook niet in de weg.

4.3 Archeologie en cultuurhistorie

4.3.1 Toetsingskader

De Nederlandse bodem zit vol met archeologische waarden. Met de ondertekening van het Europese verdrag van Valletta in 1992, een verdrag over behoud en beheer van het archeologische erfgoed, hebben de lidstaten zich tot doel gesteld het bodemarchief te beschermen. Met ingang van 1 september 2007 is het Verdrag van Valletta geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving door middel van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz), waardoor het verdrag een juridisch fundament kreeg. Deze wijzigingswet heeft onder meer wijzigingen aangebracht in de Monumentenwet 1988. De Monumentenwet is op 1 juli 2016 deels (met een overgangstermijn tot de Omgevingswet) vervangen door de Erfgoedwet. Deze wet handelt over het aanwijzen van te beschermen cultureel erfgoed. Naast de Monumentenwet vervangt de Erfgoedwet ook andere wetten zoals de Wet tot behoud van cultuurbezit. De Erfgoedwet kent een aantal nieuwe bepalingen. Het gaat om het vaststellen van een gemeentelijke erfgoedverordening en het bijhouden van een erfgoedregister. Ook dienen burgemeester en wethouders het voornemen om hun cultuurgoederen en verzamelingen te vervreemden bekend te maken. De Erfgoedwet bevat bovendien diverse veranderingen met lokale gevolgen, zoals de vervanging van de landelijke aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten door een rijksinstructie aan gemeenten. Onderdelen van de Monumentenwet 1988 die in 2022 naar de Omgevingswet overgaan, blijven van kracht tot die wet in werking treedt. De vuistregel voor de verdeling tussen de Erfgoedwet en de nieuwe Omgevingswet is:

  • Roerend cultureel erfgoed en de aanwijzing van rijksmonumenten staat in de Erfgoedwet;
  • De aanwijzing van ruimtelijk cultureel erfgoed (stads- en dorpsgezichten en cultuurlandschappen) en omgang met het cultureel erfgoed in de fysieke leefomgeving komt in de Omgevingswet.
4.3.2 Toetsing en conclusie

Cultuurhistorie

Conform het huidige bestemmingsplan 'Bestemmingsplan 'kom Brummen'', vastgesteld op 26 november 2009, zijn binnen het plangebied geen monumenten aanwezig. Verder maakt het plangebied geen deel uit van cultuurhistorisch waardevol gebied.

Archeologie

Conform het huidige paraplubestemmingsplan Archeologie, vastgesteld op 9 december 2018, kent het plangebied een dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie laag'. Voor deze dubbelbestemming geldt een onderzoeksplicht wanneer de beoogde ontwikkeling groter dan 2.500 m2 bedraagt en graafwerkzaamheden plaatsvinden dieper dan 30 centimeter onder maaiveld. De beoogde ontwikkeling voorziet in een nieuwe supermarkt ter grootte van 1.473 m2 met daarbij een parkeerterrein. Het totale perceel is groter dan 2.500 m2 Om aantasting van archeologische waarden uit te sluiten is een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd (zie Bijlage 4). De gemeente Brummen heeft middels een selectiebesluit (Bijlage 5) het advies tot vrijgave van de gronden onderschreven.

Conclusie

Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat het plangebied is gelegen in een landschappelijke zone met een lage archeologische verwachting. Daarnaast is de top van het natuurlijke landschap niet meer aanwezig. In het onderzoek wordt geadviseerd om het plangebied, voor wat betreft het aspect archeologie, vrij te geven voor de voorgenomen sloop- en bouwwerkzaamheden. Het aspect archeologie vormt daarom geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling op deze locatie.

4.4 Bodem

4.4.1 Toetsingskader

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een ruimtelijke ontwikkeling rekening gehouden te worden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijziging dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.

4.4.2 Toetsing en conclusie

De beoogde ontwikkeling voorziet ten opzichte van de vigerende planologische situatie in een functiewijziging: van 'bedrijventerrein' naar 'detailhandel'. Vanwege deze functiewijziging is in het kader van het bestemmingsplan verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (zie Bijlage 6). Op basis van dit onderzoek wordt geconcludeerd dat enkele zwakke verontreinigingen in de grond zijn aangetroffen. De hypothese 'onverdacht' dient formeel te worden verworpen. Echter, de gemeten waarden zijn dermate gering dat aanvullend onderzoek naar het voorkomen van deze stoffen in de bodem op het perceel niet noodzakelijk is.

4.5 Ecologie

4.5.1 Toetsingskader

Met de Wet natuurbescherming (Wnb) zijn alle bepalingen met betrekking tot de bescherming van natuurgebieden en dier- en plantensoorten samengebracht in één wet. De Wnb implementeert diverse Europeesrechtelijke regelgeving, zoals de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in de Nederlandse wetgeving.

Soortenbescherming

In de Wnb wordt een onderscheid gemaakt tussen:

  • soorten die worden beschermd in de Vogelrichtlijn;
  • soorten die worden beschermd in de Habitatrichtlijn;
  • overige soorten.

De Wnb bevat onder andere verbodsbepalingen ten aanzien van het opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten, eieren en rustplaatsen van vogels als bedoeld in artikel 1 van de vogelrichtlijn.

Gedeputeerde Staten (hierna: GS) kunnen hiervan ontheffing verlenen en bij verordening kunnen Provinciale Staten (hierna: PS) vrijstelling verlenen van dit verbod. De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om ontheffing of vrijstelling te kunnen verlenen zijn opgenomen in de Wnb en vloeien direct voort uit de Vogelrichtlijn. Verder is het verboden in het wild levende dieren van soorten, genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn, bijlage II bij het Verdrag van Bern of bijlage I bij het Verdrag van Bonn, in hun natuurlijk verspreidingsgebied opzettelijk te doden of te vangen of te verstoren. GS kunnen hiervan ontheffing verlenen en bij verordening kunnen PS vrijstelling verlenen van dit verbod. De gronden voor verlening van ontheffing of vrijstelling zijn opgenomen in de Wnb en vloeien direct voort uit de Habitatrichtlijn.

Uitwerking Verordening uitvoering Wet natuurbescherming provincie Gelderland

In de provincie Gelderland wordt vrijstelling verleend voor het weiden van vee en voor het op of in de bodem brengen van meststoffen. In het kader van de ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden, daaronder begrepen het daarop volgende gebruik van het ingerichte of ontwikkelde gebied, bestendig beheer of onderhoud in de landbouw of bosbouw, bestendig beheer of onderhoud aan vaarwegen, watergangen, waterkeringen, waterstaatswerken, oevers, vliegvelden, wegen, spoorwegen of bermen, of natuurbeheer, of bestendig beheer of onderhoud van de landschappelijke kwaliteiten van een bepaald gebied worden vrijstelling verleend ten aanzien van de soorten genoemd in bijlage 28 bij deze verordening. Het betreft aardmuis, bastaardkikker, bosmuis, bruine kikker, bunzing, dwergmuis, dwergspitsmuis, egel, gewone bosspitsmuis, gewone pad, haas, hermelijn, huisspitsmuis, kleine watersalamander, konijn, meerkikker, ondergrondse woelmuis, ree, rosse woelmuis, tweekleurige bosspitsmuis, veldmuis, vos, wezel en woelrat.

Gebiedsbescherming

Bescherming van natuurgebieden wordt gewaarborgd door de Wet natuurbescherming (Wnb) en de Wet Ruimtelijke Ordening (Wro). Natura 2000-gebieden worden beschermd door de Wnb en het Natuurnetwerk Nederland (NNN) wordt beschermd door de Wro.

Natura-2000 gebieden

De Minister van Economische Zaken (EZ) wijst gebieden aan die deel uitmaken van het Europese netwerk van natuurgebieden: Natura 2000. Een dergelijk besluit bevat de instandhoudingsdoelstellingen voor de leefgebieden van vogelsoorten (Vogelrichtlijn) en de instandhoudingsdoelstellingen voor de natuurlijke habitats en habitats van soorten (Habitatrichtlijn).

De bescherming van deze gebieden heeft externe werking, zodat ook ingrepen die buiten deze gebieden plaatsvinden verstoring kunnen veroorzaken en moeten worden getoetst op het effect van de ingreep op soorten en habitats.

Natuurnetwerk Nederland (NNN)

Gebieden die deel uitmaken van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) worden aangewezen in de provinciale verordening. Voor dit soort gebieden geldt het 'nee, tenzij' principe, wat inhoudt dat binnen deze gebieden in beginsel geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogen plaatsvinden.

4.5.2 Soortenbescherming

Het in Bijlage 7 opgenomen onderzoek toont aan dat er zich geen beschermde soorten in het plangebied bevinden. Het is daarom niet noodzakelijk om voor de sloop, een wijziging van het bestemmingsplan of verlening van omgevingsvergunningen een nader onderzoek naar beschermde planten en dieren uit te voeren. Wel moeten de werkzaamheden aangevangen worden buiten het broedseizoen. Het aspect ecologie vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling op deze locatie.

4.5.3 Gebiedsbescherming

Het plangebied is niet gelegen binnen het Gelders Natuurnetwerk (figuur 4.1). Het dichtstbijzijnde onderdeel van het NNN ligt op circa 180 meter afstand ten oosten van het plangebied. Het plangebied ligt buiten beschermde natuurgebieden. Directe effecten zoals areaalverlies en versnippering kunnen hierdoor worden uitgesloten. Gezien de ontwikkeling en afstand tot natuurgebieden kunnen ook verstoring en verandering van de waterhuishouding worden uitgesloten

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBRKOM100023-va01_0008.png"

Figuur 4.1 Ligging plangebied (rode cirkel) ten opzichte van het Gelders Natuurnetwerk (bron: Provincie Gelderland)

De beoogde ontwikkeling leidt wel tot een toename van verkeersbewegingen. De locatie ligt op korte afstand van Natura2000-gebieden (figuur 4.2).

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBRKOM100023-va01_0009.png"Figuur 4.2 Ligging plangebied (rode cirkel) ten opzichte van Natura 200o-gebieden (bron: AERIUS Calculator)

Het plangebied ligt op circa 1,5 kilometer van het Natura2000-gebied Landgoederen Brummen. Vanwege de nabije ligging is een stikstofberekening uitgevoerd (Bijlage 8). Uit de berekening blijkt dat er geen sprake is van rekenresultaten die hoger zijn dan 0,00 mol N/ha/j als gevolg van de planontwikkeling.

4.6 Externe veiligheid

4.6.1 Toetsingskader

Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen in inrichtingen en tijdens het transport ervan. Op basis van de criteria zoals onder andere gesteld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) worden bedrijven en activiteiten geselecteerd die een risico op zware ongevallen met zich mee (kunnen) brengen. Daarbij gaat het vooral om de grote chemische bedrijven, maar ook om kleinere bedrijven als LPG-tankstations en opslagen van bestrijdingsmiddelen. Daarnaast zijn (hoofd)transportassen voor gevaarlijke stoffen, zoals buisleidingen, spoor-, auto-, en waterwegen, ook als potentiële gevarenbron aangemerkt.

