| Plan: | Sportpark Schoenaker |
|---|---|
| Status: | onherroepelijk |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0209.BPSportpark-onhe |
Op grond van artikel 9 van het Besluit op de ruimtelijke ordening is een beoordeling van de haalbaarheid verplicht. Het bodemonderzoek, en dan met name onderzoek naar de bodemkwaliteit, maakt onderdeel uit van deze afweging.
Onderzoek 2003
Op het terrein en de omliggende gronden gelegen aan het Alst 3 te Ewijk is een verkennend onderzoek verricht volgens de NEN 5740 richtlijnen7. Binnen dit gebied is ook de te ontwikkelen locatie gesitueerd.
Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden gesteld dat de bovengrond op de onderhavige locatie plaatselijk licht is verontreinigd met nikkel en minerale olie. De ondergrond bevat geen vervuiling voor wat betreft de onderzochte stoffen, terwijl het grondwater plaatselijk licht is verontreinigd met arseen, chroom en xylenen. Ter plaatse van boring B68 is het grondwater matig verontreinigd met arseen.
Met betrekking tot het matig verhoogd aangetroffen arseengehalte in het grondwater ter plaatse van B68 kan worden gesteld dat formeel een nader bodemonderzoek in het kader van de saneringsparagraaf van de wet bodembescherming dient te worden verricht. Dit ter vaststelling of er sprake is van een geval van ernstige verontreiniging (hiervan is sprake indien voor een grondwatervolume van ten minste 100 m³ de gemiddelde concentratie van ten minste één verontreinigde stof de interventie waarde overschrijdt), of er sprake is van saneringsnoodzaak en of er sprake is van saneringsurgentie. Vooruitlopend hierop is het raadzaam om het grondwater opnieuw te analyseren om na te gaan of er sprake is van een storing tijdens de analyse. Afhankelijk van de uitkomst van de heranalyse op arseen is nader afperkend onderzoek rond peilbuis B68 noodzakelijk.
Voor het overige geldt dat het niet aannemelijk is dat de geconstateerde verontreinigingen van de bodem risico's voor de volksgezondheid met zich meebrengen. Uit milieuhygiënisch oogpunt is de aanwezigheid van verontreinigde stoffen ongewenst. Indien het geheel aan onderzoeksresultaten echter wordt beoordeeld in het licht van de geplande terreinbestemming c.q. -inrichting, lijkt hier sprake van een aanvaardbare situatie.
De overwegingen hierbij zijn onder andere de slechts licht verhoogde gehaltes, de min of meer diffusie verspreiding, de te verrichten inspanning om te komen tot een strikt multifunctioneel bodemkwaliteitsniveau en een zienswijze vanuit een risicobenadering (ontbreken blootstellings- of verspreidingsroutes in de toekomstige situatie).
Afhankelijk van de uitkomst van de herbemonstering van peilbuis W68 is er gelet op het bovenstaande vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen bezwaar tegen het gebruik van de locatie inzake de geprojecteerde nieuwbouw.
Onderzoek 2008
Er is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie toekomstig Sportpark Schoenaker te Beuningen8.
Van de bodemkwaliteit op de onderzoekslocatie is het volgende beeld verkregen:
Gezien de resultaten van het onderzoek wordt geconcludeerd dat de voor de onderzoekslocatie opgestelde hypothese 'niet verdachte locatie', formeel gezien niet juist is. Er zijn immers op de locatie enkele licht verhoogde gehalten aangetroffen.
De geconstateerde verhoogde gehalten liggen onder het 'criterium voor nader onderzoek' en vormen geen aanleiding tot het instellen van een nader bodemonderzoek.
Op basis van de onderzoeksresultaten bestaan er, vanuit milieuhygiënisch oogpunt gezien, geen belemmeringen ten aanzien van het gebruik van het terrein en de geplande realisatie van een sportpark met parkeerterrein ter plaatse.
Conclusie
In het onderzoek uit 2008 zijn eveneens de gronden rond peilbuis W68 van het onderzoek uit 2003 onderzocht. De conclusie van het onderzoek uit 2008 is dat er geen belemmeringen bestaan voor de voorgestane ontwikkeling. Aangezien het onderzoek uit 2008 recenter is, is herbemonstering van de peilbuis W68 niet nodig.
Niet het gehele plangebied is onderzocht in bovenstaande twee onderzoeken. Het terrein ten zuiden van de Ooigraaf (de bestaande hockeyvelden met accommodatie en de bestaande parkeerplaats bij deze hockeyvelden) is niet meegenomen in de onderzoeken. Gezien deze omstandigheden dient bij een eventuele bouwvergunningsprocedure actueel bodemonderzoek ter plaatse van de bebouwing te worden uitgevoerd.