direct naar inhoud van Artikel 10 Waterkering
Plan: Dijkverlegging Voorsterklei
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPBG700006-va01

Artikel 10 Waterkering

10.1 Bestemmingsomschrijving
10.1.1

De voor “Waterkering” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering;
  • b. de bescherming van de waterkering;
  • c. het behoud, beheer en herstel van de landschappelijke en ecologische waarden;

met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals duikers, keerwanden en merktekens.

10.1.2

De voor “Waterkering” aangewezen gronden zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - rivierverruiming' mede bestemd voor:

  • a. agrarische doeleinden;
  • b. het behoud, beheer en/of herstel van de landschappelijke, aardwetenschappelijke en ecologische waarden, waaronder de bescherming en instandhouding van het bodemreliëf en beslotenheid / houtopstanden;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met tevens ondergeschikt:

  • d. het op hobbymatige basis houden van dieren;
  • e. extensief recreatief medegebruik;
  • f. bestaande fiets- en wandelpaden;

met daarbij behorende:

  • g. ontsluitingswegen en -paden.
10.1.3

De voor “Waterkering” aangewezen gronden zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - uiterwaarden' mede bestemd voor:

  • a. agrarische doeleinden;
  • b. het behoud, beheer en/of herstel van de landschappelijke, aardwetenschappelijke en ecologische waarden, waaronder de bescherming en instandhouding van het bodemreliëf ;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met tevens ondergeschikt:

  • d. het op hobbymatige basis houden van dieren;
  • e. extensief recreatief medegebruik

met daarbij behorende:

  • f. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • g. ontsluitingswegen en -paden.
10.1.4

De voor “Waterkering” aangewezen gronden zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschap' mede bestemd voor:

  • a. agrarische doeleinden;
  • b. het behoud, beheer en/of herstel van de landschappelijke, aardwetenschappelijke en ecologische waarden, waaronder de bescherming en instandhouding van het bodemreliëf en beslotenheid / houtopstanden;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met tevens ondergeschikt:

  • d. het op hobbymatige basis houden van dieren;
  • e. extensief recreatief medegebruik;
  • f. bestaande fiets- en wandelpaden;

met daarbij behorende:

  • g. ontsluitingswegen en -paden;

met dien verstande dat paardenbakken niet zijn toegestaan.

10.1.5

De voor “Waterkering” aangewezen gronden zijn ter plaatse van de aanduiding 'verkeer' mede bestemd voor:

  • a. verkeersvoorzieningen;
  • b. verharde wegen en paden;

met tevens ondergeschikt

  • c. groenvoorzieningen, beplanting;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.2.1

Op gronden met deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de waterkering toegestaan waarvoor geldt dat de bouwhoogte maximaal 2 m mag bedragen.

10.2.2

In afwijking van het bepaalde in artikel 10.2.1 zijn bestaande bouwwerken toegestaan op de bestaande locatie met de bestaande oppervlakte, inhoud, goot- en bouwhoogte.

10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2.1 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - rivierverruiming', met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. voor bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte maximaal 1,25 m bedraagt;
  • b. sleufsilo's, mestplaten en overkappingen mogen niet worden gebouwd;
  • c. advies is gevraagd aan de beheerder van de waterkering.
10.3.2

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2.1 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - uiterwaarden', met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwhoogte bedraagt maximaal 1,25 m;
  • b. sleufsilo's, mestplaten en overkappingen mogen niet worden gebouwd;
  • c. advies is gevraagd aan de beheerder van de waterkering.
10.3.3

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2.1 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschap', met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwhoogte bedraagt maximaal 1,25 m;
  • b. sleufsilo's, mestplaten en overkappingen mogen niet worden gebouwd;
  • c. advies is gevraagd aan de beheerder van de waterkering.
10.3.4

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2.1 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'verkeer', met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwhoogte van bewegwijzering en verlichtingsmasten bedraagt maximaal 8 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 2 m bedragen;
  • c. advies is gevraagd aan de beheerder van de waterkering.
10.3.5

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2.1 voor het oprichten van antennemasten ter plaatse van de aanduiding 'verkeer', met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 40 m bedragen;
  • b. de technische noodzaak dient te worden aangetoond.
  • c. advies is gevraagd aan de beheerder van de waterkering.
10.4 Specifieke gebruiksregels
10.4.1

Bij het aanleggen en in stand houden van de waterkering dienen onverminderd het bepaalde in artikel 10.1 de volgende regels in acht genomen te worden:

  • a. de hoogte van de waterkering bedraagt na zetting en klink ten opzichte van NAP minimaal 9,10 m en maximaal 9,20 m;
  • b. de kruinbreedte van de waterkering bedraagt minimaal 5 m;
  • c. de taludhelling van de waterkering is 1:3 of flauwer.
10.4.2

Onder gebruik in strijd met de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - rivierverruiming' , ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - uiterwaarden' en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschap' wordt in ieder geval gerekend het opslaan van materialen en goederen met uitzondering van (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken.

10.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.5.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 10.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanbrengen van drainage;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen van gronden en het rooien van bos of andere houtgewassen waarbij de stobben worden verwijderd;
  • f. het scheuren van grasland;
10.5.2

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.5.1 wordt slechts verleend , indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen niet blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

10.5.3

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.5.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan legaal in uitvoering zijn danwel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, zijn of mogen worden uitgevoerd.;
  • c. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die voortkomen uit het rapport 'Dijkverlegging Cortenoever en Voorsterklei, SNIP3 CoVo, TM Technisch Ontwerp' zoals opgenomen in de bijlage.