Het externe veiligheidsbeleid heeft tot doel zowel individuele burgers als groepen burgers een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Om dit doel te bereiken zijn gemeenten en provincies verplicht om bij besluitvorming in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de Wet milieubeheer en de Wet op de ruimtelijke ordening de invloed van een risicobron op zijn omgeving te beoordelen. Daartoe wordt binnen het werkveld van de externe veiligheid veelal het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR) gehanteerd.

Het plaatsgebonden risico is de kans dat een persoon die zich gedurende een jaar onafgebroken onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt, overlijdt als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Dit risico wordt per bedrijf en transportas vastgelegd in contouren. Er geldt een contour waarbinnen deze kans 1x10-6 (één op de miljoen) bedraagt.

Het groepsrisico is een berekening van de kans dat een groep personen binnen een bepaald gebied overlijdt ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. De oriëntatiewaarde geeft hierbij de indicatie van een aanvaardbaar groepsrisico. Indien een ontwikkeling is gepland in de nabijheid van een risicobron geldt afhankelijk van de ontwikkeling een verantwoordingsplicht voor het toelaten van gevoelige functies.

Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)

Voor bepaalde risicovolle bedrijven geldt het Besluit externe veiligheid inrichtingen en Regeling externe veiligheid inrichtingen (Bevi en Revi). Hierin zijn de risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd.

Circulaire effectafstanden LPG-tankstations

In de circulaire is de effectbenadering uitgewerkt voor LPG-tankstations. In beginsel zijn geen (beperkt) kwetsbare objecten binnen een effectafstand van 60 meter en geen zeer kwetsbare objecten binnen een effectafstand van 160 meter toegestaan. Naast de circulaire blijft ook de toetsing aan het Bevi noodzakelijk.

Transport van gevaarlijke stoffen (water, spoor, weg)

Voor de beoordeling van de risico's vanwege transport van gevaarlijke stoffen geldt het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt en basisnet), met als uitvloeisel het zogeheten Basisnet en de bijbehorende regeling Basisnet.

Beleidsvisie externe veiligheid gemeente Brummen

Gemeente Brummen heeft op 11 april 2006 de beleidsvisie externe veiligheid ‘Externe veiligheid in de gemeente Brummen het ambitieniveau’ vastgesteld. Het ambitieniveau is voor bedrijventerreinen “ruimte voor bedrijven”, voor woonwijken geldt het ambitieniveau “Veilig wonen” en voor het buitengebied geldt het ambitieniveau “niets doen”. Bij deze ambitieniveaus zijn voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico de in de onderstaande tabel uitgangspunten geformuleerd:

Ambitieniveau   Plaatsgebonden risico met kwetsbaar object binnen richtwaarde 10-5   Plaatsgebonden risico beperkt kwetsbaar object binnen richtwaarde   Groepsrisico oriënterende waarde  
Niets doen   Niet toegestaan   Toegestaan onder voorwaarden   Keuze verwantwoorden  
Ruimte voor Bedrijven   Niet toegestaan   Toegestaan onder voorwaarden   Richtinggevend  
Veilig wonen   Niet toegestaan   Niet toegestaan   Geen toename groepsrisico en overschrijding oriënterende toegestaan  

Ten aanzien van de ambitieniveaus verandert er op de Vulcanusweg niets, een detailhandelsbedrijf maakt plaats voor een ander detailhandelsbedrijf.

4.6.2 Toetsing en conclusie

Overeenkomstig de professionele risicokaart waarin relevante risicobronnen worden getoond, zijn in de nabije omgeving van het plangebied geen relevante risicovolle inrichtingen gelegen (figuur 4.3). Wel worden in de nabije omgeving gevaarlijke stoffen vervoerd over het spoor.

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBRKOM100023-va01_0010.png"Figuur 4.3 Ligging plangebied (rode contour) ten opzichte van risicovolle bronnen. (Bron: Professionele risicokaart)

Het vervoer over het spoor vindt plaats ten westen van het plangebied, over het spoortraject Velperpoort aansl. – Zutphen (nummer 62S.2). Het plangebied is niet gelegen binnen de PR 10-6 contour van het spoortraject. Het invloedsgebied van het spoortraject reikt tot meer dan 4.000 meter. Het plangebied is gelegen op circa 208 meter afstand en valt daarmee binnen het invloedsgebied. Het plangebied ligt buiten 200 meter van de transportroute, waardoor een berekening van het groepsrisico niet noodzakelijk is. Wel is een beknopte verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk.

Beknopte verantwoording groepsrisico

Bestrijdbaarheid en bereikbaarheid

Voor zowel de bereikbaarheid en bestrijdbaarheid van 'dagelijkse incidenten', zoals brand of wateroverlast, als voor calamiteiten op het gebied van externe veiligheid, is het van belang dat de bereikbaarheid voor de hulpdiensten en bluswatervoorzieningen voldoende geborgd zijn. De bestrijdbaarheid is afhankelijk van de inzetbaarheid van hulpverleningsdiensten. De brandweer moet in staat zijn om hun taken goed uit te kunnen voeren om daarmee verdere escalatie van en incident te voorkomen. Hierbij kan gedacht worden aan het voldoende/ adequaat aanwezig zijn van aanvalswegen en bluswatervoorzieningen. Het plangebied wordt ontsloten via de Vulcanusweg en de Zutphensestraat. Beide wegen sluiten aan op het verdere wegennetwerk van het bedrijventerrein Rhienderen-Noord en de kern Brummen. Het gedegen wegennetwerk komt de bestrijdbaarheid ten goede. Zo kan een mogelijke brand via meerdere aanvalswegen worden geblust. Het wegennetwerk biedt daarnaast vluchtmogelijkheden in verschillende richtingen, waardoor altijd van de bron af kan worden gevlucht.

Zelfredzaamheid

In de toekomstige situatie zal binnen het plangebied een supermarkt worden gerealiseerd. De aanwezige personen zullen over het algemeen zelfredzaam zijn. Aanwezige kinderen en ouderen worden wel beschouwd als verminderd zelfredzame personen. Hierbij wordt echter ervan uitgegaan dat in geval van nood de ouders/verzorgers de kinderen en ouderen kunnen begeleiden. Als gevolg van een incident met toxische stoffen geldt dat een toxische wolk zich snel kan ontwikkelen en verplaatsen. Dit effect is vaak niet zichtbaar. Zelfredzaamheid in dit scenario is alleen mogelijk als er tijdig alarmering plaatsvindt en gebouwen geschikt zijn om enkele uren te schuilen. Denk hierbij aan het sluiten van ramen en deuren en met name het uitschakelen van (mechanische) ventilatiesystemen. Instructie met betrekking tot de juiste handelswijze in geval van een incident is noodzakelijk voor een effectieve zelfredzaamheid.

Conclusie

Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van het spoortraject Velperpoort aansl. – Zutphen (62S.2). Uit de beknopte verantwoording blijkt dat de zelfredzaamheid, bestrijdbaarheid en bereikbaarheid van het plangebied als voldoende worden beschouwd. Het aspect externe veiligheid vormt zodoende geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.

4.7 Luchtkwaliteit

4.7.1 Toetsingskader

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een ruimtelijk plan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens rekening gehouden met de luchtkwaliteit. Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2, van de Wet milieubeheer. De Wet milieubeheer bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordenings- praktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in de volgende tabel weergegeven.

Tabel 4.4 Grenswaarden maatgevende stoffen Wet milieubeheer

Stof   Toetsing van   Grenswaarde  
Stikstofdioxide (NO2)   Jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³  
  Uurgemiddelde concentratie   Max. 18 keer p.j. meer dan 200 µg/m³  
Fijn stof (PM10)   Jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³  
  24-uurgemiddelde concentratie   Max. 35 keer p.j. Meer dan 50 µg / m³  
Fijn stof (PM2,5)   Jaargemiddelde concentratie   25 µg/m³  

Besluit niet in betekenende mate (nibm)

In het Besluit nibm en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden twee situaties onderscheiden:

  • een project heeft een effect van minder dan 3% toename van concentratie NO2 (stikstof dioxide) en PM10 (fijn stof) in de buitenlucht;
  • een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen bij één ontsluitingsweg of kantoorlocaties met maximaal 100.000 m² bvo bij één ontsluitingsweg.
4.7.2 Toetsing en conclusie

De beoogde ontwikkeling voorziet in de realisatie van een nieuwe supermarkt. De verkeersgeneratie van de beoogde ontwikkeling bedraagt op een gemiddelde weekdag maximaal 1.589 mvt/etmaal. De maximale bijdragen aan de concentratie luchtverontreinigende stoffen als gevolg van deze verkeersgeneratie zijn berekend met behulp van de NIBM-tool. Uit de berekening blijkt dat de beoogde ontwikkeling 'niet in betekende mate' bijdraagt aan de concentratie luchtverontreinigende stoffen. Naar aanleiding van deze uitkomst is middels de NIBM-tool de planbijdrage 2022 berekend (figuur 4.4).

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBRKOM100023-va01_0011.png"

Figuur 4.4 Uitkomsten NIBM-tool 2022

Via de monitoringstool (https://www.nsl-monitoring.nl/viewer/), die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort, is bekeken hoe hoog de concentraties luchtverontreinigende stoffen in de huidige situatie ter plaatse van het plangebied zijn. De dichtstbijzijnde maatgevende weg betreft de IJsselgouw (N348) ten oosten van het plangebied. Uit de NSL-monitoringstool blijkt dat in 2020 de jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide en fijn stof langs deze weg ruimschoots onder de grenswaarden lagen. De concentraties luchtverontreinigende stoffen voor deze weg bedroegen in 2020; 16.2 µg/m3 voor NO2, 16.5 µg/m3 voor PM10 en 10.1 µg/m3 voor PM2,5. Het aantal overschrijdingsdagen van de 24-uur gemiddelde concentratie PM10 bedroeg 6 dagen. In figuur 4.5 is de ligging van toetspunten weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBRKOM100023-va01_0012.png"

Figuur 4.5 Toetspunten langs de IJsselgouw (N348) nabij het plangebied (rode contour). (Bron: NSL-monitoringstool.)

In tabel 4.5 is getoetst of in 2022 aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer wordt voldaan. Hierbij is uitgegaan van de hoogste achtergrondconcentratie ter plaatse van de maatgevende weg (IJsselgouw/N348).

Tabel 4.5 Berekening NIBM-tool voor het jaar 2020.

Stofcategorie   Maximale planbijdrage 2020 (µg/m3)
volgens
NIBM rekentool  
Hoogste achtergrond
concentratie (µg/m3) 2020 (IJsselgouw/N348)  
Maximaal optredende
concentratie 2022 (µg/m3)  
Grenswaarde Wm
(µg/m3)  
NO2   1,21   16,2   16,41   40  
PM10   0,26   17,5   17,76   40  
PM2,5   0,26   10,1   10,36   25  

Uit tabel 4.5 blijkt dat wanneer de maximale planbijdrage bij de concentraties luchtverontreinigende stoffen worden opgeteld in 2022, ruimschoots aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer wordt voldaan ter plaatse van de maatgevende weg IJsselgouw (N348). Aangezien direct langs deze weg ruimschoots aan de grenswaarden wordt voldaan, zal dit ook ter plaatse van het plangebied het geval zijn. Concentraties luchtverontreinigende stoffen nemen immers af naarmate een locatie verder van de weg ligt. Ook nemen door gebruikmaking van steeds betere technieken de achtergrondconcentraties luchtverontreinigende stoffen jaarlijks af.

Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.

4.8 Bedrijven en milieuhinder

4.8.1 Toetsingskader

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:

  • ter plaatse van de naastgelegen woningen een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd;
  • rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en de milieuruimte van de betreffende bedrijven.

Om de belangenafweging tussen bedrijvigheid en nieuwe woningen in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit plan gebruikgemaakt van de VNG publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). In deze publicatie is een lijst opgenomen waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. Voor elke bedrijfsactiviteit is de maximale richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies aangegeven op grond waarvan de categorie-indeling heeft plaatsgevonden. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Milieuzonering beperkt zich tot de milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk/rustig buitengebied'. Voor het omgevingstype 'gemengd gebied' gelden kleinere afstanden. De richtafstanden gelden voor de aangegeven bedrijfsactiviteiten in het algemeen. Op basis van onderzoek naar de specifieke milieusituatie van een bedrijf kunnen kleinere aan te houden afstanden gerechtvaardigd zijn. Hiermee kan dan onderbouwd worden afgeweken van de richtafstanden indien de specifieke bedrijfsvoering van het betreffende bedrijf daar aanleiding toe geeft.

4.8.2 Toetsing en conclusie

Het plangebied is gelegen op het bedrijventerrein Rhienderen-Noord. De directe omgeving van het plangebied bestaat voornamelijk uit lokale bedrijvigheid. Het plangebied kan daarmee getypeerd worden als 'gemengd gebied'. Conform de VNG publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009) behoort een supermarkt tot milieucategorie 1 (supermarkten, warenhuizen). Voor deze milieucategorie geldt op basis van geluid een richtafstand van 10 meter. Dit betekent dat voor gemengd gebied een richtafstand geldt van 0 meter. De dichtstbijzijnde woning ligt ten zuiden van het plangebied op circa 34 meter afstand. Hiermee wordt ruim aan de richtafstand voldaan. Daarnaast wordt de woning afgeschermd van de toekomstige parkeerplaats door de bestaande bebouwing aan de zuidkant van het plangebied. Ook ten noordoosten van het plangebied zijn woningen gelegen. Deze woningen liggen op circa 43 meter afstand van de toekomstige parkeerplaats, waarmee ook voor deze woningen ruimschoots aan de richtafstand wordt voldaan. Bovendien is de laad- en losplaats aan de westkant van de nieuwe supermarkt gesitueerd, waarbij de nieuwe supermarkt als afscherming functioneert. Verder belemmert de nieuwe supermarkt de bestaande bedrijven op het bedrijventerrein Rhienderen-Noord niet in hun bedrijfsvoering.

Het aspect bedrijven-en milieuzonering vormt daarmee geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.

4.9 Water

4.9.1 Toetsingskader

De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijk planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheergebied van Waterschap Vallei & Veluwe, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder worden vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.

Europees:

  • Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

  • Nationaal Waterplan (NW);
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW).
  • Waterwet

Provinciaal:

  • Provinciaal Waterplan;
  • Provinciale Structuurvisie;
  • Verordening Ruimte.

Waterschapsbeleid

Sinds 1 januari 2013 zijn waterschap Vallei & Eem en Veluwe gefuseerd tot het waterschap Vallei en Veluwe. Voor de periode 2016-2021 heeft het waterschap een waterbeheerprogramma opgesteld. Op basis van de strategische doelstellingen uit de Langetermijnvisie, de Deltabeslissingen, de aanbevelingen uit het in 2014 gepresenteerde OESO-rapport en de Kaderrichtlijn Water zijn in dit programma tactische doelen geformuleerd. Per jaarplan wordt samen met de partners concreet invulling gegeven aan de daadwerkelijke realisatie van deze doelen. Per 1 januari 2014 is ook een nieuwe Keur ingetreden voor het gehele waterschapsgebied. In de Keur staat wat er wel en niet mag in watergangen, waterkeringen, bergingsgebieden en ondersteunende kunstwerken en met grondwater. Met die regels beschermt het waterschap de dijken, sloten, waterstanden en grondwaterstanden.

4.9.2 Toetsing en conclusie

Huidige situatie

Het plangebied is gesitueerd op de hoek van de Vulcanusweg en Zutphensestraat in het buurtschap Rhienderen, direct ten noorden van Brummen, en bestaat in de huidige situatie uit het bedrijfspand van Verrij Wonen met bijbehorend parkeerterrein. Het plangebied is in de huidige situatie nagenoeg geheel verhard.

Bodem en grondwater

Het plangebied maakt geen deel uit van een waterwingebied of een grondwaterbeschermingsgebied. Vanwege de ligging van het plangebied in de bebouwde kom van Brummen is het plangebied niet gekarteerd op de Bodemkaart van Nederland. In de nabije omgeving van het plangebied bestaat de bodem uit zavel (ooivaaggronden) en uit lemig fijn zand (hoge bruine enkeerdgronden). Met betrekking tot grondwater is in de nabije omgeving van het plangebied sprake van grondwatertrap VII. Dit wil zeggen dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) schommelt tussen de 80 en 140 centimeter onder maaiveld. De gemiddelde laagste grondwaterstand (GLG) ligt dieper dan 120 centimeter onder maaiveld. De maaiveldhoogte ter plaatse bedraagt circa 8,3 meter +NAP.

