direct naar inhoud van Artikel 11 Wonen
Plan: Dijkverlegging Voorsterklei
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPBG700006-va01

Artikel 11 Wonen

11.1 Bestemmingsomschrijving
11.1.1

De voor “Wonen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;

met tevens ondergeschikt:

  • b. het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep en/of bedrijf, met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 50 m² van de oppervlakte van de bebouwing mag worden gebruikt voor een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf;
    • 2. in afwijking van het bepaalde onder 1 mag de bebouwde oppervlakte ten behoeve van deze functie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - aan-huis-gebonden beroep en/of bedrijf' maximaal 131 m² bedragen;
  • c. het op hobbymatige basis houden van dieren

met daarbij behorende:

  • d. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • e. erven voor onder andere tuinen en parkeervoorzieningen;
  • f. ontsluitingswegen en -paden.

11.1.2

Paardenbakken zijn niet toegestaan.

11.2 Bouwregels

Op gronden met deze bestemming zijn gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van deze bestemming toegestaan.

  • a. voor gebouwen geldt het volgende:
    • 1. het aantal toegelaten woningen bedraagt maximaal het bestaande aantal, waarbij per bestemmingsvlak maximaal één woning is toegestaan, dan wel maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal;
    • 2. de oppervlakte van het hoofdgebouw en de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen mogen niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
      Adres   Max. oppervlakte hoofdgebouw   Max. gezamenlijke oppervlakte bijgebouwen  
      Gelders Hoofd 2   306   31  
      Gelders Hoofd 6   344   175  
    • 3. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen zoals bedoeld onder 2 mag eenmalig worden vergroot, met dien verstande dat:
      a. de oppervlakte van het hoofdgebouw met niet meer dan 10% mag toenemen tot maximaal 150 m2;
      b. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen met niet meer dan 10% mag toenemen tot maximaal 75 m2;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 en 3 bedraagt de oppervlakte van hoofdgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - binnendijks' maximaal 125% van de bestaande oppervlakte, tot een maximum van 150 m2;
    • 5. in afwijking van het bepaalde onder 2 en 3 mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - binnendijks' maximaal één bijgebouw ten behoeve van de woningen ter plaatse worden gebouwd met een oppervlakte van maximaal 425 m2;
    • 6. voor zover de gezamenlijke oppervlakte van bestaande bijgebouwen meer bedraagt dan 75 m2 geldt dat bij vervanging van de bijgebouwen, maximaal 70% van de gezamenlijke oppervlakte van de te vervangen bijgebouwen mag worden teruggebouwd met een maximum van 150 m2 per bijgebouw en naar keuze om te zetten in één of meerdere bijgebouwen, met dien verstande dat deze bepaling niet van toepassing is op het bijgebouw zoals bedoeld onder 5;
    • 7. de herbouw van het hoofdgebouw en de bijgebouwen is mogelijk waarbij de nieuwe bebouwingscontour op enig punt is geprojecteerd op maximaal 3 m van de bestaande bebouwingscontour
    • 8. voor de hoofdgebouwen en de daarbij behorende bijgebouwen dienen de volgende maximale hoogtematen in acht te worden genomen:
      goothoogte / bouwhoogte (in meters)  
      hoofdgebouwen   3 / 9  
      bijgebouw   3 / 6  
    • 9. ingeval de bestaande goothoogte en bouwhoogte van een hoofdgebouw of van bijgebouwen en overkappingen groter of hoger zijn dan de in de vorige leden genoemde maten, gelden deze als maximum;
    • 10. onder het peil gelegen kelders en verblijfsruimten mogen de bebouwingscontour van het hoofdgebouw niet overschrijden.

  • b. voor bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt het volgende:
    • 1. de maximale bouwhoogte hiervan is in onderstaande tabel vermeld:
      bouwwerken geen gebouwen zijnde   bouwhoogte (in meters)  
      zwembaden   0,1  
      overkappingen   3  
      verlichtings- en vlaggenmasten   8  
    • 2. de oppervlakte van het zwembad mag maximaal 75 m² bedragen;
    • 3. de gezamenlijke oppervlakte van de overkappingen mag maximaal 30 m² bedragen;
    • 4. bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde binnen het bestemmingsvlak mag maximaal 2 m bedragen met uitzondering van schuttingen en andere terreinafscheidingen, die gelegen zijn voor de voorgevel of in het verlengde daarvan, waarvoor een maximale bouwhoogte geldt van 1 meter.
11.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.2 sub a onder 1 voor het gebruik van het hoofdgebouw voor meerdere woningen (splitsen van woningen), met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de splitsing betekent geen onevenredige aantasting voor natuur, landschap en milieu;
  • b. de verkeersaantrekkende werking neemt niet of slechts in beperkte mate toe (in relatie tot de wegcategorie en de bijbehorende capaciteit) en het verkeer kan in de toekomst zonder probleem via de bestaande wegen en paden worden afgewikkeld;
  • c. er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad;
  • d. de woning en een daarmee in verbinding staand gebouw, is als een aaneengesloten bouwmassa te typeren en heeft een inhoud van minimaal 900 m³ waardoor twee volwaardige woningen van minimaal 80 m² kunnen worden opgericht. Bij een inhoud van 1500 m³ of meer kunnen er drie zelfstandige woningen in ondergebracht worden met een oppervlakte van minimaal 80 m² per woning;
  • e. de oppervlakte van het te splitsen gebouw wordt niet vergroot;
  • f. de kenmerkende bouwvorm van het betreffende gebouw wordt gehandhaafd;
  • g. de totale oppervlakte van bijgebouwen van de beide gesplitste woningen gezamenlijk mag niet meer bedragen dan reeds voor de nog niet gesplitste woning was toegestaan volgens artikel 11.2;
  • h. de overige aanwezige - niet-karakteristieke - gebouwen worden gesloopt.
11.4 Afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

11.4.1

het bepaalde in artikel 11.1.2 voor het oprichten van een paardenbak, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de maximale afmetingen van de paardenbak bedragen 20 bij 60 m;
  • b. de afstand van de paardenbak tot woningen van derden of andere gebouwen van derden bedraagt ten minste 50 m;
  • c. de activiteit leidt niet tot extra (licht)hinder voor omwonenden en niet tot een onevenredige aantasting van de aanwezige natuur- en landschapswaarden. Lichtmasten hebben een bouwhoogte van maximaal 8 m;
  • d. er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad;
  • e. de initiatiefnemer dient een door het college goed te keuren inrichtingsplan te overleggen.
11.4.2

het bepaalde in artikel 11.1.1 voor het toestaan van een bed and breakfast en/of een theeschenkerij, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de maximale gezamenlijke oppervlakte voor deze nevenfuncties bedraagt 100 m², met dien verstande dat bed and breakfast uitsluitend in de woning en aangebouwde bijgebouwen is toegestaan met een omvang van maximaal 5 kamers;
  • b. de verkeersaantrekkende werking neemt niet of slechts in beperkte mate toe (in relatie tot de wegcategorie en de bijbehorende capaciteit) en het verkeer kan in de toekomst zonder probleem via de bestaande wegen en paden worden afgewikkeld;
  • c. er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven en woningen ( en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad).