vastgesteld |
NL.IMRO.0203.4016-0002 |
In het kader van de ontwikkeling van het gebied dient te worden beoordeeld of de uiteindelijke bodemkwaliteit binnen dit gebied uit oogpunt van volksgezondheid en milieu aan zekere kwaliteitsnormen voldoet om te voorkomen dat op verontreinigde grond wordt gebouwd.
Er is voor de beoordeling van de milieuhygiënische bodemkwaliteit ter plaatse van het toekomstige gebouw voor de waterskibaan in januari/ februari 2011 een verkennend bodemonderzoek door PJ Milieu BV uitgevoerd conform de NEN 5740 (rapport 'Verkennend bodemonderzoek, Zeumerseweg (waterskibaan, Zeumeren) Voorthuizen', kenmerk 0106111A, datum rapport 28 februari 2011). Uit de conclusies van het onderzoek blijkt dat het plangebied niet geheel vrij is van verontreinigingen. In de vaste bodem (boven- en ondergrond) is voor geen van de geanalyseerde parameters een verhoogd gehalte aangetroffen. In het grondwater is een licht verhoogd gehalte barium aangetroffen. Ondanks de verhoogde gehaltes bestaat geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat de bodem van de onderzoekslocatie van een zodanige kwaliteit is dat er sprake is van reële risico's voor de volksgezondheid en het milieu. In dit kader zijn geen belemmeringen aanwezig voor onderhavig initiatief en voor de afgifte van de omgevingsvergunning.
De actualiteitswaarde van bodemonderzoeksgegevens bedraagt circa vijf jaar. Dit houdt in dat binnen een termijn van vijf jaar, gerekend vanaf de datum van uitvoering van het bodemonderzoek, de nieuwe bestemming moet zijn vastgelegd. Na deze termijn moet, in overleg met het bevoegd gezag, een herijking plaatsvinden.
Met het uitgevoerde onderzoek is in redelijkheid inzicht verkregen in de aanwezigheid van mogelijke verontreinigingen in de bodem. Er kan echter geen uitspraak worden gedaan over de kwaliteit van een afgebakende hoeveelheid grond. Als bij graafwerkzaamheden, bijvoorbeeld ten behoeve van bouwactiviteiten, grond vrijkomt mag deze grond binnen de onderzoekslocatie worden verwerkt. Als grond wordt afgevoerd, moet de samenstellingwaarde ervan zijn vastgesteld op het moment van hergebruik. Afhankelijk daarvan mag de grond, met of zonder beperkingen, elders worden toegepast. Afvoer van grond mag ook plaatsvinden naar een daarvoor bestemde milieuvergunninghoudende inrichting. Op het elders hergebruik van grond zijn de regels van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing.
De rapportage is als Bijlage 1 bij de toelichting van deze ruimtelijke onderbouwing opgenomen.
Uitbreiding recreatieplas
Het (reeds qua procedure afgeronde) project voor de ontgronding c.q. uitbreiding van de recreatieplas is getoetst aan het Besluit bodemkwaliteit, de Wro/ Bro en de Ontgrondingenwet. De voorgenomen uitbreiding levert 455.000 m3 ophoogzand op. Uit de uitkomst van de beoordeling is onder andere gebleken dat binnen het plangebied in het kader van de (oude) WRO-procedure geen bodemonderzoek dient te worden uitgevoerd omdat sprake is van ontgronding/zandwinning. De ontgraven bovengrond mag in de directe omgeving van de ontgraving zonder kwaliteitskeuring als bovengrond worden toegepast. In 2009 hebben gedeputeerde staten van provincie Gelderland de ontgrondingsvergunning verleend, die in 2011 nog is gewijzigd. Ook voor de bestaande plas en de uitbreiding daarvan bestaat geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat de bodem van een zodanige kwaliteit is dat er sprake is van reële risico's voor de volksgezondheid en het milieu.