Waterkwantiteit

Binnen het plangebied en in de nabije omgeving zijn geen watergangen aanwezig.

Watersysteemkwaliteit en ecologie

Binnen het plangebied of in de nabije omgeving liggen geen oppervlaktewaterlichamen die zijn aangewezen vanuit de Kaderrichtlijn Water. Verder bevinden zich tevens geen natte ecologische verbindingszone zoals opgenomen in het (provinciale) Natuurnetwerk Nederland binnen of in de nabijheid van het plangebied.

Veiligheid en waterkeringen

Het plangebied is niet gelegen binnen de kern- of beschermingszone van een waterkering.

Afvalwaterketen en riolering

Het plangebied is in de huidige situatie aangesloten op het gemeentelijk rioleringsstelsel.

Toekomstige situatie

De beoogde ontwikkeling betreft de sloop van het bestaande pand, waarna ter plaatse een nieuwe supermarkt wordt gerealiseerd.

Bodem en grondwater

De beoogde ontwikkeling heeft geen gevolgen voor bodem en grondwater.

Waterkwantiteit

Conform het beleid van Waterschap Vallei & Veluwe dient een toename van het verhard oppervlak gecompenseerd te worden. Echter, het plangebied is in de huidige situatie nagenoeg geheel verhard. Door de beoogde ontwikkeling zal het verhard oppervlak zodoende niet of nauwelijks toenemen. Watercompenserende maatregelen zijn dan ook niet noodzakelijk.

Afvalwaterketen en riolering

Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:

  • hemelwater vasthouden voor benutting;
  • (in-) filtratie van afstromend hemelwater;
  • afstromend hemelwater afvoeren naar oppervlaktewater;
  • afstromend hemelwater afvoeren naar RWZI.

Watersysteemkwaliteit en ecologie

Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem is het van belang om duurzame, niet-uitloogbare materialen te gebruiken, zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.

Veiligheid en waterkeringen

De ontwikkeling heeft geen invloed op de waterveiligheid in de omgeving.

Waterbeheer

Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het waterschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de 'Keur'. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het waterschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de 'Keur'. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.

Ten behoeve van de beoogde ontwikkeling is op basis van de Keur geen vergunning noodzakelijk.

Conclusie

De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse. Doordat de verharding afneemt ten opzichte van de huidige situatie, en groen wordt toegevoegd, zal er sprake zijn van een betere waterhuishouding. Bij hevige regenval zal het water beter afgevoerd kunnen worden.

4.10 Kabels en leidingen

4.10.1 Toetsingskader

Planologisch relevante leidingen en hoogspanningsverbindingen dienen te worden gewaarborgd. Tevens dient rond dergelijke leidingen rekening te worden gehouden met zones waarbinnen mogelijke beperkingen gelden. Planologisch relevante leidingen zijn leidingen waarin de navolgende producten worden vervoerd:

  • 1. gas, olie, olieproducten, chemische producten, vaste stoffen/goederen;
  • 2. aardgas met een diameter groter of gelijk aan 18 inch;
  • 3. defensiebrandstoffen;
  • 4. warmte en afvalwater, ruwwater of halffabrikaat voor de drink- en industriewatervoorziening met een diameter groter of gelijk aan 18 inch.
4.10.2 Onderzoek en conclusie

In en nabij de planlocatie zijn geen planologisch relevante leidingen en/of telecommunicatieverbindingen aanwezig die een belemmering vormen voor de ontwikkeling of waarvoor de ontwikkeling een belemmering is. Dit aspect staat de uitvoering van de beoogde ontwikkeling dan ook niet in de weg.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

De maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat de geplande ontwikkeling maatschappelijk draagvlak heeft en dat de procedures op een goede manier is doorlopen.

Participatie

Naast de wettelijke vormen van inspraak is door de initiatiefnemer de belanghebbenden geïnformeerd over de beoogde plannen. Hiervoor hebben 1-op-1-gesprekken plaatsgevonden van de direct omwonenden van de Vulcanusweg. De omliggende ondernemers en bewoners van de locatie Vulcanusweg zijn geïnformeerd over de plannen, en waren overwegend positief over de ontwikkeling. Over een aantal kritische opmerkingen is in samenspraak met de initiatiefnemer gekomen tot een aantal kleine aanpassingen aan het plan, onder andere de verlaging van de reclamezuil.

Vooroverleg

In het kader van het wettelijk vooroverleg is het ontwerpbestemmingsplan in het kader van het artikel 3.3.1. overleg toegezonden aan de overlegpartners van de gemeente Brummen, zoals de provincie Gelderland en het waterschap Vallei en Veluwe. De uitkomsten hiervan kunnen nieuwe niet voorziene uitgangspunten voor het bestemmingsplan geven.

Zienswijze

Tegelijk met het art 3.3.1. overleg is het ontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode wordt een ieder in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen (artikel 3.8 Wro). Er zijn geen zienswijzen ingediend.

Vaststelling

Het bestemmingsplan wordt ongewijzigd vastgesteld. Het besluit tot vaststelling wordt gepubliceerd en het bestemmingsplan ligt zes weken ter inzage. Tijdens die periode bestaat de mogelijkheid beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in te dienen tegen het besluit en het plan.

5.2 Economische uitvoerbaarheid

Ten behoeve van de uitvoerbaarheid van het project is het van belang te weten of het economisch uitvoerbaar is. De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds bepaald door de exploitatie van het plan (financiële haalbaarheid) en anderzijds door de wijze van kostenverhaal van de gemeente (grondexploitatie).

