Plan: | Scherpenbergh Golfbaan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1077-vas1 |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.
Naast de algemene bouwregels van artikel 8 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 5.3 genoemde afwijkingen.
Bebouwing | Maximale oppervlakte/ inhoud | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Bijzondere regels | |||
Hoofdgebouwen | 700 m3 | 4 m | - voor het bepalen van de inhoud worden inpandige garages en bergingen meegeteld - per bestemmingsvlak met de bestemming 'Wonen' is één hoofdgebouw toegestaan - per hoofdgebouw is één woning toegestaan - de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,50 m, tenzij het een halfvrijstaande woning betreft - voor het splitsen van de woning in twee wooneenheden geldt het in artikel 8 lid 8.3 bepaalde - het in artikel 9 lid 9.2 onder f bepaalde is van overeenkomstige toepassing |
||||
Bijgebouwen en overkappingen | 75 m² per hoofdgebouw, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ''bijgebouwen' waarvoor geldt dat er 110 m2 is toegestaan (5.3.1a) |
3 m | 5 m | - voor het bepalen van de oppervlakte worden alle op het perceel aanwezige gebouwen, niet zijnde het hoofdgebouw, meegeteld - bijgebouwen en overkappingen mogen niet voor de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-situering' bijgebouwen en overkappingen ook voor de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden opgericht(5.3.1b) - voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis dan wel voor niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis meegeteld - in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis dan wel voor de niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis toegestaan |
|||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen |
|||||||
- erf- en terreinafscheidingen | 2 m | - de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m (5.3.1c) | |||||
- antenne-installaties | 15 m |
||||||
- zwembaden | 75 m² per hoofdgebouw |
0,5 m | |||||
- paardenbakken | 2 m | - per hoofdgebouw mag 1 paardenbak worden aangelegd, ten minste 5 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde hiervan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-situering' een paardenbak ook voor de voorgevel van het hoofdgebouw mag worden opgericht - de afstand van een paardenbak tot (bedrijfs)woningen van derden bedraagt ten minste 50 meter |
|||||
- overig | 2 m |
Het bevoegd gezag kan afwijken van het in lid 5.2 bepaalde:
Afwijkingen als bedoeld in dit lid kunnen alleen worden verleend voor zover de aldaar in het gebied voorkomende waarden dan wel het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.
Naast de algemene gebruiksregels van artikel 9 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de volgende specifieke regels.
De in artikel 13 opgenomen regels voor omgevingsvergunningen zijn van toepassing.