vastgesteld |
NL.IMRO.0203.4010-0002 |
Ruimtelijke Verordening Gelderland
De Ruimtelijke Verordening Gelderland (hierna: de verordening) is een gevolg van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die in juli 2008 in werking trad. Deze wet geeft de provincie de bevoegdheid algemene regels vast te leggen in een provinciale verordening. Met een ruimtelijke verordening stelt de provincie regels aan bestemmingsplannen van gemeenten. De provincie richt zich hierbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, natuur, nationale landschappen, water en glastuinbouw. Gemeenten krijgen op sommige terreinen meer beleidsvrijheid, terwijl ze op andere gebieden te maken krijgen met strikte provinciale richtlijnen. Gedeputeerde staten hebben op 15 december 2010 de verordening vastgesteld. De verordening is in werking getreden op 2 maart 2011. Voor de provincie betekent de Wet ruimtelijke ordening dat het goedkeuringsvereiste voor gemeentelijke bestemmingsplannen vervalt. De verordening is gebaseerd op reeds vastgesteld ruimtelijk beleid, zoals het 'Streekplan Gelderland 2005'. De verordening vormt derhalve een beleidsneutrale vertaling van reeds vastgesteld ruimtelijk beleid. Dit betekent dat de verordening geen beleidswijzigingen bevat.
Doorwerking in plangebied
Het plangebied van voorliggend bestemmingsplan is op de kaarten behorende bij de verordening aangeduid als 'nieuwe bebouwing buitengebied'. In dit gebied kan nieuwe bebouwing onder voorwaarden worden toegestaan. Echter, plaatsing van lichtmasten en hekwerken vind plaats op bestaand (bebouwd) terrein en het behoort niet tot het oprichten van gebouwen, maar tot het oprichten van bouwwerken, geen gebouw zijnde. Daarmee past de ontwikkeling binnen het beleid zoals opgenomen in de verordening.
Structuurvisie Gelderland
De 'Structuurvisie Gelderland' (voorheen Streekplan Gelderland 2005) geeft de beleidskaders aan voor de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2015. De structuurvisie is erop gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. Op de kaart 'Ruimtelijke structuur' van het streekplan is het plangebied aangewezen als 'Multifunctioneel platteland'. Binnen multifunctioneel platteland heeft de provincie er voor gekozen om de verantwoordelijkheid voor het multifunctionele platteland bij de betreffende gemeenten neer te leggen en dus niet expliciet te sturen op bepaalde ontwikkelen.
Multifunctioneel gebied
Het multifunctionele gebied beslaat het grootste deel van de provincie. Dit gebied omvat de steden, dorpen, buurtschappen buiten de provinciaal ruimtelijke hoofdstructuur, waardevolle landschappen en het multifunctioneel platteland. In het provinciaal planologisch beleid wordt op deze gebieden geen expliciete provinciale sturing gericht.
Natuur algemeen
Vergeleken met andere provincies in Nederland is de natuur in Gelderland zeer divers van karakter. Bescherming en kwaliteitsverbetering is niet alleen ecologisch van belang. De natuur is ook de basis voor recreatie en toerisme en als vestigingsfactor voor wonen en bedrijvigheid van belang. Het ruimtelijke beleid voor de natuur draagt bij aan behoud en ontwikkeling van natuur. Buiten de EHS komen verspreid natuurwaarden voor. De provincie vraagt de gemeenten om hiervoor een passende wijze regelingen in hun bestemmingsplannen op te (blijven) nemen.
EHS
Door de vergroting van natuurgebieden, de ontwikkeling van nieuwe natuurgebieden en de aanleg van ecologische verbindingszones ontstaat het beoogde samenhangende netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurrijke cultuurlandschappen.
Hoofddoel van het ruimtelijk beleid voor de EHS is het bijdragen aan een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurrijke cultuurlandschappen door bescherming, instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige bijzondere ruimtelijke waarden en kenmerken.
Binnen de EHS geldt de 'nee, tenzij'-benadering. Dit houdt in dat bestemmingswijziging niet mogelijk is als daarmee de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast, tenzij er geen reƫle alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Bij bestemmingsplanwijzigingen die leiden tot aantasting van de wezenlijke kenmerken of waarden van de EHS-natuur moet in hetzelfde bestemmingsplan voorzieningen worden getroffen waarmee de schade zoveel mogelijk wordt beperkt door mitigerende maatregelen.
Recreatie
Toeristische en recreatieve activiteiten zijn in het algemeen sterk gebonden aan landschappelijke kwaliteiten en specifieke gebiedskenmerken, zoals water of bosgebieden. Initiatieven voor toeristisch-recreatieve voorzieningen dienen daarom te worden beoordeeld op de mate van aansluiting bij de regionale gebiedskenmerken en hun bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van het regionaal toeristisch-recreatieve product. Differentiatie naar aard en intensiteit wordt op die manier gebiedsgericht.
Doorwerking in plangebied
Het plangebied is gelegen in multifunctioneel platteland, waarvoor geldt dat de provincie de verantwoordelijkheid van de inrichting legt bij gemeenten. Zoals in vorige paragrafen is beschreven, bevindt het sportpark zich naast natuurgebied de Veluwe, een onderdeel van de EHS. Ontwikkelingen op het sportpark kunnen van invloed zijn op deze EHS. Dit plan voorziet in de plaatsing van lichtmasten en hekwerken op een bestaand sportpark. Uit verschillende onderzoeken, zoals een flora- en faunarapportage, blijkt dat de plaatsing van de lichtmasten niet tot significante aantasting leidt van wezenlijke kenmerken, kernkwaliteiten en waarden van de EHS. Daarnaast worden mitigerende voorstellen gedaan om effecten op de EHS nog verder te beperken. Bovendien hebben gedeputeerde staten aangegeven dat het project geen significant negatieve effecten heeft op de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied Veluwe. De beoogde ontwikkeling is daarmee conform het Streekplan Gelderland 2005.