Plan: | Scherpenbergh Golfbaan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1077-vas1 |
Nota I-cultuur (2006)
De gemeentelijke nota I-cultuur (2006) stelt dat cultuurhistorie van essentieel belang is voor de identiteit van Apeldoorn. De bestaande kwaliteiten van de woonwijken, de binnenstad, de dorpen en het afwisselende buitengebied gelden als leidraad voor nieuwe ontwikkelingen. Cultuurhistorie levert bouwstenen aan om ruimtelijke projecten mogelijk te maken met behoud van identiteit.
Ten aanzien van het thema cultuurhistorie kent het plangebied een lage attentiewaarde, wat betekent dat een cultuurhistorische quick-scan bij ruimtelijke ontwikkelingen voldoende is. Wel wordt aanbevolen om cultuurhistorische waarden te behouden, herstellen en te versterken.
Op het terrein waar de uitbreiding naar 18 holes heeft plaatsgehad waren geen noemenswaardige cultuurhistorische elementen of specifieke waarden aanwezig. Opgemerkt kan worden dat de afwisseling van bospercelen en akkers (enken) op de oostflank van de Veluwe enige cultuurhistorische betekenis heeft (ontstaansgeschiedenis, leesbaarheid van het landschap). Dit contrast is door de aanleg van de 9 extra holes niet verloren gegaan, maar betekende ook geen toegevoegde waarde.
De cultuurhistorische waarde van het de westelijke akker is gering, het betrekken van dit gebied bij de golfbaan heeft daarom geen negatieve effecten.
Het MMC heeft geen wettelijke beschermde status. Bij de nieuwe inrichting worden de bunkers op een na verwijderd. De aarden wallen blijven behouden vanwege de bijzondere mossensoorten. Hierdoor blijft het kenmerkende grid waarbinnen de bunkers opgesteld stonden zichtbaar. De oorspronkelijke bebouwing aan de poort blijft behouden en krijgt een nieuwe functie (shelter).
De nieuwe ontwikkeling op het voormalige defensieterrein sluit aan bij de geest van de Nota Belvedere. Uitgangspunt van deze nota is “behoud door ontwikkeling”. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat omgaan met cultuurhistorische kwaliteiten niet het bevriezen van ontwikkelingen inhoudt, maar juist het omgaan met ontwikkelingen, zodanig dat de cultuurhistorische gegevenheden worden ingepast, waarbij ze beleefbaar blijven of juist worden. Het betrekken van het MMC-terrein bij de golfbaan heeft daarom slechts minimaal negatieve effecten.
De voorgenomen ontwikkeling is inpasbaar ten aanzien van het aspect cultuurhistorie.
Op de archeologische beleidskaart staan bekende archeologische vindplaatsen en terreinen waarbij reeds is vastgesteld dat er archeologische waarden aanwezig zijn, daarnaast is het gehele grondgebied van de gemeente Apeldoorn verdeeld in zones met een hoge, middelhoge en een lage archeologische verwachtingswaarde. Deze verdeling is gebaseerd op onder meer bodemkundige, geo(morfo)logische, archeologische en historische kaarten en kennis.
Het plangebied is geclassificeerd als een gebied met een hoge archeologische attentiewaarde, wat betekent dat bij ruimtelijke ontwikkelingen het uitvoeren van archeologisch onderzoek verplicht is. Daarnaast dient er gestreefd te worden naar behoud van archeologische waarden.
In het kader van het MER is een archeologische inventarisatie uitgevoerd ten behoeve van de uitbreiding van de golfbaan naar 18 holes. In het gebied is een vuursteenvindplaats aangetroffen. Ook werd vastgesteld dat het bodemprofiel van verschillende delen van het gebied (tot minimaal 1,20 m) verstoord is, waardoor op die plekken eventuele archeologische sporen verdwenen zijn. De plek van de vuursteenvindplaats is niet gebruikt voor de uitbreiding van de baan.
De uitbreiding van de golfbaan op de westelijke akker heeft geen effecten op archeologie, omdat het bodemprofiel van het terrein door landbouwkundig gebruik slecht bewaard is gebleven waardoor het onwaarschijnlijk is dat het terrein archeologische vindplaatsen herbergt.
De uitbreiding van de golfbaan op het MMC-terrein heeft eveneens geen effecten op archeologie. Om het MMC te egaliseren is in het verleden veel grondverzet nodig geweest. Ook heeft grondverzet plaatsgehad om de aarden wallen om de bunkers op te werpen en om de leidingen aan te leggen voor nutsvoorzieningen. Door deze werkzaamheden is het bodemprofiel niet bewaard gebleven, en moeten gebruiksvoorwerpen of andere oudheidkundige sporen die hier eventueel konden worden aangetroffen als verloren worden beschouwd. Daarbij dient ook opgemerkt te worden dat nu enkel in het midden van het MMC-terrein grondverzet plaats zal vinden.
De voorgenomen ontwikkeling is inpasbaar ten aanzien van het aspect archeologie.