Plan:
Bestemmingsplan Kern Beuningen, deelplan 4
Status:
vastgesteld
Plantype:
bestemmingsplan
IMRO-idn:
NL.IMRO.02090000018380d-
Artikel 3. Verkeer en groen
Inhoudsopgave
3.1 Doeleindenomschrijving

De als "Verkeersdoeleinden" op de plankaart aangegeven gronden zijn bestemd voor verkeers- en groenvoorzieningen, met inbegrip van fiets- en voetpaden, bermen, openbare parkeerplaatsen, alsmede voor speeltoestellen, water en voorzieningen van openbaar nut.
Een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.

3.2 Bebouwing en voorzieningen
3.2.1. Binnen de als "Verkeer en groen" op de plankaart....

Binnen de als "Verkeer en groen" op de plankaart aangegeven gronden mogen alleen worden opgericht gebouwen, andere bouwwerken en voorzieningen die tevens voldoen aan de volgende bebouwingseisen:

  1. van openbaar nutsgebouwen zoals telefoongebouwen, wachthuisjes voor busdiensten (abri's) e.d. mag de bebouwingshoogte maximaal 3,50 m en de bebouwde oppervlakte maximaal 12 m2 bedragen;
  2. van andere bouwwerken zoals banken, bloembakken, nutskasten, verkeersinstallaties, bruggen, kademuren, keerwanden en voorzieningen voor waterbeheer mag de bebouwingshoogte maximaal 3,5 m bedragen;
  3. aansluitend aan elk bouwperceel mag 1 vlonder aanwezig zijn met de volgende maten: de bebouwingshoogte bedraagt maximaal 1 m, de bebouwde oppervlakte maximaal 6 m2 en de diepte, gemeten vanuit de waterkant, ten hoogste 1 m;
  4. van speelvoorzieningen en kunstwerken mag de bebouwingshoogte maximaal 5 m bedragen;
  5. van lichtmasten mag de bebouwingshoogte maximaal 9 m bedragen.

3.2.2. Verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan.

3.3 Wijzigingsbevoegdheid
3.3.1. Wijziging ten behoeve van jongerenontmoetingsplekken

Burgemeester en wethouders zijn ingevolge artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bevoegd de bestemming "verkeer en groen" te wijzigen voor de inrichting van jeugdontmoetingsplekken, waarbij aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan:

  1. een gebouw of ander bouwwerk mag worden opgericht met een maximale bebouwingshoogte van 3 m, en een maximale bebouwde oppervlakte van 15 m2;
  2. de procedure van artikel 15.2. dient te worden gevolgd.

3.3.2. Wijzigingen ten behoeve van hondenuitlaatplaatsen

Burgemeester en wethouders zijn ingevolge artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bevoegd de bestemming "verkeer en groen" te wijzigingen voor de inrichting van hondenuitlaatplaatsen, waarbij aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan:

  1. een hondenuitlaatplaats dient afgeschermd te worden, waarbij een gebouwde afscherming niet hoger mag zijn dan 1,5 m;
  2. de procedure van artikel 15.2. dient te worden gevolgd.