direct naar inhoud van 2.3 Regionaal beleid
Plan: Bestemmingsplan Parc Spelderholt
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1062-onh1

2.3 Regionaal beleid

2.3.1 Regionale Structuurvisie Stedendriehoek 2030 (bundelingsgebied)

Om de afstemming met regionale ontwikkelingen te optimaliseren is het streekplan mede gebaseerd op regionale structuurvisies die zijn aangeleverd door de Gelderse regio's. Voor de regio Stedendriehoek refereert het streekplan dan ook sterk aan de structuurvisie Ruimtelijk structuurbeeld 2030 stedelijk netwerk Stedendriehoek. Inmiddels is op basis van dat beeld een ontwerp regionale structuurvisie Stedendriehoek 2030 opgesteld.

De structuurvisie spreekt zich vooralsnog uit over het bundelingsgebied tussen de drie steden en niet over het totale grondgebied van de gemeentes. Op termijn wordt wel een visie voor het totale grondgebied opgesteld.

De Regionale Structuurvisie biedt een richtinggevend beleidskader voor het handelen van de betrokken gemeenten en provincies voor:

  • I. beleidsafstemming met provincie en Rijk en tussen gemeenten onderling.
  • II. afspraken over omvang, kwaliteit en fasering van het regionale programma.
  • III. integratiekader voor beleids- en uitvoeringsplannen van de Regio Stedendriehoek.
  • IV. gemeenschappelijke inzet van uitvoeringsinstrumenten.
  • V. een regionaal uitvoeringsprogramma en grondbeleid.


Het plangebied ligt net buiten het bundelingsgebied, waarvoor de structuurvisie is opgesteld. De volgende aspecten uit de visie zijn desalniettemin relevant:

  • I. Geconstateerd wordt dat de vraag naar landelijke woonmilieus toeneemt. Dit terwijl het aanbod, zoals dat nu in de visie is voorzien, beperkt blijft. Het aanbod neemt in de komende tijd minder toe dan de vraag.
  • II. Het plangebied wordt aangemerkt als gebied voor mogelijke verstedelijking, zij het onder voorwaarden in verband met de natuurwaarden en de waterhuishouding. Deels geldt er zelfs een zware restrictie ten aanzien van water.
  • III. Door het versterken van de samenhang tussen de stedelijke functies binnen het stedelijk netwerk ontstaat als tegenhanger ruimte voor een vitaal platteland en wordt verrommeling van het landelijk gebied tegengegaan. De variatie tussen stad en land en rood en groen wordt hierdoor in stand gehouden, waarbij de versterking van de kwaliteiten van de nationale landschappen Veluwe en de Graafschap belangrijk is.
  • IV. In delen van het plangebied wordt aandacht gevraagd voor waterbeheer en het bestrijden van de verdroging. In de noordelijke punt wordt de aanleg van natte natuur voorzien.
2.3.2 Ontwerp Regionale Structuurvisie De Voorlanden Stedendriehoek 2030

De regionale structuurvisie spreekt zich uit over het grondgebied van de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, Voorst en Zutphen. Het plangebied van De Voorlanden vormt als het ware een ring rondom het plangebied voor het Bundelingsgebied. Deze Regionale Structuurvisie De Voorlanden is afgestemd met die voor het Bundelingsgebied. Er zijn geen strijdigheden. Wel is een aantal beleidsvoornemens uit deze visie ook van toepassing op delen van het Bundelingsgebied.


De structuurvisie is vertaald in een beleidskaart. Hierin komen de onderdelen van de hiervoor beschreven visie samen. De legenda is in drie groepen ingedeeld: de groen-blauwe onderlegger, het netwerk van regionale verbindingen en het gevarieerde ruimtegebruik. Dit alles volgens de drie onderdelen van de “lagenbenadering”. De groene schatkamer van de Stedendriehoek vindt zijn grondslag in de onderlegger van gevarieerde, landschappelijke ensembles zoals de Veluweflanken, de landgoederenlandschappen en de broekontginningen.


De Stedendriehoek zet in op het voortzetten van het bestaande beleid voor bescherming en ontwikkeling van de natuurlandschaps- het bestaande beleid voor bescherming en ontwikkeling van de natuurlandschaps- en cultuurhistorische waarden en op het benutten van ruimtelijke dynamiek om die waarden verder uit te bouwen. Onder andere valt daarbij te denken aan (duurzame) economische activiteiten in vrijkomende agrarische bebouwing, zorgvuldige ontwikkeling van nieuwe, bij het profiel van de regio aansluitende toeristisch-recreatieve concepten. De Stedendriehoek streeft naar behoud van de ontwikkelingsruimte voor de landbouw en ondersteunt initiatieven die schaalvergroting en landschap hand in hand laten gaan. De Stedendriehoek zet voorts in op versterking van de vele overlappende netwerken tussen dorpen, steden, werkgebieden, toeristische trekpleisters en groene oases. Naast uitvoering van het in de visie op het Bundelingsgebied vastgestelde pakket infrastructuurmaatregelen gaat het in deze visie om de fijnmazige structuren die versterking van het toeristisch-recreatieve profiel ondersteunen: groene pleisterplaatsen (recreatieve transferia), een aantal lokale treinstations, een zwerfnetwerk, recreatieve vaarroutes over de kanalen, versterken van het regionale openbaar vervoer-netwerk tussen de dorpen en het verder ontwikkelen van het regionale fietsnetwerk.


Leefbaarheid van de dorpen en kernen van De Voorlanden wordt door de regio Stedendriehoek ondersteund door het hanteren van een kernendifferentiatie, waarbij met gerichte maatregelen de vitaliteit van de kernen ondersteund kan worden door aan te sluiten bij de gevarieerde dorpseconomie, de groene woonkwaliteiten en de bereikbaarheid van (zorg)voorzieningen. Daarnaast zet de Stedendriehoek in algemene zin in op het binden van de (jonge) bevolking aan de dorpen door te streven naar een compleet aanbod aan woningtypen en voldoende economische activiteit.


afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1062-onh1_0007.jpg"

Afbeelding 2.5 beleidskaart Regionale Structuurvisie De Voorlanden Stedendriehoek 2030

2.3.3 Beoordeling planlocatie

De regionale structuurvisies spreken zich in positieve zin uit over functieverandering van (voormalig agrarische) bebouwing naar andere vitale functies als wonen en maatschappelijke doeleinden. De ontwikkeling wordt dan ook ondersteund.