Plan:
Bestemmingsplan Kern Beuningen, deelplan 4
Status:
vastgesteld
Plantype:
bestemmingsplan
IMRO-idn:
NL.IMRO.02090000018380d-
Artikel 4. Groenvoorzieningen
Inhoudsopgave
4.1 Doeleindenomschrijving

De als "Groenvoorzieningen" op de plankaart aangegeven gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen met inbegrip van speelplekken en langzaamverkeersroutes, voor voorzieningen voor de verkeersgeleiding en voor water.
Een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.

4.2 Bebouwing

Binnen de als "Groenvoorzieningen" op de plankaart aangegeven gronden mogen alleen worden opgericht gebouwen, andere bouwwerken en voorzieningen die tevens voldoen aan de volgende bebouwingseisen:

  1. van andere bouwwerken zoals banken, kademuren, keerwanden, voorzieningen voor het waterbeheer e.d. mag de bebouwingshoogte van maximaal 3,5 m bedragen;
  2. van speelvoorzieningen en kunstwerken mag de bebouwingshoogte maximaal 5 m bedragen; voor lichtmasten geldt een bebouwingshoogte van maximaal 9 m;
  3. aansluitend aan elk bouwperceel mag 1 vlonder aanwezig zijn met de volgende maten: de bebouwingshoogte bedraagt maximaal 1 m, de bebouwde oppervlakte maximaal 6 m2 en de diepte, gemeten vanuit de waterkant, ten hoogste 1 m;
  4. per aaneengesloten wateroppervlak (waterpartij) mag maximaal 30 m2 aan vlonders aanwezig zijn ten behoeve van openbaar gebruik.

4.3 Wijzigingsbevoegdheid
4.3.1. Wijziging ten behoeve van jongerenontmoetingsplekken

Burgemeester en wethouders zijn ingevolge artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bevoegd de bestemming "verkeer en groen" te wijzigen voor de inrichting van jeugdontmoetingsplekken, waarbij aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan:

  1. een gebouw of ander bouwwerk mag worden opgericht met een maximale bebouwingshoogte van 3 m, en een maximale bebouwde oppervlakte van 15 m2;
  2. de procedure van artikel 15.2. dient te worden gevolgd.

4.3.2. Wijziging ten behoeve van hondenuitlaatplaatsen

Burgemeester en wethouders zijn ingevolge artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bevoegd de bestemming "verkeer en groen" te wijzigingen voor de inrichting van hondenuitlaatplaatsen, waarbij aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan:

  1. een hondenuitlaatplaats dient afgeschermd te worden, waarbij een gebouwde afscherming niet hoger mag zijn dan 1,5 m;
  2. de procedure van artikel 15.2. dient te worden gevolgd.