Financiële haalbaarheid

De beoogde ontwikkeling is een initiatief om Aldi Brummen te verplaatsen naar de Vulcanusweg 1. De ontwikkeling is gewenst omdat de huidige Aldi te klein is en voor verkeersproblemen zorgt. De initiatiefnemer heeft de investeringskosten voor het project geraamd, is in staat om deze investering zelf te financieren of gefinancierd te krijgen en heeft met een berekening aangetoond dat het project rendabel is.

Bovendien hebben de initiatiefnemer en de gemeente afspraken gemaakt in de anterieure overeenkomst over / een planschadeverhaalovereenkomst gesloten voor de vergoeding van eventuele succesvolle aanvragen voor tegemoetkoming in planschade door de initiatiefnemer aan de gemeente. Dit betekent dat planschade die ontstaat ten gevolge van het afwijken van het geldende bestemmingsplan voor rekening en risico van de initiatiefnemer is.

Uit bovenstaande volgt dat de initiatiefnemer in staat is om alle kosten voor de beoogde ontwikkeling te dragen en dat de beoogde ontwikkeling dus financieel haalbaar én uitvoerbaar is.

Grondexploitatie

De beoogde ontwikkelingen zijn bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplannen, zoals bedoeld in artikel 6.12 lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en artikel 6.2.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Dit betekent dat de gemeente de kosten, zoals benoemd in de kostensoortenlijst in de Bro, dient te verhalen op de initiatiefnemer middels een exploitatieplan of een anterieure overeenkomst. De gemeente heeft via een anterieure overeenkomst met de initiatiefnemer het kostenverhaal anderszins verzekerd. Bovendien is het niet noodzakelijk om een tijdvak of fasering te bepalen en/of om eisen, regels of een uitwerking van regels te stellen in aanvulling op de gemaakte afspraken in de anterieure overeenkomst. Hieruit volgt dat de gemeente het kostenverhaal voldoende anderszins verzekerd heeft en dat het opstellen van een exploitatieplan niet aan de orde is. Hieruit volgt dat het onderdeel grondexploitatie conform de Wro is geregeld en dat daarmee de economische uitvoerbaarheid van het project is verzekerd.

Hoofdstuk 6 Juridische planbeschrijving

6.1 Welke bestemmingen komen voor in dit plan?

Een bestemmingsplan geeft aan voor welke functies percelen en bouwwerken mogen worden gebruikt. Dat kan bijvoorbeeld zijn voor wonen, groen, verkeer enzovoort. Daarnaast bevat het plan per functie regels waaraan het gebruik en/of het bouwen moet voldoen. Zo is vastgelegd waar gebouwd mag worden en waar niet, en zijn regels gesteld hoe mag worden gebouwd. Het plan geeft bijvoorbeeld de maximale bouw- en goothoogte van huizen, en de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals erfafscheidingen aan.

6.2 Hoe ziet een bestemmingsplan er uit?

Een bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (voorheen de 'plankaart' genoemd), planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels zijn het juridische deel van het bestemmingsplan. In dit deel van het bestemmingsplan staan de rechten en plichten die voortvloeien uit het plan. In de plantoelichting zijn de achtergronden en uitgangspunten voor het beleid opgenomen. Met de toelichting worden de aanwezige belangen in het gebied afgewogen en wordt de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan aangetoond.

In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is geregeld dat alle ruimtelijke plannen, waaronder bestemmingsplannen, digitaal moeten worden vervaardigd, met inachtneming van de daartoe wettelijk verplicht gestelde standaarden Op die wijze zijn bestemmingsplannen onderling vergelijkbaar en ook digitaal uitwisselbaar. Alle bestemmingsplannen in Nederland zijn te vinden op de website: www.ruimtelijkeplannen.nl. Via het tabblad 'bestemmingsplannen' kan worden doorgeklikt naar de provincie, de woonplaats of nog specifieker de straatnaam. De gebieden die zwart omlijnd op de kaart staan aangeduid, zijn de gebieden waarvoor een bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar is.

Zodra het gewenste bestemmingsplan is gevonden en deze voldoende is ingezoomd, wordt de betreffende bestemmingslegging zichtbaar. Om een beter beeld van de omgeving te krijgen, kan voor verschillende ondergronden worden gekozen (luchtfoto, topografie). Zodra linksboven 'legenda' wordt aangeklikt, wordt inzichtelijk wat de verschillende kleuren betekenen. Door vervolgens op een locatie binnen het plangebied te klikken wordt aan de rechterzijde van de kaart de bijbehorende informatie

getoond.

Op de verbeelding wordt aangegeven welke bestemming gronden hebben. Dit gebeurt via een bestemmingsvlak. Voor het op de verbeelding aangegeven bestemmingsvlak gelden de gebruiksmogelijkheden zoals die in de bijbehorende regels worden gegeven. Die toegekende gebruiksmogelijkheden kunnen op twee manieren nader worden ingevuld:

  • Met een dubbelbestemming. Dit betreft een bestemming die óók aan de gronden wordt toegekend. Bijvoorbeeld voor archeologie of ondergrondse leidingen. Voor gronden kunnen dus meerdere bestemmingen gelden.
  • Met een aanduiding. Een aanduiding is een vlak op de verbeelding. Via een aanduiding wordt in de regels iets aanvullend geregeld. Dat kan betrekking hebben op maatvoering (bijvoorbeeld een specifieke goot- of bouwhoogte), bouwen (bijvoorbeeld voor specifieke bouwwerken als overkappingen) of functies (bijvoorbeeld zorgwoningen).

6.3 Wat regelt een bestemmingsplan?

Dit bestemmingsplan bestaat uit de bestemming 'Detailhandel-1': Deze bestemming is opgenomen voor de beoogde discountsupermarkt op de locatie Vulcanusweg 1 in Brummen.

