4.2 Externe veiligheid
Doel van de quickscan externe veiligheid (bijlage 7) is het inzichtelijk maken van de risicobronnen in en om het plangebied. Bij aanwezigheid van risicobronnen worden de effecten van die risicobronnen op de ontwikkeling van het plangebied beschreven.
Kader
Externe veiligheid betreft de risico's voor de omgeving veroorzaakt door de productie, opslag, het transport en het gebruik van gevaarlijke stoffen. In en om het plangebied is in kaart gebracht welke transportroutes van gevaarlijke stoffen van belang zijn en welke risicovolle inrichtingen invloed op het plangebied hebben.
Het beleid en de wetgeving externe veiligheid berust op verkregen inzichten in aanwezige risico's op grond van studies en ervaringen in de afgelopen decennia. Twee belangrijke basisbegrippen dienen daarbij als risicomaat om risico's te beoordelen en te toetsen: plaatsgebonden risico en groepsrisico.
Het plaatsgebonden risico (PR) is de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een risicobron bevindt, overlijdt door een ongeval met de risicobron.
Het groepsrisico (GR) geeft aan wat de kans is op een ongeval met 10 of meer dodelijke slachtoffers in de omgeving van de beschouwde risicobron.
Toetsing
De risicobronnen in en om het plangebied Klein Engelenburg zijn geïnventariseerd. Daaruit blijkt het volgende:
- In het plangebied zijn geen risicobronnen gelegen.
- De dichtstbijzijnde relevante buisleiding is op ruim 1 km afstand gelegen en heeft daarmee geen invloed op de planontwikkeling.
- De IJssel is opgenomen in het Basisnet Water, er vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. De IJssel is echter op 1,5 km ten oosten van het plangebied gelegen en heeft daardoor geen invloed op het plangebied en vice versa.
- Over de N348 vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Deze weg is niet opgenomen in het Basisnet Weg. De N348 is 750 m ten oosten van de planlocatie gelegen en heeft daardoor geen invloed op het plangebied en vice versa.
- Op 150 m ten westen van de planlocatie is de spoorlijn Dieren-Zutphen gelegen. Deze spoorlijn is niet opgenomen in de risicokaart en op grond daarvan kan gesteld worden dat er momenteel geen relevant vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het bestaande vervoer over het spoor levert ten aanzien van externe veiligheid op grond van de huidige wet- en regelgeving derhalve geen belemmeringen op voor de ontwikkeling van de planlocatie.
- Het spoortraject is echter wel opgenomen in het 'ontwerp Basisnet Spoor'. In de toekomst kan vervoer van gevaarlijke stoffen daarom niet uitgesloten worden. Op grond van een worst-case scenario voor wat betreft de prognose van vervoer van gevaarlijke stoffen over dit spoor en de vuistregels is een inschatting gemaakt van de invloed van de planontwikkeling op het groepsrisico. Daaruit blijkt dat bij de situatie met een drukke woonwijk (70 pers./ha) aan beide zijden van het spoor geen overschrijding van de oriënterende waarde zal optreden. De situatie in Brummen is qua bevolkingsdichtheid te typeren als een rustige woonwijk (25 pers./ha), dus het groepsrisico zal ruim beneden de oriënterende waarde blijven. De planontwikkeling voegt slechts enkele (minder dan 10) woningen toe op 150 m vanaf het spoor. Deze toename zal geen significant effect hebben op de waarde van het groepsrisico. Resumerend kan gesteld worden dat als er in de toekomst vervoer van gevaarlijke stoffen over dit spoor zal plaatsvinden die geen belemmeringen opleveren voor de huidige gewenste ontwikkeling en vice versa.
- Volgens de risicokaart ligt er geen Bevi bedrijf in de omgeving van het plangebied. Wel is er een risicobron aangemerkt op 450 m ten noordwesten van het plangebied. Het betreft palletcentrum Eerbeek op bedrijventerrein Hazenberg. Deze inrichting is vanwege de grote hoeveelheid opgeslagen hout, opgenomen als risicobron conform het registratiebesluit. Gelet op de grote afstand heeft dit geen invloed op het plangebied en vice versa.
Conclusie
Op grond van de beschikbare informatie, de huidige wet- en regelgeving en rekening houdend met toekomstverwachtingen, levert het aspect externe veiligheid geen beperkingen op voor de ontwikkeling van het plangebied. Er zijn geen nadere onderzoeken of berekeningen nodig.