Plan: | Tracébesluit A50 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0209.bptracebesluitA50-va01 |
De voor Natuur - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in artikel 5.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in artikel 5.1.1:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maatvoeringseisen:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning ter plaatse van de aanduiding 'verkeer' afwijken van het bepaalde in artikel 5.2 voor het bouwen in overeenstemming met de bestemming Verkeer.
Onder gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruiken en/of laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor :
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning ter plaatse van de aanduiding 'verkeer' afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 voor een gebruik in overeenstemming met de bestemming Verkeer.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema in artikel 5.6.4 opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren.
Het in artikel 5.6.1 genoemde verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in artikel 5.6.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in artikel 5.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema in artikel 5.6.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningplichtige werken / werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning |
Het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en half verhardingen; | de verhardingen zijn noodzakelijk voor het beheren dan wel verbeteren van bos en natuur dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; de verhardingen mogen geen onevenredige aantasting betekenen van de aanwezige landschappelijke en natuurwaarden; |
Het egaliseren, vergraven of ophogen van de bodem, met uitzondering van werkzaamheden ten behoeve van het normale onderhoud en/of natuurbeheer en natuurontwikkeling. | de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de aanwezige landschappelijke- en natuurwaarden. |