In verband met archeologische verwachtingen is tevens de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie laag' van toepassing binnen het plangebied.

6.4 Opzet van de planregels

De hoofdstukken waarin de regels zijn opgenomen, hebben de volgende vaste volgorde:

  • In de Inleidende regels worden in de regels gehanteerde begrippen, voor zover nodig, gedefinieerd en wordt de wijze van meten bepaald;
  • In de Bestemmingsregels worden in alfabetische volgorde van de naam van de bestemmingen de regels gegeven waarmee die bestemmingen zoals die op de verbeelding voorkomen, nader worden omschreven;
  • De Algemene regels bevatten een aantal regels (voorheen bepalingen genoemd) die voor alle bestemmingen gelden, zoals een anti-dubbeltelbepaling of de bepaling welke wettelijke regeling van toepassing);
  • De Overgangs- en slotregels ten slotte geven overgangsrecht voor bestaand gebruik en bestaande bebouwing en de titel van het plan.

Ook bij de opstelling van een bestemmingsbepaling (Hoofdstuk 2 van de regels) moet een vaste volgorde gebruikt worden: Een bestemmingsregel behoeft niet alle voorgeschreven elementen te bevatten. Dit is afhankelijk van de aard van de bestemming. Alle bestemmingen bevatten wel een bestemmingsomschrijving en bouwregels.

Daarnaast is een aantal bepalingen opgenomen waaraan landelijk gezien de regels van het bestemmingsplan moeten voldoen. Het gaat hierbij om een aantal begrippen, regels ten aanzien van het overgangsrecht en de anti-dubbeltelbepaling.

6.5 Toelichting op de inleidende regels

In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de inleidende regels.

Artikel 1 Begrippen

De begrippen die in het bestemmingsplan gebruikt worden zijn in dit artikel gedefinieerd. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.

 

Artikel 2 Wijze van meten

Dit artikel maakt duidelijk hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken worden gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.

6.6 Toelichting op de bestemmingsregels

Het hoofdstuk Bestemmingsregels bevat de regels die specifiek gelden voor de bestemmingen in dit plan.

Artikel 3 Detailhandel

Artikel 3 betreft de bestemmingsregeling voor Detailhandel zoals opgenomen in 'Bestemmingsplan Kom Brummen' met de IMRO-code NL.IMRO.0213.BPBRKOM100000-va01. Daar is de functieaanduiding 'supermarkt uitgesloten' aan toegevoegd. Daarmee wordt het gebruik door een supermarkt op de Arnhemsestraat 50 uitgesloten.

Artikel 4 Detailhandel-1

De voor Detailhandel-1 bestemde gronden zijn bedoeld voor de nieuwe supermarkt. De beoogde nieuwbouw is voorzien van een bouwvlak. Met een maatvoeringsaanduiding is de maximale bouwhoogte aangegeven.

Daarnaast is een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Daarin is geregeld dat de detailhandelsvestiging binnen Detailhandel-1 pas in gebruik mag worden genomen als exploitatie aan de Arnhemsestraat 50 ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt uitgesloten' definitief is beëindigd.

Artikel 5 Waarde - Archeologie hoog

Binnen het plangebied is de bestemming 'Waarde - Archeologie hoog' opgenomen ter behoud en bescherming van de archeologische waarden in de gronden. Deze regels die binnen bestemming gelden, hebben voorrang op de regels van de andere op de gronden voorkomende bestemmingen. Voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en van werkzaamheden is een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen.

Artikel 6 Waarde - Archeologie laag

Binnen het plangebied is de bestemming 'Waarde - Archeologie laag' opgenomen ter behoud en bescherming van de archeologische waarden in de gronden. Deze regels die binnen bestemming gelden, hebben voorrang op de regels van de andere op de gronden voorkomende bestemmingen. Voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en van werkzaamheden is een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen.

6.7 Toelichting op de algemene regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Het doel van de antidubbeltelbepaling is te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Artikel 8 Algemene bouwregels

De op de verbeelding aangegeven bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen worden overschreden met kleine bouwdelen. In het eerste lid van dit artikel is geregeld hoe groot de overschrijding mag zijn en onder welke voorwaarden.

Artikel 9 Algemene afwijkingsregels

Voor ondergeschikte afwijkingen van het bestemmingsplan is een algemene bevoegdheid tot afwijken opgenomen. De onderhavige regeling voorziet in verband met de gewenste duidelijkheid, in een objectieve begrenzing van het toepassingsbereik van de afwijking.

Artikel 10 Algemene wijzigingsregels

In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels waarmee door middel van een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6 Wro het mogelijk is enige flexibiliteit in het plan aan te brengen.

Artikel 11 Algemene procedureregels

In dit artikel is geregeld hoe verwijzingen naar andere wettelijke regelingen moeten worden gelezen.

Artikel 12 Overige regels

De eerste bepaling is geborgd dat voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd. Een en ander dient bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen te worden aangetoond.

In de tweede bepaling is geregeld dat alle wettelijke regelingen, waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan. In de tweede bepaling is geregeld dat alle wettelijke regelingen, waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.

6.8 Toelichting op overgangsrecht en slotregels

Artikel 13 Overgangsrecht

In artikel 3.2.1. van het Bro zijn standaardregels opgenomen met betrekking tot het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik. Deze maken onderdeel uit van dit bestemmingsplan.

Artikel 14 Slotregel

Het laatste artikel van de planregels betreft de citeertitel van het onderhavige bestemmingsplan Vulcanusweg 1 - Arnhemsestraat 50 Brummen.