direct naar inhoud van 5.2 Cultuurhistorie
vastgesteld
NL.IMRO.0203.4009-0002

5.2 Cultuurhistorie

5.2.1 Archeologie

Er moet rekening worden gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten. Voor het maken van een weloverwogen belangenafweging is minimaal een archeologisch bureauonderzoek nodig. Wij hebben een archeologische beleidsadvieskaart voor de gehele gemeente. Deze kaart kan gezien worden als een beknopt bureauonderzoek. Uit de 'archeologische waarden- en verwachtingskaart' van de gemeente blijkt dat voor het perceel aan het Binnenveld 11 gedeeltelijk een lage archeologische verwachting geldt. De gemeenteraad heeft op 28 september 2010 besloten dat voor deze zone nader archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij een oppervlakte van 10.000 m² voor grondverstorende werkzaamheden dieper dan 30 cm. Gedeeltelijk geldt een middelmatige verwachting. Voor deze zone is nader archeologisch onderzoek noodzakelijk bij een oppervlakte van 1.000 m² voor grondverstorende werkzaamheden dieper dan 30 cm.

afbeelding "i_NL.IMRO.0203.4009-0002_0005.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0203.4009-0002_0006.png"

Afbeelding 5 archeologische verwachting

RAAP heeft een bureau- en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd (bijlage 2). Er wordt een vervolgonderzoek aanbevolen in de vorm van archeologische begeleiding. Het bevoegd gezag (de gemeente Barneveld) stemt, gelet op het door de regioarcheoloog uitgebrachte advies, niet in met deze conclusie.

Het kinderhospice is namelijk gelegen in een gebied met een lage verwachting (beekdal). Er zijn geen aanwijzingen dat hier sprake zou kunnen zijn van bijvoorbeeld een watermolen, voorde of brug . Bovendien heeft hier een verkaveling plaats gevonden waarbij ook de loop van de Esvelderbeek ingrijpend is gewijzigd. De te slopen opstallen hebben bij de bouw de ondergrond verstoord. Dit betekent dat in afwijking van de door RAAP voorgestelde extensieve begeleiding op deze bouwlocatie geen archeologische begeleiding noodzakelijk wordt geacht.

Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988 melding van de desbetreffende vondsten bij de minister (namens deze de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed RCE) verplicht.

5.2.2 Historische (steden)bouwkundige waarden

Bij historische (steden)bouwkundige waarden gaat het om gebouwde elementen met bijzondere betekenis, zoals molens, bruggen, kastelen of hele dorpen en binnensteden.

In en nabij het plangebied zijn geen monumenten aanwezig.

5.2.3 Historisch-geografische waarden

Historisch-geografische waarden verwijzen naar de ontstaanswijze en bijzondere plekken van onze cultuurlandschappen, zoals polders, kavelstructuren, terpen en het landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In het plangebied zijn dergelijke waarden niet aanwezig.