vastgesteld |
NL.IMRO.0203.4009-0002 |
In het kader van de ontwikkeling van het gebied dient te worden beoordeeld of de uiteindelijke bodemkwaliteit binnen dit gebied uit oogpunt van volksgezondheid en milieu aan zekere kwaliteitsnormen voldoet om te voorkomen dat op verontreinigde grond wordt gebouwd.
In mei 2008 is op de betreffende percelen een verkennend bodemonderzoek volgens de NEN 5740 uitgevoerd (Vink Milieutechnisch Adviesbureau, projectnummer M08-0054). Het onderzoek is bijgevoegd als bijlage 1.
Onderzoeksresultaten
De onderzoekslocatie is onderverdeeld in vier deelgebieden, te weten:
Deellocatie A: Erf
Plaatselijk is in de bovenlaag (0-0,5m-mv) een geringe overschrijding van de streefwaarde geconstateerd van zink, PAK en minerale olie en in de onderlaag (0,5-2m-mv) van arseen.
In het grondwater is een geringe overschrijding van de streefwaarde geconstateerd van chroom en zink.
De verontreinigingen betreffen een lokaal verhoogde achtergrondwaarde en zijn waarschijnlijk van antropogene en natuurlijke oorsprong.
Deellocatie B: Weiland
Plaatselijk is in de bovenlaag (0-0,5m-mv) een geringe overschrijding van de streefwaarde geconstateerd van koper, kwik en PAK en in de onderlaag (0,5-2m-mv) van koper en een licht verhoogd EOX gehalte.
In het grondwater is een geringe overschrijding van de streefwaarde geconstateerd van arseen, chroom, nikkel en zink en van de tussenwaarde van koper.
De verontreinigingen betreffen een lokaal verhoogde achtergrondwaarde en zijn waarschijnlijk van antropogene en natuurlijke oorsprong.
Deellocatie C: Bovengrondse dieselolietank
In de bovenlaag (0-0,5m-mv) is een geringe overschrijding van de streefwaarde geconstateerd van minerale olie, waarschijnlijk mede veroorzaakt door de aanwezigheid van humuszuren.
In het grondwater is geen van de geanalyseerde parameters aangetroffen in een gehalte boven de streefwaarde.
Deellocatie D: Erfontsluitingswegen
In de halfverhardingslagen van de ontsluitingswegen is geen asbest of asbestverdacht materiaal aangetroffen.
Tevens is het aanwezige asfalt niet teerhoudend.
Conclusie
De aangetroffen verontreinigingen in de vaste bodem en in het grondwater geven geen aanleiding tot aanvullend bodemonderzoek.
De bodem van de onderzoekslocatie is van een zodanige kwaliteit dat geen sprake is van reële risico's voor de volksgezondheid en het milieu.
De milieuhygiënische bodemkwaliteit vormt geen belemmering voor transactie, bestemmingsplan- en bouwvergunningprocedures.
Actualiteitswaarde
Opgemerkt wordt dat de actualiteitswaarde van bodemonderzoeksgegevens vijf jaar bedraagt. Dit houdt in dat binnen een termijn van vijf jaar, gerekend vanaf de datum van uitvoering van het bodemonderzoek, bovengenoemde procedures moeten plaatsvinden. Na deze termijn moet, in overleg met het bevoegd gezag, een herijking plaatsvinden.
Hergebruik grond
Met het uitgevoerde onderzoek is in redelijkheid inzicht verkregen in de aanwezigheid van mogelijke verontreinigingen in de bodem. Er kan echter geen uitspraak worden gedaan over de kwaliteit van een afgebakende hoeveelheid grond.
Als bij graafwerkzaamheden, bijvoorbeeld ten behoeve van bouwactiviteiten, grond vrijkomt mag deze grond binnen de onderzoekslocatie worden verwerkt.
Als grond wordt afgevoerd, moet de samenstellingswaarde ervan zijn vastgesteld op het moment van hergebruik. Afhankelijk daarvan mag de grond, met of zonder beperkingen, elders worden toegepast. Afvoer van grond mag ook plaatsvinden naar een daarvoor bestemde milieuvergunninghoudende inrichting. Op het elders hergebruik van grond zijn de regels van het Bouwstoffenbesluit van toepassing.