direct naar inhoud van 5.2 Natuur en landschap
Plan: Zutphensestraat 199
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPBG700019-va01

5.2 Natuur en landschap

5.2.1 Flora en fauna

Bij ruimtelijke ontwikkelingen kunnen natuurwaarden en wettelijk beschermde soorten of wettelijk beschermde gebieden in het geding zijn. Om de natuurwaarden van de planlocatie te kunnen beoordelen moet er getoetst worden aan hetgeen beschreven staat in de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. Daarnaast is het beleid aangaande de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van belang.

Het doel van de Flora- en faunawet is het in stand houden en met rust laten van de planten en diersoorten die in het wild voorkomen. Op grond van de Flora- en faunawet is het verboden activiteiten te verrichten die leiden tot aantasting van te beschermen soorten en van hun voortplantingsplaats, vaste rustplaats of vaste verblijfplaats. De Natuurbeschermingswet regelt de bescherming van gebieden die om hun ecologische waarde beschermd moeten worden. Daaronder vallen onder andere de zogenaamde Natura 2000 gebieden en de natuurmonumenten.

De provinciale structuurvisie bevat beleid voor de EHS. De kernkwaliteiten en omgevingskwaliteiten van de EHS mogen niet significant worden aangetast. De projectlocatie is gelegen binnen de EHS-Verbinding.

In oktober 2012 is een Quickscan Flora en fauna uitgevoerd. De conclusies uit deze quickscan kunnen als volgt worden samengevat.

Voorgenomen ingreep 

De initiatiefnemer is voornemens om op de onderzoekslocatie een pannenkoekenrestaurant te realiseren. Daartoe zal de huidige veeschuur op de onderzoekslocatie worden gesloopt. De toekomstige inrichting van de onderzoekslocatie zal bestaan uit een gebouw (restaurant) met daaromheen een speeltuin/speelweide en terras. In het noordelijke deel van de onderzoekslocatie worden parkeerplaatsen gerealiseerd. Rond de parkeerplaats is een beplantingsstrook / haag gepland.

De aanwezigheid van geschikt habitat op de onderzoekslocatie voor de verschillende soorten en soortgroepen is weergegeven in tabel I. In de tabel is samengevat of de voorgenomen ingreep mogelijk verstorend kan werken en wat de consequenties zijn voor eventuele vervolgstappen, zoals soortgericht nader onderzoek of vergunningtrajecten. In de tabel is verkort weergegeven welke maatregelen te treffen zijn om overtreding van de Flora- en faunawet voor bepaalde soortgroepen te voorkomen.

 

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBG700019-va01_0012.png"

Uit de bovenstaande tabel kan worden opgemaakt dat een ontheffingsverzoek op basis van de Flora- en faunawet niet noodzakelijk is, mits het advies met betrekking tot de bescherming van de huismus wordt opgevolgd.

Aanbevelingen

Vogelbescherming Nederland heeft samen met BAM Utiliteitsbouw een checklist ontwikkeld, waarmee een bouwonderneming zijn projecten en de directe omgeving natuurvriendelijker kan maken. Door middel van het beantwoorden van enkele ja/nee vragen, kunnen eenvoudige maatregelen worden toegepast die goed zijn voor de stadsnatuur en speciaal voor vogels. U vindt deze checklist op de site van de vogelbescherming (www.vogelbescherming.nl). Erfvogels zijn vogels die leven op het boerenland, op en rondom boerderijen en landelijk gelegen woningen, op erven en in hagen en houtwallen. Ze nemen in aantal af, mede omdat het boerenland en de erven de laatste decennia veel grootschaliger en 'netter' zijn geworden. De nieuwsbrief 'Erfvogels in beeld' informeert over nut, noodzaak en praktische manieren van natuurbescherming in het landelijk gebied. Deze nieuwsbrief is te downloaden op via de site van de vogelbescherming.

Bij het opstellen van het inrichtingsplan wordt rekening gehouden met het leefgebied van de huismus. De aanwezige struweelhaag zal worden geïntegreerd in het inrichtingsplan. Nestgelegenheden zullen worden verwijderd buiten het broedseizoen om verstoring van broedvogels te vermijden.

5.2.2 Ecologische Hoofdstructuur

De bijdrage die in het kader van dit initiatief geleverd wordt geleverd aan de versterking van de EHS-Verbinding ter plaatse dient te worden beschreven in het inrichtings- en compensatieplan.

5.2.3 Natura 2000-gebied

De mogelijk externe werking van het initiatief op het naastgelegen Natura 2000-gebied IJsseluiterwaarden dient te worden beschreven in het inrichtings- en compensatieplan.